29 JANUARI 2004
45
De heer FIGLAREK
Voorzitter, ik heb twee vragen aan de heer Akinci. De eerste vraag is waarom de heer Akinci de pro
blematiek aan de orde heeft gesteld op een manier dat de godsdienst daarbij wordt betrokken. Ik ben
niet zielig, ik ben geen puritein, maar ik vraag me af of dat op deze manier nodig is. Mijnheer Akinci,
vindt u ook dat het pad van de humor een heel moeilijk pad is waar je ook zeer zorgvuldig over moet
lopen?
De VOORZITTER
Dat is een vraag aan de heer Akinci.
De heer LIPS
Voorzitter, ik wil de opmerking maken dat ik daarom de raadzaal heb verlaten.
De VOORZITTER
Alleen vragen.
De heer AKINCI
Ik neem uw vraag heel serieus, daarom ga ik weer even hier staan. Waarom ik dat in dit geval doe, is
omdat ik het moreel een heel belangrijke zaak vind in de zin van: hoe ga je enerzijds om met bomen,
met gewas. Dat is voor een partij als GroenLinks belangrijk. Ik ga er voor het gemak even van uit dat
dat voor een partij als die van u ook heel belangrijk is. Maar ik vind het óók heel belangrijk hoe je als
individu staat ten opzichte van een land waarin bepaalde afspraken zijn, waar fatsoensregels gelden
maar waar ook wettelijke en juridische regels, enzovoort, enzovoort gelden en waarvan ik vind dat we
ons daar allemaal aan moeten houden. Dat zal niet altijd voor iedereen even makkelijk zijn. Sommigen
van ons zullen misschien eens van het rechte pad afgaan, in politieke discussies gaat het tegenwoor
dig ook heel vaak over veiligheid, maar het gaat ook over andere zaken. Juist een instantie als de
kerk, want die reken ik daar ook toe, is voor mij een instantie die van oudsher dat mede zou moeten
vertegenwoordigen, daarvoor zou moeten staan. Het is niet voor niks dat uw partij het ook heeft over
normen en waarden. Wij noemen dat anders en dat is uw vocabulaire, maar in zekere zin hebben we
het over dezelfde discussie. Dan hebben we het niet per definitie over christelijke normen en waarden,
maar over, zoals ik het dan noem, fatsoen en sociaal gedrag en ik verwacht dat expliciet van de men
sen die het missiehuis bewonen. Op het moment datje in zo'n verwachting teleurgesteld wordt, komt
dat extra hard aan. Waarom ik de humor erbij haal? Dat is een stijlvorm. Ik weet niet of je daarop moet
vallen. Het is niet om het minder serieus te maken, het is om een beeld te schetsen van hoe vreemd
sommige zaken soms zijn en hoe vreemd sommige zaken mij in de oren klinken. Ik ben van nature
wat cynisch ingesteld en daarin word ik gevoed onder andere door dit soort berichtgeving. Dat de heer
Lips heeft gemeend daarvoor de raadzaal te moeten verlaten, is zijn verantwoording en dat vind ik
slechts jammer. Ik zal beloven dat ik de volgende keer wanneer de heer Lips iets zegt al dan niet mij
welgevallig in ieder geval zal blijven zitten.
De VOORZITTER
Ik stel voor om dit punt nu af te ronden. Daarmee is het vragenuur precies in een uur gered en kunnen
wij naar de vaststelling van de notulen van 27 november en 18 december en ik wil ze in één ruk aan
de orde stellen.
V. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE RAAD VAN DE GE
MEENTE BREDA VAN 27 NOVEMBER EN 18 DECEMBER 2003.
De VOORZITTER
Is er een uwer die over een van de pagina's van de notulen het woord wenst?
De heer STUBENITSKY
Dank u, voorzitter. Soms staat er in de notulen ook bij: houdt kaart omhoog of wijst naar. Naar aanlei
ding van bladzijde 535 van de notulen van 18 december het volgende. Ik ken de heer Boer al jaren,
maar ik heb hem nog nooit een boer horen laten. Hij is weieens wat winderig, maar
De VOORZITTER
Nu lokt u ons uit om mee te kijken.