18 DECEMBER 2003
538
De VOORZITTER
Maar Breda '97 betwijfelt dat, en u bent wél overtuigd.
De heer BOER
In eerste instantie waren ze dat niet. Ze hebben nog een keer eerder aangegeven dat ze daar niet
bang voor waren. Dus ik snap de draai van Breda '97 absoluut niet.
De VOORZITTER
Nou, ik wel.
De heer VAN YPEREN
Ter interruptie. De heer Boer en wij weten niet hoe de onderhandelingen lopen, we weten niet wat
voor kwaad we ermee kunnen doen. Vandaar dat er op een gegeven moment een voorzichtigheid is
van onze kant uit, waardoor wij zeggen: luister eens, laten we niet ergens in lopen wat we nog niet
kunnen beoordelen. Wij staan achter
Mevrouw REMIE-VERWEIJMEREN
Mijnheer Van Yperen, dat weet de wethouder ook niet. En hij dreigt. Hij dreigt alleen maar en u trap
erin.
De heer VAN YPEREN
Ik niet, ik trap daar niet in. De motie zoals die hier ligt, kan er op een gegeven moment voor zorgen dat
Rijkswaterstaat zegt: luister eens, jullie willen het zo graag, leggen jullie het maar aan. Die kans zit
erin. Dat heb ik begrepen uit de woorden van de wethouder.
De VOORZITTER
Ja. Ik stel voor
De heer BOER
Mijnheer de voorzitter, komt er nog een tweede termijn? Want dit is de eerste termijn.
De VOORZITTER
Zeker, er komt een tweede termijn. Daarmee zou ik nu willen beginnen, maar eerst zou ik even willen
weten of de uitgebreide motie die nu op tafel ligt er nog steeds ligt. Ja. Er is een compromisvoorstel
van Breda '97. Dat vind ik ook valide om in het debat mee te nemen en ik zou willen voorstellen om nu
met de tweede ronde te beginnen om vervolgens te kijken of we dan tot besluitvorming kunnen over
gaan. Wie uwer wenst nog het woord?
De heer VAN YPEREN
Ik heb gevraagd aan de wethouder om een argument op tafel te leggen waardoor wij op een gegeven
moment van gedachten kunnen veranderen.
De VOORZITTER
Het is misschien goed dat de wethouder even reageert, en dan gaan we de tweede ronde doen.
Wethouder NIEDERER
In uw compromisvoorstel zegt u eigenlijk, even los van de redactie van de motie, de inhoud van het
dictum, dat we de motie moeten aanhouden. Dan zou, denk ik, die aanhoudingstermijn moeten lopen
parallel aan de uitspraak van de rechter in hoger beroep, want ik vind wel degelijk dat er een verband
is tussen de civiele rechter en de bestuursrechter. Want de hele discussie, zowel het Tracébesluit
versus bestemmingsplan, lees: Raad van State administratiefrechtelijk, als die civiele kwestie heeft
natuurlijk alles te maken met het feit, dat bij de civiele rechter werd gesteld: de verkeersveiligheid is
niet in orde, u mag nog niet slopen en gebruikmaken van de sloopvergunning voor de Baileybrug, de
huidige verbinding, en met het feit dat de verkeersonveiligheid wordt toegeschreven aan het niet aan
gelegd zijn van hellingbanen. En dan ben je weer helemaal terug bij de Raad van State. Dus ik zie wel
degelijk die twee zaken zeer vermengd met elkaar, ook al zijn het twee verschillende rechters, maar
ze handelen wel binnen hetzelfde kader binnen dezelfde discussie die wij hier vanavond ook voeren.
De financiële risico's zijn aanwezig, als het in Den Bosch anders loopt dan het hier in eerste aanleg
was. En dan komt de rekening absoluut onze kant uit. Want dan zegt u, en dan zeggen de bewoners