27 MEI 2004
214
De heer MARCIC
Ik ben het in dit geval dan met de wethouder eens, die zegt: dit voorstel moet er door, we moeten aan
de slag. We kunnen nog wel een halljaar discussiëren hierover, maar dan kan ze die trajecten niet in.
Dus in die zin
De heer AKINCI
Ik heb het niet zozeer over de reïntegratieverordening. Ik heb het over uw amendement.
De heer MARCIC
Je kunt moeilijk nu instemmen met deze verordening en het amendement over een halfjaar bespre
ken.
De heer AKINCI
Als je dat met z'n allen vindt, kan dat op dat moment, volgens mij, best op dit punt, dus op het subsi-
diepunt. Of, wat u ook kunt doen, maar dat is dan weer heel procedureel, je kunt nu een subsidievoor-
stelmotie indienen.
De heer MARCIC
Moet ik die dan nu even uit mijn mouw schudden? Dat kan toch niet.
De VOORZITTER
Goed, we gaan verder.
Mevrouw VAN MAANEN
Nog even ter interruptie. Als je alle werkgevers het eerste jaar 95%, het tweede jaar 95% en het derde
jaar 50% geeft, dan spelen we quitte en dan geef je het onderwijs iets meer en de non-profit iets min
der en dat
De VOORZITTER
Hier is het voorstel dus.
Mevrouw VAN MAANEN
zou een voorstel kunnen zijn.
De VOORZITTER
Goed, de heer Meeusen.
Mevrouw VAN MAANEN
Nog heel even, sorry. We maken het scholenveld daar heel erg bij mee, denk ik.
De heer MEEUSEN
Wat wij ook erg jammer vinden in de reïntegratieverordening is dat er eigenlijk niet vastligt, dat na een
jaar wordt gekeken of de betreffende persoon een reëel uitzicht heeft op een vast dienstverband. Dat
je mensen eerst drie jaar dat traject helemaal laat doorlopen en aan het eind van de rit zegt: houdoe
en bedankt, is toch eigenlijk iets wat niet zou moeten kunnen. Als iemand geen reëel uitzicht heeft,
dan denk ik dat die persoon niet op de goede plek zit en dan zul je voor hem iets anders moeten be
denken. Wij vinden het wel spijtig dat dat eigenlijk pas na afloop van drie jaar gebeurt, want dan kan
het voor hem ook gedaan zijn. Wat betreft de stages en de sociale activering vinden wij dat dat een
duidelijke bijdrage moet zijn aan het vergroten van de kans op betaalde arbeid voor de persoon, al
dan niet gesubsidieerd. Het mag in ieder geval nooit een middel zijn om te komen tot het leveren van
goedkope arbeid. Wij vinden ook dat zo'n stage en zo'n sociale activering een beperkte duur moeten
hebben, omdat het eigenlijk niet reëel is om na vijfjaar te zeggen: je moet nog een jaartje langer soci
ale activering doen, dan komt het wel goed. Ik denk datje toch vrij snel kunt inschatten of die mensen
al of niet een zekere progressie doormaken en als dat niet gebeurt, dan denk ik dat je met het ver
keerde middel bezig bent en die mensen ook een verkeerd doel voor ogen houdt. Wat we eigenlijk
helemaal niet terugvinden, is dat een groep mensen, ik heb dat ook tegen mevrouw Van Maanen ge
zegd, totaal geen uitzicht heeft op reguliere arbeid. Dat weten we gewoon. Dat kunt u in iedere sa
menleving die we in ons economisch model hebben, zien, dat ziet u overal. Als je voor deze groep
mensen iets wilt betekenen, dan zul je daar een beschermde werkomgeving voor moeten creëren,