28 APRIL 2004 178 soort situaties kan zich natuurlijk altijd voordoen een maand of anderhalve maand later. Dat gebeurt nou eenmaal in dit soort procedures De heer BOER Toch geen maand later, mevrouw Overboom? Mevrouw OVERBOOM Ik denk wel, dat is in de commissie ook aangegeven en door het CDA gevraagd, dat er een gesprek moet plaatsvinden tussen de wethouder en het bedrijf. Dat heeft hij toegezegd, hebben we De heer AUGENBROE Ik heb van de ondernemer vernomen dat dat in de agenda staat, dus dat is helemaal rond, hè wet houder? Mevrouw OVERBOOM Ja, en ik denk dat het daarom ook zaak is dat er op niet al te lange termijn begonnen wordt, of mis schien is dat al begonnen, met het nieuwe bestemmingsplan, zodat ook duidelijk gaat worden welke categorie bedrijven daar mogelijk is. Vandaar dat ik me kan vinden in het voorstel. Het is dus, denk ik, belangrijk om snel aan het bestemmingsplan te beginnen. De VOORZITTER Dank u wel. De wethouder. Wethouder NIEDERER Voorzitter, dank u wel. Ik heb afgelopen maandag een gesprek gehad met de heer Beelen. De heer Beelen is ondernemer genoeg om mij heel goed te verstaan en te weten dat hij al zijn activiteiten bij de gemeente kan indienen wanneer hij voldoet aan regelgeving, waarbij het grootste struikelblok de milieuregelgeving is - onvoldoende hinder, onvoldoende stof - dus dat zijn activiteiten ten minste moeten passen in een overdekte setting. De heer Beelen bekijkt dat voor eigen rekening en risico en dient zijn aanvraag in bij het gemeentebestuur. Dat gemeentebestuur zal die aanvraag behandelen zoals iedere andere aanvraag van ondernemers die hier een economische activiteit willen starten. Wanneer de heer Boer ook maar de suggestie opwekt dat de gemeente Breda bezig zou zijn met goedkope trucs, werp ik dit verre van mij. En als u De heer BOER Neen, ik heb dat juistEven voor de duidelijkheid, ik heb juist Wethouder NIEDERER Ik citeer u: De heer BOER gezegd dat ik dat niet wil, dat ik dat dus niet wil denken. Wethouder NIEDERER U heeft gezegd: goedkope trucs. En als u als hoogste orgaan van deze stad, als lid van de gemeente raad, dat imago levend wilt houden, dan verwijs ik dat naar Niet dit college. De heer BOER Dan heeft u niet goed geluisterd. Wethouder NIEDERER Ik heb heel goed geluisterd. De heer BOER Ik heb juist gezegd: ik wil dat niet geloven. Wethouder NIEDERER Precies. Houden zo, en dus ook niet in de openbaarheid uitspreken dan wel suggereren. Dat is slecht voor de stad. Niet doen. Dank u wel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 59