28 APRIL 2004 177 maand later, wordt er een ambtelijk voorstel geschreven om een voorbereidingsbesluit te nemen voor dat gebied om de economische activiteiten die de ondernemer daar wil plegen onmogelijk te maken. Daarvan gaan bij ons echt alle haren overeind staan, want wij willen niet nog een keer een affaire- Heijmans hebben. Tussen één punt kun je geen lijn trekken, maar tussen twee punten wel. Wij willen niet denken dat dat de nieuwe manier wordt voor Breda om goedkoop aan gronden te komen. Door eerst de ondernemer toe te zeggen dat hij daar voor een activiteit gronden mag kopen en daarna de activiteit te verbieden zodanig dat de gronden niet meer acceptabel en niet meer te gebruiken zijn, waardoor de ondernemer zwaar in het schip komt te zitten. Dat vinden wij dus niet acceptabel en wij hopen ook echt niet dat dat hier zo de bedoeling is geweest. Maar ik vind wel, als de gemeente na derhand second thoughts heeft ten opzichte van wat ambtenaren eerder besproken hebben, dat ze fair moet zijn en er een redelijke afkoopprijs tegenover moet stellen om de ondernemer schadeloos te stellen. Ik denk ook dat we dat aan onszelf verplicht zijn als we nog redelijk willen overkomen bij ande re ondernemingen die hier in Breda gronden gaan aankopen. Het gaat niet over niks, het gaat om 7 miljoen euro, met de opbouw mee, dus dat is gewoon een heleboel geld. Wij vinden het dan niet ac ceptabel dat er een voorbereidingsbesluit wordt genomen met dit soort gevolgen. Het staat als zoda nig niet in de groene onderlegger maar wel in de stukken dat de commissie voor bezwaar- en beroep schriften de bezwaren van de ondernemer wel degelijk gegrond heeft verklaard. Aan de andere kant achtte ze de argumenten van de gemeente dusdanig redelijk dat ze heeft gezegd: oké, we kunnen ons voorstellen dat je dat soort activiteiten daar niet wilt hebben. Maar daarmee wordt de deur open gezet voor civiele procedures die ons heel veel geld kunnen gaan kosten en ons ook erg veel schade gaan berokkenen. Ik hoop dat we hierover dus meer een gentlemen's agreement willen betrachten. Ik heb geen enkele binding met de firma, laat dat heel erg duidelijk zijn, maar ik wil niet dat Breda straks bekend staat als een gemeente die via goedkope trucs goedkoop aan grond komt om daarmee op een gegeven moment activiteiten te plegen. De VOORZITTER Wat is nou uw voorstel? Om het bezwaarschrift te De heer BOER Neen, wij hebben De VOORZITTER Om het voorbereidingsbesluit niet te handhaven? De heer BOER De rechter heeft het op een gegeven moment gegrond verklaard en heeft gezegd: oké, aan de andere kant kunnen wij leven met het voorbereidingsbesluit. Wij willen daaraan ook niets afdoen. Ik denk dat het ook een redelijk oordeel is van de rechter, De VOORZITTER Neen, maar wat vindt u De heer BOER maar we moeten redelijk omgaan met de eigenaar en die grond voor een redelijke prijs kopen om dan zo snel mogelijk van de problemen af te zijn. De VOORZITTER Maar u bent het niet eens met dit voorstel? De heer BOER Niet. De VOORZITTER Niet. Dat wilde ik weten. Mevrouw Overboom. Mevrouw OVERBOOM Voorzitter, ten aanzien van het voorbereidingsbesluit wilde ik nog zeggen dat ik denk dat er in de stukken een redelijk argument staat waarom we daar een voorbereidingsbesluit hebben genomen, namelijk dat we daar geen bedrijven van de zwaarste milieucategorie meer zouden willen hebben. Het is wel een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Daar geef ik de heer Boer gelijk in. Maar dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 58