29 JANUARI 2004
41
De VOORZITTER
Dank u wel. Het woord is aan wethouder Niederer.
Wethouder NIEDERER
Drie opmerkingen. Door de veelheid van herhalingen van de heer Boer in commissie en raad over
steeds hetzelfde, eroderen zijn argumenten over deze bijzonder belangrijke kwestie. Dat vind ik jam
mer. U doet daarmee de zaak geen goed. Twee, u stelt mij vragen die u niet aan het college moet
stellen. U moet daarvoor bij de verantwoordelijke eigenaar en beheerder van de brug zijn en dat is het
HSL-bureau, dat weet u ook. Drie, de artikel 17-aanvraag voor de tijdelijke hellingbanen is ingediend,
is thans in behandeling en ligt ter visie voor het indienen van bezwaren. Die termijn is nog niet geslo
ten. Die termijn zal, zo schat ik in, medio februari sluiten en dan zal het college een standpunt inne
men over de aanvraag artikel 17 met de onderliggende motivering waarom wij wel of niet tot honore
ring daarvan overgaan. Daarvan zult u uiteraard in kennis worden gesteld en zo nodig kunt u in de
commissie daarop terugkomen.
De VOORZITTER
Nadere vragen, mijnheer Boer?
De heer Boer
Ja. Daaruit blijkt weer dat het college elke verantwoordelijkheid voor deze roltrappen naast zich neer
legt en van zich afschuift, terwijl wij van mening zijn dat ze daar gekomen zijn door de gemeente. Dat
is mijn reactie daarop.
De VOORZITTER
Ik heb het over vragen.
Onderwerp: Bestuursontwikkelinqen Drimmelen. Fractie Leefbaar-Breda/Parel van het Zuiden.
De heer BOER
Vraag drie is heel kort. Met verbazing hebben wij de ontwikkelingen gevolgd in Drimmelen. Wij vroe
gen ons af of zoiets ook niet in Breda gebeurt.
De VOORZITTER
Het antwoord mag ik namens het college geven. Ja, dat gebeurt ook in Breda, wij volgen de ontwikke
lingen in Drimmelen ook met grote verbazing.
De heer AUGENBROE
Voorzitter, een aanvullende vraag.
De heer BOER
Dat is heel duidelijk een bekentenis.
De heer AUGENBROE
Voorzitter, ik heb een aanvullende vraag aan de heer Boer.
De VOORZITTER
Nu de aanvullende vragen.
De heer AUGENBROE
Is er een aanleiding, mijnheer Boer, dat u deze vraag stelt? Is er informatie die wij niet hebben en die
u wel heeft om deze vraag te stellen?
De heer BOER
Neen, ik zeg: wij volgen met verbazing de ontwikkelingen in Drimmelen. Dat is maar een kleine ge
meente, daar valt dat gelijk op.
De heer AUGENBROE
Neen, het gaat dan met name om het tweede deel van uw vraag, mijnheer Boer. Niet om het eerste
deel. Dat hebben wij ook gevolgd.