27 MEI 2004
197
De VOORZITTER
Wij ook. Ik denk dat hiermee als het ware de vriendelijke mens Leunisse wordt getoond en dat harmo
nie en vriendelijkheid passen bij de heer Leunisse, zo kennen we hem. Dank u wel.
De heer BOER
Mijnheer de voorzitter, wij zijn wel tegen dit voorbereidingsbesluit, in alle harmonie.
De VOORZITTER
Dan gaan we dat weer opschrijven. De anderen zijn voor, zodat dit voorstel is aangenomen.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie Leefbaar-Breda/Parel van het Zuiden geacht wenst te
worden te hebben tegengestemd.
3. KREDIETVOTERING PLANKOSTEN ZVK 2000-2004.
De plankosten voor het Zuidelijk Vervoerknooppunt zijn tot op heden voorgefinancierd uit het Grond
bedrijf. Nu de zogeheten Toetsbrief van het Rijk ontvangen is, wordt een verdelingsvoorstel voor de
plankosten 2000-2004 gedaan.
De heer SCHOENMAKERS
Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Om er geen misverstand over te laten bestaan, natuurlijk is mijn
fractie voorstander van alle ontwikkelingen die zich rond het Zuidelijk Vervoersknooppunt afspelen. De
enige reden waarom ik namens mijn fractie heb gevraagd om daar toch iets over te zeggen, is dat wij
vinden dat de systematiek van het dekkingsplan, die op dit ogenblik aan ons wordt voorgelegd, naar
de mening van onze fractie niet overeenstemt met datgene wat we kunnen verstaan onder een trans
parant financieel beheer. Er wordt voorgesteld om ten behoeve van de plankosten ZVK een bedrag
van 600.000,- euro te voteren uit het Meerjareninvesteringsplan overige infrastructuur. Voor de des
kundigen: dat is de post C 2.3.12, die oorspronkelijk bedoeld was voor de ontsluiting Steenakker. Het
is een overschot op die post. Als we praten over transparant beheer, dan had dat overschot naar de
algemene middelen gemoeten, omdat vanuit de algemene middelen de raad een integrale afweging
kan maken waarvoor dat bedrag moet worden ingezet. Hetzelfde geldt ongeveer voor het gebruik van
de ontvangen subsidie als vervangende dekking uit het Meerjareninvesteringsplan A 2.2.6: Maatrege
len Westflank, Haven en Prinsenkade. Het geld dat vrijvalt, wordt ook aangewend om aan de dekking
bij te dragen, en ook dit vrijvallende bedrag zou, naar onze mening, aan de algemene middelen moe
ten worden toegevoegd. De raad wordt eigenlijk op deze manier met de rug tegen de muur gezet en
kan geen integrale afwegingen maken. Dit bevordert niet de transparantie van het financiële beheer.
Mijnheer de voorzitter, ik had natuurlijk een amendement kunnen indienen om deze twee bedragen
aan de algemene middelen toe te voegen en het college te vragen volgende keer met een dekkings
plan te komen. Ik neem aan dat de raad mijn zienswijze zal delen en dat we dan volgende keer deze
bedragen misschien als één bedrag zouden terugzien in het dekkingsplan. Ik wil het niet doen. De
enige reden waarom ik dit nu aankaart, is ook omdat ik dit als voorbeeld wil gebruiken voor de manier
waarop wij moeten proberen het financiële beheer transparanter te maken. Daarom zal mijn fractie
tijdens de behandeling van de Kadernota met een voorstel komen dat gericht is aan de raad, wat dat
betreft bevind ik me in goed gezelschap van de heer Leunisse, om een fundamentele discussie te
voeren in de commissie MSO over dit fenomeen. Ik kom daar direct bij de behandeling van het Jaar
verslag 2003 in een ander verband nog even op terug. Voorzitter, dank u wel.
De VOORZITTER
Dank u wel. Niemand? De wethouder.
Wethouder NIEDERER
Voorzitter, dank u wel. Ook dank voor de vragen van de heer Schoenmakers. Uw collega, de heer Van
Yperen, had die opmerking ook al in commissieverband gemaakt, maar die is, als u het heeft over
financiële transparantie, toch niet aan de orde. Laat mij beginnen met de zes ton Steenakker. U sug
gereert dat dat een overschot is, waarmee het college is gaan schuiven. Dat is niet het geval, want er
is hier geen sprake van een overschot. Er was destijds in Steenakker sprake van een voornemen zes
ton euro te besteden aan een infrastructurele ontsluiting, gesteld dat de evenementenhal daar zou
worden gerealiseerd. De votering van dat krediet is echter nooit in een raadsvoorstel aan u voorge
legd. Het is een boekhoudkundige vraag met ook een boekhoudkundig antwoord. Het is dus niet zo
dat er sprake is van een overschot dat wij anders bestemmen, gehoord de beslissing, gelezen de