27 MEI 2004 202 en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer AKINCI Bij interruptie, voorzitter. Ik weet niet hoe de stemming van dit amendement straks gaat verlopen, maar om te voorkomen dat we straks een onwerkbare reïntegratieverordening hebben, neem ik aan dat u bedoelt lid 2. De heer MARCIC Het is ook lid 2. De VOORZITTER Dat staat er ook. De heer AKINCI U heeft het in uw amendement over het eerste lid. De heer MARCIC Neen, artikel 13, tweede lid. Ik weet niet welke kopie is uitgedeeld. De heer AKINCI Excuses, ik trek het even in. De heer MARCIC Dat was het. Ik wil gewoon van jullie een 'ja' op dit amendement. De VOORZITTER Dank u wel. Ik denk dat het verstandig is om nu alle fracties verder aan het woord te laten, waarbij u, als u dat wenst, kunt reageren op het amendement van de heer Marcic. Mevrouw Van Maanen. Mevrouw VAN MAANEN Dank u wel, voorzitter, ledereen met een uitkering moet gestimuleerd worden om deel te nemen aan het arbeidsproces. Net als voor de meeste anderen, is ook ons uitgangspunt dat mensen uitstromen naar een reguliere baan en geen aanspraak meer hoeven te maken op onze voorzieningen. Als dit er niet, of beter gezegd nog niet in zit, zijn er verschillende mogelijkheden: Work First, reïntegratieprojec- ten, opstapbanen, vangnetbanen, scholing enzovoort, enzovoort. Toch zit, volgens dit voorstel, meer dan de helft van de mensen met een bijstandsuitkering straks gewoon nog thuis. En daarom vragen wij de wethouder een nieuw instrument te ontwikkelen, bij voorkeur in samenwerking met andere par tijen zoals het onderwijs of het bedrijfsleven. Wij juichen een experiment waarin flexibel met het inko- mensdeel wordt omgegaan toe. Doel van dit alles moet zijn: meer mensen de kans geven om zich te ontwikkelen om uiteindelijk uit die uitkeringssituatie te komen. Sommigen noemen de Wet werk en bijstand wel: de wet water en brood. De VVD geeft de voorkeur aan: de wet weer aan de bak. De mid delen uit het werkdeel moeten wel worden gebruikt om mensen te reïntegreren en niet als een verkap te subsidie voor de werkgevers. Verschillende schoolbesturen geven bijvoorbeeld aan door verlaging van de subsidie onvoldoende middelen tot hun beschikking te hebben om bepaalde werkzaamheden uit te voeren en dat hierdoor de kwaliteit van het onderwijs onder druk komt te staan. Het Ministerie van Onderwijs is verantwoordelijk voor de kwaliteit van dat onderwijs en daar moet ook gekeken wor den welke middelen een school nodig heeft om kwalitatief goed onderwijs te kunnen bieden. De be zorgdheid voor de kwaliteit van het onderwijs deelt de VVD-fractie wel met meerdere andere partijen. Daarom zullen wij contact onderhouden met de Kamerfractie van de VVD en zo een goede controle op de rijksoverheid stimuleren. Tevens heeft de PvdA een motie voorgesteld. Die zullen wij ook on derschrijven en die zal de PvdA straks indienen. Subsidie voor sommige organisaties die voor de fi nanciering van hun activiteiten afhankelijk zijn van de gemeente kan wenselijk zijn. Deze dient in dat geval ten laste te komen van het begrotingsprogramma waaronder de bedoelde activiteiten vallen en kan dan worden toegekend in competitie met andere activiteiten. Dit laatste is geheel in lijn met de kaderstellende notitie van de commissie. Daarom onderschrijven wij het amendement van het CDA. Participatie en financiële onafhankelijkheid, dat is de missie van de uitkeringsgerechtigden en dus ook van deze verordeningen. Om de effectiviteit van het beleid te kunnen beoordelen, vragen wij aan de wethouder ons over een jaar, of iets meer of iets minder, te informeren over het volgende: het aantal klanten dat uitgestroomd is naar regulier werk, uitgesplitst naar type arbeidscontracten; het percenta ge bijstandsgerechtigden dat op enigerlei wijze participeert in het arbeidsproces; het aantal klanten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 21