29 JANUARI 2004
53
IX. RONDVRAAG.
De heer LEUNISSE
Voorzitter, dank u. Ons is een brief toegekomen waarin de besluitenlijst van het college is geciteerd
namelijk onder 13-01-2004, nummer 13R022400. Dat zal menigeen hier natuurlijk niet veel zeggen
maar het is toch een heel belangrijke zaak, want het gaat er ons om dat u misschien een mening geeft
of in ieder geval een advies aan de raad om iets niet te doen terwijl wij van mening zijn dat u die me
ning misschien niet kunt geven want dan zou u onderscheid gaan maken met twee dezelfde en toch
een aparte mening geven. Waar ik het over heb, voorzitter,
De VOORZITTER
Ja, we zijn erg benieuwd.
De heer LEUNISSE
het gaat over de boerderij en de jeu de boulesbanen. Ons is nu bekend geworden dat er een senio
renboerderij is en een kinderboerderij. Dat zijn toch twee dingen die heel dichtbij elkaar liggen, want
zonder die kunnen wij natuurlijk niet bestaan. Wat dat betreft hebben wij ook nog even het streekplan
Brabant in Balans nagekeken en inderdaad, daar zie ik weinig beren op de weg, terwijl het besluit van
het college eigenlijk stelt dat het de raad gaat voorstellen om het af te wijzen, terwijl het college wel
toestemming geeft om in de kinderboerderij jeu de boulesbanen uit te voeren of uit te leggen, hoe je
dat ook zegt. Ik vind het in ieder geval toch even nodig om daarop de aandacht te vestigen en ik wil
graag de vraag stellen aan de desbetreffende wethouder: waarom maak u nu onderscheid tussen een
kinderboerderij en een seniorenboerderij terwijl het, volgens ons, toch past in de omstandigheden
zoals die daar zijn? Zou u dat kunnen uitleggen?
De VOORZITTER
Het antwoord komt van wethouder Niederer.
Wethouder NIEDERER
Ik kan echt geen touw vastknopen aan wat u nu
De VOORZITTER
Dat is geen antwoord.
Wethouder NIEDERER
Dat is een opvatting. wat u nu allemaal zegt. Laat ons dit afspreken: het college heeft in alle hel
derheid een standpunt ingenomen. Dat komt naar u toe. Lees dan even al die stukken en laat ons
daar dan in de commissie en in de raad nog eens over spreken. Want dit leidt tot niets.
De heer LEUNISSE
ik wil daar toch nog even op reageren, voorzitter.
De VOORZITTER
Zouden we dat nou maar niet doen. Laten we in de commissie daar nog eens gezellig over praten.
De heer LEUNISSE
Voorzitter, dit vind ik toch geen antwoord. En dat wordt voorgesteld om het uit te stellen
De VOORZITTER
Maar dat antwoord hoeven we nu ook niet te geven.
De heer LEUNISSE
Het is een heel duidelijke zaak, het is een besluit van het college en ik neem aan dat besluiten van het
college toch helder moeten zijn. En als u dat niet aan ons kunt uitleggen, dan is dat vreemd.
De VOORZITTER
Daar is de rondvraag niet voor. Weet u nog hoe het vroeger ging? Als er een rondvraag kwam dan
zeiden we: u krijgt het antwoord schriftelijk toegezonden. Dat kunnen we nu ook doen. Zullen we dat
doen?