27 MEI 2004 207 wij deze Wet werk en bijstand bestuderen. Er moeten mensen aan het werk gezet worden, er moeten projecten gecreëerd worden, reïntegratiebedrijven hebben de opdracht om mensen met een handicap aan het werk zien te krijgen en zo kan ik nog een aantal voorbeelden noemen. Een aantal jaren gele den behoorde ik ook tot deze doelgroep. Op eigen kracht, op eigen gelegenheid ondanks mijn fysieke beperkingen ben ik eruit gekrabbeld. Ik heb een baan gezocht en gevonden en weet dus hoe belang rijk het is om deel uit te maken van het arbeidsproces. Daarom heb ik als raadslid van de fractie Leef- baar-Breda mij ook beperkt tot een heel kleine kerngroep die met deze Wet werk en bijstand te maken krijgt, omdat deze groep mensen mij bijzonder aanspreekt. Van onschatbare waarde zijn de mensen die werken vanuit een ID-baan als stadwacht, als conciërge, als klassenassistent. De stadswacht is een veel en graag gezien persoon in de binnenstad van Breda. Zij worden wel de ambassadeurs van onze stad genoemd. Zij sturen, zij corrigeren, zijn oplettend, zijn een vraagbaak en zorgen voor een verhoogd veiligheidsgevoel voor de mensen die in de stad vertoeven. Wie gaat straks hun taken over nemen? Komt er dan ander blauw op straat? Wie gaat dat betalen? Het komt op mij over als het wel bekende vestzak-broekzakverhaal. Dan de ID'ers binnen het onderwijs. De jeugd heeft toekomst. Als dat voor ons allemaal zou gelden, waren we gauw klaar met dit onderwerp. Wanneer je een huis gaat bouwen, moetje zorgen voor een stevige, solide basis. Wanneer je wilt zorgen voor een goede oplei ding, moetje zorgen voor goede mogelijkheden. Als bestuurders van de stad Breda mogen wij onze kaders stellen. We hebben allerlei projecten opgezet. Te denken valt aan de Brede School, vroegtijdi ge schoolverlaters, vroegtijdige jeugdwerkloosheid. We hechten er veel waarde aan dat de jeugd haar school afmaakt en zorgt voor een diploma. Daar hebben we veel geld voor over. Nu zijn er mensen, die binnen de scholen actief zijn en ondersteuning verlenen aan schoolse activiteiten. Werk, dat an ders door de leerkrachten zelf gedaan zou moeten worden, maar daar hebben ze geen tijd voor. Acti viteiten, die gedaan worden in het belang van de kinderen. De ID'ers zijn het vangnet voor de kinde ren die daar behoefte aan hebben. Kinderen die anders tussen wal en schil dreigen te vallen en die het nu met meer individuele begeleiding toch kunnen redden. Kinderen, die niet meer zo snel ge plaatst kunnen worden op scholen waar wel meer tijd voor hen is, want ook deze scholen hebben een plaatsings- en geldprobleem. Deze kinderen redden het op hun eigen buurtschool door de inzetbaar heid van de ID'ers. Het afbouwen van de subsidie gaat tot 1 januari 2007. Via de vangnetbaan kan men nog vierentwintig maanden blijven werken en met nog eens de mogelijkheid van twaalf maanden extra, blijven ze aan het werk tot 1 januari 2010 en dan is de werkgever verplicht om een reguliere baan aan te bieden. Dat staat beschreven in de Flexwet. Er moet dus geld beschikbaar worden ge steld voor deze mensen. Deze groep mensen, die wil werken en met veel plezier haar werk wil blijven uitvoeren. Deze mensen hebben een baan en de werkgever is verplicht hun een baan aan te bieden, anders moet de subsidie worden terugbetaald. Deze strenge naleving van de wet zou ook eens ge controleerd moeten worden. In de praktijk blijkt dat er voor de werkgevers te veel vrijheid en blijheid is om niet een reguliere baan aan te bieden. Misschien heeft dit ook wel te maken met het feit dat de scholen aangeven dat zij niet over voldoende middelen beschikken. Kortom, het is een geldkwestie. De werkgever heeft misbruik gemaakt van de situatie, ook de gemeente. De werkgever heeft verzuimd een reguliere baan aan te bieden, maar heeft wel gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de subsi dies te verwerven. En nu het erop aankomt de ID-baan om te zetten in een reguliere baan, geven zij niet thuis. In mijn vorige werkkring heb ik vanaf de zijlijn meegemaakt dat collega's na twee jaar ont slagen werden. Ze kregen wel de boodschap mee: kom over drie maanden maar weer eens terug, want dan kan je weer terug op je oude plek komen. Als gemeenteraad moeten we dus een duidelijk signaal geven: er moet een strenge controle komen op het naleven van de uitvoering van deze wet. Voor de fractie Leefbaar-Breda is de keuze niet zo erg moeilijk, laten we in de raad maar eens om ons heen kijken en niet met de kaasschaaf gaan werken, zoals wethouder Oomen dat laatst noemde. Wij durven uit te spreken dat misschien het Grafisch Museum nog maar een aantal jaren moet wachten, wachten tot er misschien betere tijden komen, want wij geloven namelijk in de toekomst van de kinde ren en dagen de andere fracties uit om ook tot deze conclusie te komen. De VOORZITTER Dank u wel. De heer Schoenmakers De heer SCHOENMAKERS Mijnheer de voorzitter, ik ben een beetje stil na het verhaal van collega Bos als ervaringsdeskundige. De manier waarop zij dat heeft gebracht, verdient in ieder geval ons aller respect. Ook Breda '97 is niet gelukkig met de Wet werk en bijstand, zonder die nou te noemen de wet water en brood, want dat is zo'n negatieve benadering. Als raad en als commissie SAW hebben wij toch getracht een goed beeld te krijgen van wat er van ons werd verwacht in het belang van allen die een beroep op deze wet moeten doen. Maatwerk dus. De commissie heeft bijvoorbeeld een aantal kaderstellende uitspraken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 26