134
25 MAART 2004
Dat is het dan ook. Datgene wat wij nu hebben afgesproken met elkaar, mijn collega in Den Haag en
ondergetekende met de minister, is om in gezamenlijkheid nu eens even de juridische feiten op een rij
te krijgen: wat is nu exact gecontracteerd, met wie, waartoe is men exact nu verplicht en wat is rech
tens afdwingbaar? Hoe zit dat nu? Dat gaan wij doen en daaruit volgt ook dat de minister heeft toege
zegd met ons een vervolgoverleg te willen. Dus de minister geeft zelf aan dat zij ook op dit dossier
echt zelf zit, het zelf ook nadrukkelijk monitort en stuurt en dat doet in goed overleg met beide steden,
omdat wij allemaal een gedeeld belang hebben bij dit dossier. Dat was de uitkomst van dit overleg
vanmiddag met, zoals gezegd, een toekomstig tweede overleg en mogelijk een derde, een vierde, een
vijfde overleg. Wij komen er dus uit, dat is de einduitkomst. Dat gaan we doen, we houden de rug
recht. We hebben een goed dossier, we hebben een goed verhaal en dat gaan wij bepleiten. Als laat
ste punt dat in het overleg is afgesproken, heeft de minister ons gevraagd om ook die gezamenlijke
betrokkenheid te tonen als beide steden, Den Haag en Breda, samen met de minister hierover ook
een gesprek willen voeren met HSA, dus met het Nederlands consortium wat betreft de exploitatie van
de treinen HSL-zuid. Dat doen we uiteraard graag. Praten moet je altijd, niet over elkaar, maar met
elkaar. En zo gaan wij, voorzitter, en ik zou de raad willen vragen om dat ook met het college te delen,
de weg van de, ik noem het maar, stille diplomatie, dat we nu verstandig en intensief met elkaar blij
ven spreken en dat ik te zijner tijd als er oplossingsrichtingen zijn die als vanzelfsprekend aan u meld.
Maar voor nu is het hard en actief aan het werk blijven om dit zo snel mogelijk op te lossen. Wij willen
het wel zo snel mogelijk oplossen, want dat is in ieders belang en ook in het belang van stad en om
streken, het NSP-Breda en Via Breda. U weet dat er een architectenselectie uit is en dat we een
voorlopig ontwerp gaan maken. Alles blijft zoals het was inclusief de shuttledienstregeling van Rotter
dam naar hier en terug en van hier naar Antwerpen/Brussel en terug met de kwalitatieve trein zoals
die bedoeld is. Dat gaat onverkort door, ook met de instemming van de minister die exact dezelfde
grondhouding heeft. Zoals gezegd, 7 april is er overleg met de Tweede Kamer. Ik maak er geen ge
heim van, dat weet de minister ook, dat de Tweede Kamer eerst de woordvoerders informeert. Dat
was niet zo moeilijk, want zij hadden die brief van de minister van vrijdag jongstleden zelf ontvangen.
Daar zal dan nader over worden gesproken en de inzet van dit college is, zoals gezegd, dat dit vuiltje
gewoon wordt weggewerkt. Maar ik verzeker u dat er elke week vuiltjes zijn, ze komen niet zo promi
nent naar buiten, maar die worden ook opgelost, want een dossier is één en de moeilijkheden met
zo'n majeur dossier, met zoveel partners, met zoveel belangen is twee. Dat hoort er allemaal bij. Maar
laat ons vooral vertrouwen houden in onszelf en in dit prachtige project voor deze stad.
De VOORZITTER
Dank u wel. Zijn er nog nadere vragen? De heer Meeusen.
De heer MEEUSEN
Voorzitter, ik heb geen antwoord gehad op mijn vraag met betrekking tot eventuele studies naar de
rentabiliteit van de shuttleverbindingen. Als ik de wethouder hoor spreken over wat er allemaal moet
worden gedaan om die shuttles toch nog gerealiseerd te krijgen, dan krijg ik de stellige indruk dat dat
geen rendabele verbinding zal zijn. Want als die rendabel is, dan zijn daarvoor toch snel genoeg
marktpartijen te vinden. Mijn laatste vraag nog steeds: in hoeverre is het een peperduur speeltje voor
de happy few wat middels een subsidie-infuus en misschien ook wat juridisch gedwongen procedures
in stand moet worden gehouden?
De VOORZITTER
Hebben anderen nog nadere vragen? De heer Taks.
De heer TAKS
Na de duidelijke uiteenzetting van de wethouder heb ik eigenlijk alleen maar een retorische vraag,
voorzitter. Mogen wij erop rekenen dat het college, de portefeuillehouder voorop, zich tot het uiterste
blijft inspannen zonder emotie maar wel onverminderd vasthoudend dat de shuttle naar Breda komt?
De VOORZITTER
Is dat een retorische vraag?
De heer TAKS
Ja, gezien de vasthoudendheid van het college is het een retorische vraag. Die kan ook gesteld wor
den.