27 MEI 2004
192
De heer BOER
Jawel, juist wel.
De heer LEUNISSE
Voorzitter, ik vind het toch wel leuk dat zeker de senior van de raad denkt, want het is toch gericht aan
de raad, daaraan wat aandacht te moeten besteden. Ik daag de heer Taks uit om daar iets van te
zeggen.
De heer TAKS
Maar er is hier wel een reglement vastgesteld, mijnheer Leunisse.
De VOORZITTER
U kunt hooguit zeggen, want er staat boven ter adviesneming of informatie, dat u het daar niet mee
eens bent. En dan maakt u een punt van orde.
De heer BOER
Naar aanleiding van zo'n punt kan er toch een punt van orde worden ingediend?
De heer TAKS
Maar als de heer Leunisse
De VOORZITTER
Dan kunt u er een punt van orde van maken.
De heer TAKS
Ja.
De VOORZITTER
Namelijk, u kunt bijvoorbeeld voorstellen om het nu op de agenda te zetten.
De heer TAKS
En daar stemt de WD-fractie heel graag tegen.
De VOORZITTER
Maar we hebben de agenda al vastgesteld, dus dat lijkt me wat lastig.
De heer LEUNISSE
Voorzitter, ik denk dat we de discussie kunnen sluiten. Ik kom er bij punt 2 op terug.
De VOORZITTER
Goed, bij punt 2. Ik zie dat tegemoet, met vertrouwen. Nog iemand over de ingekomen stukken?
Niemand. Dan is dit punt overeenkomstig vastgesteld. Mag ik aannemen dat ook de fractie Leefbaar-
Breda/Parel van het Zuiden niet tegen dit agendapunt was?
De heer BOER
Wij zijn niet tegen de ingekomen stukken.
De VOORZITTER
Niet tegen. Wat een meevaller.
Akkoord met de stukken onder A, C en E.
VII. ARTIKEL 41-VRAGEN REGLEMENT VAN ORDE.
leder raadslid kan schriftelijke vragen stellen aan het college of aan de burgemeester. Daarbij kan het
raadslid verzoeken om mondelinge beantwoording in de raad. De desbetreffende portefeuillehouder
krijgt dan hier gelegenheid te antwoorden. Ook kan een raadslid dat vragen heeft gesteld hier nadere
inlichtingen verlangen op een door het college of door de burgemeester schriftelijk of mondeling gege
ven antwoord.