18 DECEMBER 2003 531 de kortgedingrechter en de Raad van State-uitspraak. Hoezo, niet eerlijk, mijnheer Scheltens? Hoezo, niet transparant? Wij zijn zo transparant en eerlijk als het maar zijn kan. U zegt: het wordt alleen maar mistiger en wij horen niet de antwoorden die wij graag van het college horen, namelijk: leg die helling- banen maar aan. Maar dat is een ander verhaal, het wil niet zeggen dat dit college niet eerlijk is, het wil niet zeggen dat dit college niet transparant is. Integendeel. Natuurlijk groeit het dossier, ook De heer SCHELTENS Bij interruptie, want het zijn zware woorden Wethouder NIEDERER maar u moet uw woorden dan wel zorgvuldig kiezen. De heer SCHELTENS Met die eerlijkheid bedoel ik: waarom is die keuze gemaakt? Dat is niet transparant. Het is voor mij nog steeds niet duidelijk, en we zijn er al jaren mee bezig, waarom en op welk moment de keuze is gemaakt om geen hellingbanen aan te leggen en het op een andere manier op te lossen. Hoe dat gegaan is, met welke argumenten, is absoluut niet duidelijk, niet transparant, en dat vind ik dus ook niet eerlijk Wethouder NIEDERER Lees dan de brieven die het college u vorige maand en de maand daarvoor heeft toegestuurd. We zijn schriftelijk met hele betogen - hoe vaak hebben we dat nou al niet gedaan? - ingegaan op de Raad van State-uitspraak. We zijn ingegaan op de bouwvergunning en we zijn ingegaan op de discussie die het vorige college destijds heeft gevoerd met de mensen in Prinsenbeek en anderen, waardoor op een gegeven moment van het Tracébesluit is afgeweken in het bestemmingsplan zoals dat thans on herroepelijk is vastgesteld. Wat betreft de Raad van State-uitspraak, en ik bestrijd ook wat mevrouw Overboom zegt, is er geen ander juridisch instrumentarium meer dan óf een artikel 17 óf een artikel 19. Maar het is niet aan ons om die aanvraag in te dienen, maar aan degenen die Mevrouw OVERBOOM Ik ben niet van plan om met u hier een discussie te voeren over de Raad van State-uitspraak, want die kun je heel anders lezen. Dat wil ik hier niet doen Wethouder NIEDERER Ik lees die zoals de voorzitter van de Raad van State het heeft bedoeld. Mevrouw OVERBOOM Neen. Want ik lees die Raad van State-uitspraak gewoon heel anders, maar dat is juridisch gesteggel en het gaat er mij nog steeds om dat er in het bestemmingsplan gewoon staat: een toerit en een via duct. Wethouder NIEDERER Ik neem daar kennis van. Daarover zijn de meningen dan kennelijk verdeeld. U zegt: voer druk uit op het projectbureau. Nou, mij dunkt. Toen wij, nogmaals, eigener beweging die quickscan deden, heb ben wij tegelijkertijd bij het aanbieden van die quickscan een brief gestuurd aan het projectbureau - lees: uiteindelijk aan de minister van Verkeer en Waterstaat - waarin wij hebben gezegd: wilt u zorgen voor een evenwaardige verbinding in termen van verkeersveiligheid? Dit college vindt die verbinding ook niet evenwaardig in termen van verkeersveiligheid, in termen van de gebruikskwaliteit. Daar gaat het om. En het is dan aan de eigenaar-beheerder van die brug - lees: het ministerie van Verkeer en Waterstaat - om dan, gegeven dat signaal van dit college omwille van de bewoners, dat spreekt voor zich, met oplossingen te komen, die daar liggen en die daar ook moeten blijven liggen. Dat zijn nu eenmaal de juridische posities in dit land. Mevrouw OVERBOOM U wacht nu af totdat de Staat zegt: ga overleggen met die organisaties. Maar mijn stelling is dat u als gemeente ook zelf contact kunt opnemen met die organisaties om met hen hun alternatieven te be spreken en daarmee richting projectbureau te gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2003 | | pagina 41