161
25 MAART 2004
problemen zijn in interpretatie. De fractievoorzitters nemen dan een besluit. De raad moet dus wel
weten, dat wil ik er wel bij aantekenen, dat de fractievoorzitters die bevoegdheid thans vanavond krij
gen bij het aannemen van de verordening.
De VOORZITTER
Goed, de heer Boer gaat voort.
De heer BOER
Dank u, mijnheer de voorzitter. Het is wel belangrijk. We hebben meerdere malen in het fractievoor-
zittersoverleg over deze fractievergoeding gesproken. Dat is precies en goed neergelegd in de veror
dening die voor ons ligt. Ten opzichte van de heer Dubbelman verschillen wij echter van mening, dat
de toelichting zaken vernauwt daar waar dat in de verordening niet zo is. Eigenlijk vinden wij de toe
lichting volledig overbodig. We zouden dan tegen het hele voorstel moeten zijn, maar dat is niet de
bedoeling. De toelichting is, wat ons betreft, veel verregaander dan de verordening. Daarom willen wij
vóór de verordening stemmen maar tégen de toelichting. Ik weet niet of dat gaat, maar dat hoor ik dan
zo meteen.
De VOORZITTER
Dat kan, dat kunt u. Het heeft niet zoveel effect, denk ik, maar het kan.
De heer BOER
Maar u moet daar niet spottend over doen, want dat is uitermate vervelend. De fractievoorzitters heb
ben herhaaldelijk gezegd dat het blijft zoals het is en dat is verwoord in de verordening. De toelichting
is volstrekt overbodig wat dat betreft. Eigenlijk komt het op het volgende neer. Er is al een keer een
voorstel geweest dat afgewezen is. Wat nu in de toelichting staat, stond toen in die verordening. Dat is
er toen uitgehaald, dus deze verordening geeft precies weer wat in het fractievoorzittersoverleg is
vastgelegd. Maar nu komt het in de toelichting weer tevoorschijn en dan vraag ik me af wat de mening
van het fractievoorzittersoverleg waard is.
De VOORZITTER
Ik kom daarop terug. Even kijken, wie hadden we nog? De heer Kwisthout en daarna mevrouw Over-
boom.
De heer KWISTHOUT
Een korte opmerking. We willen alleen een voorbehoud maken waar het betreft de verhoging van de
vergoeding. Verder zijn we akkoord.
Mevrouw OVERBOOM
Voorzitter, ik heb een tweetal fundamentele bezwaren tegen deze verordening. Ik heb al een paar
keer gepleit voor een ander systeem. Nu is er een vaste vergoeding per raadslid en ik heb gepleit voor
een systeem: vast bedrag per fractie in combinatie met de vergoeding voor het raadslid. Dat is inge
geven door de idee dat voor elke fractie hetzelfde werk voortkomt uit het raadswerk, uit de commissie,
uit de raad, uit de wijkbezoeken en de volksvertegenwoordigende rol. We hebben allemaal dezelfde
brieven, dezelfde telefoontjes en dezelfde stukken te lezen en te beoordelen. Het stond oorspronkelijk
ook in de modelverordening van de VNG. Ik heb nog een keer in het fractievoorzittersoverleg een
eigen inventarisatie voorgelegd van de gemeenten welk systeem daar wordt gehanteerd, en het blijkt
dat van de ruim 35 gemeenten die hebben gereageerd Breda een van de weinige is die dit systeem
dat nu wordt voorgesteld, hanteert. En dat is mijn grote bezwaar tegen deze verordening. Maar ik heb
nog een tweede bezwaar. Ik begrijp niet waarom de verantwoording waaraan die gelden worden be
steed, dus het openbaar maken daarvan niet in de verordening is opgenomen. Ik vind dat wij als
raadsfracties controleerbaar moeten zijn waar wij die gelden, die gemeenschapsmiddelen aan uitge
ven. Ik begrijp niet wat voor de andere fracties de reden is om die controle vanuit bijvoorbeeld de kie
zers niet mogelijk te maken. Ik denk dat dat voor de beeldvorming van raadsleden en raadsfracties
niet goed is, en om die twee redenen stem ik tegen deze verordening.
De VOORZITTER
Dank u wel. De heer Scheltens.