19 FEBRUARI 2004 87 beslagen doen op de beschikbare middelen voor lange jaren - dan is het mijn verantwoordelijkheid om ook u erop te wijzen dat kunst en cultuur geen ondergeschoven verhaal in deze stad kunnen zijn, althans ik neem dat niet namens het college voor mijn rekening. En u zult moeten aantonen dat wij niet in dat evenwicht, sterker: in die accenten van de portefeuille SAW heel nadrukkelijk onze politieke en bestuurlijke verantwoordelijkheid hebben genomen. Was het dan ook niet zo, mevrouw Boidin, dat al vele perioden voor 2002 in de verkiezingen het Museum voor de Grafische Vormgeving op de agenda stond? Niet bij u, maar wel bij de meerderheid van de gemeenteraad. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat twee achtereenvolgende verkiezingen één fractie in ieder geval niet erop is afge rekend als het gaat om de steun van de Bredase bevolking, want we hebben breeduit dat initiatief in deze stad en ook in de dorpen weggezet. Daarom vind ik het consistent als de coalitie en twee andere fracties steun geven aan dit voorstel, overigens met het verhaal dat de wethouder namens het college gebonden is aan de uitspraken die ik daarover gedaan heb. Het is de investeringsbehoefte, het is het investeringsplan, het is het program van eisen, en het is de exploitatiebegroting. Een exploitatiebegro ting in meerjarenperspectief. Datgene wat op dit moment een vraagteken is voor u, is ook een vraag teken voor het college, omdat de wijsheid van de Raad voor de Cultuur in de advisering naar mevrouw Van der Laan een eigen traject is. Het is onheus als daar op in wordt gebroken, omdat de lijn in alle vertrouwen van een minister of een staatssecretaris en haar adviesorganen een integer proces dient te blijven. Ik ga er niet op vooruitlopen, ik ga geen druk uitoefenen, ik vertrouw erop dat de kracht van dit project voldoende is voor de staatssecretaris om in de volgende periode daaraan structurele steun te verlenen. Natuurlijk, en dat is mijn toezegging heel nadrukkelijk in de richting van de heer Snier en de overige leden die het voorstel hebben ondersteund, zal ik alternatieven ontwikkelen om ervoor te zorgen, mocht het zo zijn, ook in de richting van u, mijnheer Joosse, dat we aan een tweede Kunsten planperiode niet die middelen kunnen ontlenen waarop we in de exploitatie hebben gerekend, dat we in de modellen van de exploitatie varianten hebben ingebouwd, zowel in de formatie (de vaste forma tie en de flexibele formatie) als in de materiële zaken als in de activiteiten. Maar dat is dan onze ge zamenlijke verantwoordelijkheid. Die toezegging heb ik niet alleen afgegeven, ik heb ook gezegd dat ik u die verschillende modellen in de exploitatie zal geven en daarover kunnen we dan discussiëren. De heer BOER Mijnheer de voorzitter, even een korte opmerking naar de wethouder toe. Ik heb al talloze van die berekeningen met bandbreedtes, en noem maar op, gezien. En elke keer wordt ervan afgeweken. Wat gebeurt er nou als de investering anderhalf keer duurder uitvalt dan u denkt? Want dan valt de subsidie er even helemaal buiten. Wethouder ADANK Voorzitter, op het moment dat wij in de richting van de raad komen voor een krediet voor de aanbe steding en het bestek, zal er finaal een besluit moeten worden genomen, en dan denk ik dat zowel het college als de coalitie gehouden is aan de afspraken die wij daarover in het verleden hebben ge maakt. De veronderstelling die u doet, anderhalf maal x of twee maal x, is wat ons betreft niet aan de orde. De heer BOER Dat hebben we al zo vaak gezien, en toch werd er dan doorgegaan. Hoe zwaar weegt dan inderdaad dat collegeakkoord? Wethouder ADANK Daarop heeft de coalitie al in uw richting gereageerd, dus dat laat ik voor wat het is. Er zijn een paar opmerkingen gemaakt over de komst van een grafisch museum. Hoe gedifferentieerd er ook over gedacht wordt, hoe onheus erover gedacht wordt, en hoe onheus daarover gecommuniceerd wordt, ook in onze gemeente: dat is jammer, want we slaan onze eigen ruiten in als het gaat om het vergro ten van het draagvlak op provinciaal en landelijk niveau. Dat doet de stad Breda geen goed. Het is van belang om mee te delen dat, als het gaat om Via Breda, heel nadrukkelijk niet alleen gekozen is voor de harde sector in de zin van verkeer en vervoer. Wij zijn onder leiding van wethouder Niederer bezig met een groot project, en dat is niet alleen de dertien hectare spoor maar het ruime terrein daar omheen voor een heel lange periode. Met name zullen in overleg met alle collegeleden, zowel zorg als welzijn als onderwijs als cultuur en economie, en met name die laatste twee, cultuur en economie, een wezenlijk bestanddeel vormen van datgene wat daar ontwikkeld gaat worden. Dat betekent dat in de komende jaren, en dat kan vijf, dat kan tien, dat kan vijftien jaar zijn, er ook absoluut op dat ver keerspunt van mobiliteit sprake zal zijn van al die beleidsterreinen waar onze collega's, onze wethou ders voor staan. Die krijgen hun invulling op die plek. Dat is ook kunst, dat is dus ook cultuur, en dat is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 33