19 FEBRUARI 2004
67
De VOORZITTER
Bij mijn weten niet, ik heb het nog nooit meegemaakt. Wij willen alleen horen of u het eens bent met
de notulen of niet. Natuurlijk zou u kunnen zeggen: dat heb ik niet gezegd, en dan kijken we het nog
een keer na, maar het gaat er nu niet om om naar aanleiding van de notulen nog eens de discussies
over te doen, want dat ga je dan krijgen.
De heerLEUNISSE
Neen, voorzitter, het is geen discussie. Het is gewoon een toezegging.
De VOORZITTER
Ja, maar dan komen we op die toezeggingen in de commissie terug. Ja?
De heerLEUNISSE
Akkoord.
De VOORZITTER
Dat is toegezegd. U kunt daarop in de commissie terugkomen. Dat wordt nu genotuleerd, en de vol
gende keer kunt u kijken of dat correct is weergegeven. Er was nog iemand, de heer Kwisthout.
De heer KWISTHOUT
Wel tekstueel. Op pagina 36, helemaal bovenaan in mijn termijn, zou ik gezegd hebben dat bepaalde
culturele instellingen de culturele aardappels vormen. Ik zou dat zelf als een soort van belediging erva
ren. Ik heb uiteraard gezegd: het zout in de culturele aardappels.
De VOORZITTER
Ja, ik denk dat we die correctie moeten aanbrengen. De heer Boer, zonder 't'.
De heer BOER
Wat ik wil zeggen is dat tot onze verbazing op een vraag over Drimmelen er een tekst kwam die ik,
toen ik daar stond, niet gehoord heb. Die staat op bladzijde 41 in het midden. Daar vroeg ik: 'wij vroe
gen ons af of zoiets ook niet in Breda gebeurt.' Ik heb alleen maar verstaan: 'Ja, wij volgen de ontwik
kelingen in Drimmelen ook met grote verbazing', en tot onze nog grotere verbazing, staat hier dan: 'Ja,
dat gebeurt ook in Breda.' Dat hebben wij toen niet gehoord, maar ik heb de band gehoord en het
blijkt toch zo gezegd te zijn. Na uw ja kwam er allerlei hilarisch gelach. Wij vinden het niet om te la
chen. Ik heb daarover nog meer vragen
De VOORZITTER
Dat gaan we nu niet doen.
De heer BOER
maar volgens
De VOORZITTER
Die komen wel een keer.
De heer BOER
Volgens de nieuwe regels moet dat dan blijkbaar in de commissie behandeld worden.
De VOORZITTER
Neen, dat hoeft niet. U hebt de rondvraag straks ook nog.
De heer BOER
Dan moeten we daar erop terugkomen.
De VOORZITTER
Dat lijkt mij wel. Ik ben blij dat u geconstateerd hebt, anders dan uw eerste mening, dat dit zo gezegd
is. En daarmee is het verslag correct. Ik kon er ook niets aan doen dat er daar hilariteit ontstond.
Goed, wij