19 FEBRUARI 2004
72
De heer SCHOENMAKERS
Voorzitter, ik heb mij er niet voor aangemeld, maar ik hoor collega's weer praten over die werkgroep.
Vandaag is er echter een mailtje binnengekomen waarin staat dat die werkgroep niet doorgaat, dat de
fracties zich moeten beraden op datgene wat ze in de APV gewijzigd of aangevuld willen hebben, dat
we dat via de griffie bij het college kunnen wegleggen, en dat het college daarop zal reageren.
De VOORZITTER
Dat is op zich correct.
Mevrouw REMIE-VERWEIJMEREN
Mijn fractie zal tegen deze herziene APV stemmen. De redenen zijn bekend: te algemeen gesteld
samenscholingsverbod, te algemene regels over overnachtingen, en de bestuurlijke ophouding is niet
geschrapt. Wij konden ons vinden in het voorstel van de burgemeester om een werkgroep te formeren
die deze APV eens tegen het licht zou houden, en wij waren dan ook teleurgesteld over de brief van
vanmiddag om schriftelijk, zonder overleg of debat, per fractie de bedenkingen aan het college voor te
leggen. Dat is niet wat de burgemeester in de commissie had voorgesteld. Wij hadden liever gezien
dat er daadwerkelijk een werkgroep werd geformeerd uit commissieleden of raadsleden die echt met
deze APV aan de slag zou gaan. Immers, als je met elkaar erover praat of in debat gaat, eventueel
nog geholpen door politiemensen, dan kun je echt een goede nieuwe APV maken, dus wij vinden het
voorstel van de heer Braat, de voorzitter van de commissie AZ, bijzonder ongelukkig. Wat wij in die
werkgroep vooral aan de orde zouden willen stellen, is de handhaafbaarheid van deze strenge APV.
Luister goed, GroenLinks is niet voor misdadig gedrag of grote overlast voor de inwoners van deze
stad, maar wel tegen strenge regels die niet gehandhaafd kunnen worden. Dank u wel.
De heer KWISTHOUT
Allereerst mijn excuses voor het feit dat ik wat fouten heb gemaakt bij de aanmelding van bespreek-
punten, dus u zult ons niet zien op punten waar wij wel wat willen zeggen en vice versa, maar dat wijst
zich vanzelf wel, denk ik. Inhoudelijk. Met de wijzigingen zoals deze worden voorgesteld, kunnen wij
op zich leven, zeker met de toezegging van de burgemeester in de commissie met betrekking tot de
eerste voorgestelde wijziging die betrekking heeft op de voetbalsupporters, waar de burgemeester
heeft toegezegd om, indien er zich zoiets voordoet, dit altijd achteraf in de commissie toe te lichten.
Echter, wat hier voorligt, is niet een aantal wijzigingsvoorstellen in de APV, maar het opnieuw vast
stellen van de APV. En in die APV staat toch wel een aantal artikelen waarmee wij in het verleden niet
akkoord zijn gegaan. We kunnen daarmee op drie manieren omgaan. We kunnen dat vergeten en er
ineens wel voor zijn. Dat lijkt me niet logisch. We kunnen ze stuk voor stuk op gaan noemen en daar
een voorbehoud voor maken, maar daar zijn het er eigenlijk te veel voor, en dat vind ik eigenlijk ook
niet echt logisch. Dan blijft eigenlijk maar één optie over, en dat is ook tegen deze hernieuwde vast
stelling van de APV te zijn vanwege de net genoemde redenen.
De VOORZITTER
Dank u wel. Heb ik nou iedereen gehad? Ja. Even een paar punten. De woonschepenkwestie. Daar
van vind ik dat die nu niet moet leiden tot wijzigingen in het voorstel, maar dat we die moeten meene
men in datgene wat we hebben afgesproken. In de commissie kwamen toch zeer veel verlangens
naar voren voor dit en voor dat. Elke fractie had wel ongeveer zo zijn eigen APV-toevoeging. Daarom
leek het mij goed om dat in de toekomst met elkaar te bespreken, zodanig dat we die verlangens eerst
allemaal inventariseren. Vandaar dat ik sprak over een werkgroep, met elkaar erover praten. Maar in
welke vorm? Dat mag u als raad zelf weten. Of u daar een werkgroep voor wilt of dat u dat wilt doen
door het inzenden via de fracties van de verlangens, om deze daarna wellicht in de commissie aan de
orde te stellen en er daar met elkaar over te spreken. Maar vergis u niet in de rol van het college op dit
punt, want het college is in zijn voorstellen altijd ook gebonden aan de driehoek, want die moet er
natuurlijk ook een visie op geven. De politie zal het dan voornamelijk hebben over de handhaafbaar
heid van die regels, en het openbaar ministerie moet natuurlijk ook betrokkenheid tonen, want anders
krijg je later bij de handhaving, wanneer men het niet daarmee eens is, toch een houding van het
openbaar ministerie die in ieder geval niet door de raad is bedoeld. Dus het is altijd goed om zeker
van elkaar te weten wat de visie is. Vandaar ook het model van: kom met uw verlangens, we inventa
riseren die, we bespreken die en we leggen ze bij het college neer om ze in de driehoek te bespreken.
We komen dan daarmee terug met de visie van politie en justitie om dan vervolgens te kijken wat zin
vol is en wat draagvlak heeft voor een wijziging van deze APV over een a anderhalf jaar. We hebben
toen ook afgesproken, want er zitten een paar noodzakelijke wijzigingen in, om die nu vast te stellen
met de afspraak die er ligt, en wat mij betreft valt daar dus ook de kwestie Belcrumhaven onder. Wat