158 25 MAART 2004 De heer DUBBELMAN De heer Akinci doelt op een heel constructieve discussie die we in de commissie hebben gehad. We hebben toen elkaar eerlijk vragen gesteld. Ik heb toen ook gemeld dat de heer Lips om de schijn, zo als de heer Akinci zegt, van de belangenverstrengeling te voorkomen toen niet in die commissie zou zijn. Ik heb daarbij geen expliciet standpunt ingenomen met betrekking tot de stemming in de raad. Ik heb mij wel met de heer Lips nog verstaan en de heer Lips heeft mij volstrekt duidelijk gemaakt dat zijn positie in dezen volstrekt blanco is vanuit een opdracht in het verleden die volledig is afgerond. Dus de heer Lips kan De heer AKINCI Maar de vraag is, is dat een jaar geleden, ja of nee? De heer DUBBELMAN naar eer en geweten thans meedoen aan de stemming en ook de heer Akinci wordt zijn verleden niet nagedragen. De heer BOER Dat is nog geen jaar geleden, voorzitter. De VOORZITTER Ik stel voor dat met betrekking tot de betrokkenheid van de raadsleden bij dit punt elk raadslid respec tievelijk de fractie daarover zelf een afweging maakt. Mocht later blijken dat op dat punt de besluitvor ming onreglementair is geweest, dan zullen we daar de consequenties van trekken. Dat betekent dan dat die stem niet kan worden meegewogen en het besluit eventueel ter vernietiging kan worden voor gedragen, respectievelijk zelfs nietig is. De heer BOER Mijnheer de voorzitter, ik denk niet dat dat correct is. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat bepaalde mensen binnen een jaar betrokken zijn geweest bij de BRTS De VOORZITTER Staat in de Gemeentewet dat men hier niet mag meestemmen? De heer Taks. De heer AKINCI Maar voorzitter, waarvoor hebben wij dan de gedragscode vastgesteld? De heer DUBBELMAN Willen we de staatsrechtgeleerde aan het woord laten, zijne eminentie, de heer Taks? De VOORZITTER Eminentie. De heer TAKS Ik weet niet of de heer Dubbelman daarmee de juiste opmerking maakt, maar dank voor de hoffelijk heid waarmee hij deze woorden heeft uitgesproken. Het is niet de eerste keer dat hij dat zo gezegd heeft. Ik geef alleen het standpunt van de VVD-fractie weer en daaraan mag u niet meer waarde toe kennen dan het als zodanig heeft. De VVD-fractie kent geen leden in haar midden, voorzitter, die een bijzondere band hebben of betrokken zijn bij de BRTS of de BOS. De VVD-fractie laat in dit soort kwesties dat er een situatie zou kunnen bestaan van belangenverstrengeling haar leden altijd vrij om naar eigen eer en geweten te handelen. Daarover hebben wij geen fractiestandpunten. Naar mijn vaste overtuiging is de vraag die wordt gesteld niet in het geding. Ik heb zojuist gehoord waarom dat zo zou zijn, maar die termijn van een jaar die wordt opgeworpen, ken ik helemaal niet. De gedragsco de noemt ergens een termijn van een jaar, maar in een heel ander verband en ik zou iedereen die zich op de gedragscode beroept, willen adviseren de gedragscode te lezen. Een al te scrupuleuze toepassing van die gedragscode heeft tot gevolg dat leden van de gemeenteraad in de plaatselijke samenleving niet meer kunnen functioneren. En zo is dat niet bedoeld, mijnheer de voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 37