19 FEBRUARI 2004
85
besteden. Geld datje ergens anders veel harder nodig hebt. Het is ook dom, voorzitter, om zo om te
gaan met dat deel van ons culturele erfgoed en het is vooral ook dom om nu al verder te gaan, nu al
aan te gaan besteden terwijl de rijksbijdrage nog absoluut niet zeker is. Driewerf dom. Dat zijn genoeg
redenen voor onze fractie om tegen te zijn.
De VOORZITTER
Dank u wel. U kunt toch nog wel lopen? Anders moet ik me zorgen gaan maken. Blaren. Voor de
mensen die niet begrijpen waar het over gaat: de heer Kwisthout is bezig zich voor te bereiden op de
marathon. Dus we gaan nog veel van hem horen. Mevrouw Overboom.
Mevrouw OVERBOOM
De D66-fractie is altijd een warm pleitbezorger geweest voor de komst van het Nationaal Museum
voor Grafische Vormgeving naar Breda, en ook nu zijn wij die mening nog steeds toegedaan. Meerde
re sprekers hebben het al gezegd. Het kan een bijdrage leveren aan de culturele ontwikkeling van
deze stad en de activiteiten. Wat mij betreft komt daar eigenlijk nog een aspect bij. Breda wil zich
steeds meer gaan richten op de ontwikkeling van de creatieve industrie in deze stad. Het TripelO-
terrein, wat laatst bekend geworden is. Wij hebben natuurlijk de academie Sint Joost in deze stad, en
we zijn bezig met het Huis der Kunsten. Dit Nationaal Museum voor Grafische Vormgeving - wat een
mondvol - is eigenlijk een onderdeel van dat totale pakket, wat mij betreft. Ik denk dat de gemeente in
de toekomst ook een rol zou moeten gaan vervullen in de samenhang tussen de verschillende terrei
nen op het culturele vlak, en dat zij die moet gaan ontwikkelen en versterken. In juni 2003 ben ik ak
koord gegaan met het Voorlopig Ontwerp. Op dat moment was er al aangekondigd dat er procedures
gevoerd zouden gaan worden om de vestiging van het museum in De Beyerd mogelijk te maken. En
dat zou weieens een sterke vertraging kunnen opleveren in de realisatie van het museum. Er staat nu
in het voorstel dat de start van de uitvoering in januari 2005 is, en de opening in september/oktober
2006. Maar we kunnen wat procedures verwachten, is mijn vrees, tegen de sloopvergunning, de arti
kel 19-procedure om het mogelijk te maken vanuit planologische achtergrond, en de bouwvergunning.
En verder, dat hebben wij al eerder aan de wethouder gevraagd: wat is de betekenis en wat kunnen
de consequenties zijn van de uitspraak van de Rijksdienst voor Monumentenzorg voor het verdwijnen
van het achterste gedeelte van het gebouw? Dus ik vraag me nog steeds af of het tijdstip van de ope
ning van het museum waarover in dit raadsvoorstel wordt gesproken ook haalbaar is. Dat zou dus een
reden kunnen zijn om uit te zien naar een andere locatie, of, zoals eerder aan de orde geweest is, de
Vlaszak-variant. Er Is in meerderheid besloten om in De Beyerd te blijven, maar ik vrees, gezien alle
procedures die er mogelijk aan zitten te komen, dat het op deze locatie dus gewoon heel erg lastig
wordt. Ik wil de wethouder dan ook vragen om nog een keer aan te geven wat de gevolgen van de
vertraging zouden kunnen zijn voor de subsidie. Ik vraag dat ook mede in relatie met de brief van de
Klankbordgroep Monumenten, waarin deze spreekt over de vestiging van een museum langs de Mark.
In ieder geval zou de subsidie dus later kunnen worden
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Even ter interruptie. U bedoelt de Annakerk?
Mevrouw OVERBOOM
Neen, niet de Annakerk, maar in het Spoorzonegebied. In Via Breda staat, dat geeft de Klankbord
groep ook aan, dat daar een nationaal museum is voorzien. In ieder geval is de subsidie heel belang
rijk voor de exploitatie op termijn. Wij zullen richting de staatssecretaris ervoor blijven pleiten om die
subsidie toch vooral te blijven verstrekken, ondanks de bezuinigingen die er misschien nog aan zitten
te komen. D66-Breda blijft dus belang hechten de komst van het museum. Ik heb verder nog een op
roep aan het college. Bij de exploitatie zoals die nu is voorzien, moeten we 40 duizend bezoekers per
jaar hebben. We hebben natuurlijk liever nog veel meer bezoekers. Het museum moet ook nationaal,
het is tenslotte een nationaal museum, goed worden weggezet en er moet veel bekendheid aan wor
den gegeven in het land. De programmering is daarbij ook van groot belang. Ik wil daarbij even refere
ren aan de expositie Breda Foto in het najaar van 2003. Dat is een heel populaire expositie geweest
en dat heeft heel veel bezoekers opgeleverd. Ik dacht zo'n zes- of zevenduizend extra, dus ik denk
dat straks de programmering ook een heel belangrijk aspect is.
De heer JOOSSE
Mevrouw Boidin en de heer Braat met name hebben al uitgebreid stilgestaan bij de geschiedenis en
de vele positieve effecten die verwacht kunnen worden van het Museum voor Grafische Vormgeving.
Ik zal daar verder niet over uitweiden. Overigens, volgens mij heet het: het Museum voor Grafische