12 JANUARI 2004
16
De heer JOOSSE
Ik wil toch nog even aangeven waarom de argumenten tegen het burgemeestersreferendum volgens mij
geen hout snijden. Volgens de Profielschets moet de burgemeester dicht bij de Bredase bevolking staan,
aansluiten bij het karakter van de mensen. Wie kunnen nou beter bepalen of een persoon aan die eisen
voldoet dan de inwoners van Breda zelf? Juist de partijen die het Bourgondische karakter zo belangrijk
vinden, zouden moeten inzien dat deze eis eigenlijk belachelijk is als vervolgens de Bredase bevolking
niet zelf het vertrouwen krijgt om zelf deze kwaliteit te toetsen. Dan roepen deze partijen de suggestie op
dat hun behoudende definitie van een Bourgondisch karakter weieens niet overeen zou kunnen komen
met de ideeën van een meerderheid van de bevolking over hun nieuwe burgemeester. Dat een dergelijk
referendum niet ideaal is, daar ben ik het mee eens. Maar dan toch beter een half ei dan een lege dop.
Binnen de wet is helaas niet meer mogelijk, maar geef de Bredanaars dan toch in ieder geval dat beetje
vertrouwen dat zij verdienen. Ik vergelijk het maar met de tweede ronde uit het voorstel van minister De
Graaf, en zet dat naast artikel 7 lid 5, en dan denk ik dat de vertrouwenscommissie de eerste ronde doet
en als er twee kandidaten overblijven dat dan de Bredase bevolking in de tweede ronde uit die twee de
beste kan kiezen. Democratie kost altijd geld, dat is de prijs die betaald moet worden, maar die wordt ook
terugbetaald door een versterking van de band tussen burgers en bestuur.
De VOORZITTER
Wie wenst nog het woord te voeren over dit onderwerp? Ik veronderstel dat eigenlijk alle argumenten ge
wisseld zijn, zodat een tweede termijn achterwege kan blijven. Als u daarmee kunt instemmen, kunnen we
tot besluitvorming overgaan. Het voorstel luidt om geen raadplegend referendum te houden. Er is ge
vraagd door de heer Boer om hoofdelijke stemming. Hij blijft bij zijn verzoek? Ja. Dan moeten we hoofde
lijk gaan stemmen. Voor alle duidelijkheid. Het voorstel luidt om geen referendum te houden. Dus als u het
met het voorstel eens bent, moet u voorstemmen, en als u een referendum wilt, moet u tegenstemmen.
Dan beginnen we. (de voorzitter trekt een lot). Ik denk dat het gewoon een eerbewijs is aan de verzoeker
van deze hoofdelijke stemming, er is wel eerlijk geloot overigens, want het is de heer Boer op wie het lot is
gevallen. Dus de heer Boer mag als eerste zijn stem uitbrengen. Dit is een toevalstreffer.
Het voorstel om geen raadplegend referendum te houden wordt aangenomen met 26 stemmen voor en 8
tegen.
Voor het voorstel hebben gestemd:
DE HEREN J.S. ADRIAANSEN (CDA), J.N. AUGENBROE (CDA), MEVROUW M.J. BOIDIN-VAN HOEVE
(CDA), DE HEREN A.A.J.M. BRAAT (VVD), J.A. DE CRAEN (CDA), O.B.W. DOUWES DEKKER (VVD),
C.O.W. DUBBELMAN (CDA), P.J.L. ERNST (VVD), J.A. FIGLAREK (CDA), H.J.M. HAARHUIS (PvdA),
DE DAMES E.T.C. HAK (PvdA), E.P.M.M. VAN HASSELT-BLANKERS (VVD), DE HEREN M.F.M. HEN-
DRICKX (CDA), MEVROUW M.L.P.L. KNIPSCHEER (CDA), DE HEREN J.H.P. KWISTHOUT (SP),
A.J.J.M. LIPS (CDA), MEVROUW H. VAN MAANEN (VVD), DE HEREN J.G. MARCIC (CDA), H.P.M.
MEEUSEN (SP), F.H.M. VAN OVERVELD (VVD), G.M.F. SCHOENMAKERS (BREDA '97), B.G.C.
SCHREINER (BREDA '97), H. SNIER (PvdA), J.P.W.A.A.M. TAKS (VVD), E. ÜQERLER (CDA), P. VAN
YPEREN (BREDA '97).
Tegen het voorstel hebben gestemd:
DE HEREN O.S. AKINCI (GROENLINKS), J.O.E. BOER (LEEFBAAR-BREDA/PvhZ), MEVROUW H.
BOS (LEEFBAAR-BREDA/ PvhZ), DE HEREN B.S. JOOSSE (FRACTIE-JOOSSE), J.C.C. LEUNISSE
(LEEFBAAR-BREDA/PvhZ), DE DAMES M.E. OVERBOOM (D66), A.M. REMIE-VERWEIJMEREN
(GROENLINKS), DE HEER P.H. SCHELTENS (GROENLINKS).
3. VASTSTELLEN VERORDENING VERTROUWENSCOMMISSIE BENOEMING BURGEMEESTER
2004.
De VOORZITTER
Het derde en laatste inhoudelijke punt van deze vergadering is het instellen van de vertrouwenscommissie
en het vaststellen van de Verordening op de vertrouwenscommissie. Het is een tweeledig voorstel. Het
instellen van de commissie zelf met de leden die zijn voorgedragen, en het vaststellen van de verordening
die de samenstelling, de werkwijze en de taken regelt van de commissie. Er is, ik zeg het met nadruk, een
volstrekte geheimhoudingsplicht voor de leden en de adviseurs van de commissie. Is er behoefte om over
dat voorstel te debatteren? Wenst niemand het woord?