18 DECEMBER 2003
532
Wethouder NIEDERER
Mevrouw Overboom, denkt u nou echt dat wij niet te gast zijn aan de Elleboog? Denkt u nou echt dat
er bij ons nooit een telefoon rinkelt of dat wij nooit een telefoontje doen? Kom nou toch, kom nou toch.
Mevrouw OVERBOOM
In uw brief staat het in ieder geval heel duidelijk anders.
Wethouder NIEDERER
Het gaat erom wie het initiatief neemt voor een andere verbinding wanneer je het relateert aan ver
keersveiligheid. Daar gaat het om. Het gaat er niet om datje zegt: de verkeersveiligheid is per definitie
gewaarborgd wanneer je hellingbanen aanlegt, en de verkeersveiligheid is per definitie niet gewaar
borgd als je het hebt over een roltrap. Het gaat erom dat déze roltrap
De heer BOER
Even over dat laatste, mijnheer de voorzitter.
Wethouder NIEDERER
niet voldoet aan de functionaliteit.
De heer BOER
Een roltrap is gewoon ten enenmale ongeschikt voor fietsers. Dat staat duidelijk in het verhaal
Wethouder NIEDERER
Dat vindt het college ook
De heer BOER
O, neen
Wethouder NIEDERER
...en wij hebben dat tegen het projectbureau gezegd. Dat weet u toch. Ik zeg dat voor de tiende keer.
Zorg voor een evenwaardige verbinding in termen van verkeersveiligheid. Helderder kunnen wij niet
zijn.
De heer BOER
U zei net, als ik even mag, mijnheer de voorzitter, dat het niet bewezen is dat roltrappen niet veilig zijn
voor fietsers. Het is gewoon absoluut zeker dat ze niet geschikt zijn voor fietsers. De enige die daar
over kan oordelen is Otis, en Otis beveelt aan: geen fietsen op de roltrap.
Wethouder NIEDERER
Nou, dat oordeel van Otis is ook later gegroeid. Ook dat weet u. Aanvankelijk was dat oordeel
De heer BOER
Wij zijn ook al weer een jaar verder.
De VOORZITTER
Ik stel voor om niet voortdurend in elke zin drie keer te interrumperen, want dan gaat het debat hele
maal dood. Ik denk dat het heel verstandig is dat de wethouder even zijn verhaal kan afmaken en dan
is er absoluut een tweede instantie om te reageren.
Wethouder NIEDERER
Voorzitter, dank u. Ik wilde even deze reacties geven op de inhoudelijke bijdrage uwerzijds, waarvan ik
denk dat deze de discussie plaatst in een sfeer en een kader die geen recht doet aan de realiteit. U
ziet, wij werken toe naar een beoordeling van de ingediende moties. Daartoe vraag ik u, voorzitter, om
vijf minuten te schorsen, omdat ik denk dat wij als college even daarnaar moeten kijken om vervolgens
ons standpunt te bepalen. Later kan ik dan namens het college uw raad ons standpunt meedelen, en
dan is het aan u.
De VOORZITTER
Ik vraag even aan de heer Adriaansen, omdat hij ook om een schorsing vroeg: is vijf minuten wat u
betreft ook genoeg?