27 MEI 2004
226
De heer AKINCI
Tot slot, met alle waardering voor het werk van de wethouder, en het is net al aangegeven in de eer
ste termijn door de heer Scheltens: het is niet onze wet, het is ook niet onze reïntegratieverordening.
En als ik nu alvast wat koppen tel in deze raad, is het straks al helemaal niet meer onze reïntegratie
verordening. Ik roep eigenlijk ook op de mensen die tegen dit amendement zijn, want als dat straks
wordt aangenomen, dan kunnen wij ons afvragen of de mensen, die daar nu voor zijn, straks über
haupt nog wel met die reïntegratieverordening akkoord kunnen gaan, omdat er in Breda dan gewoon
een probleem ontstaat. Ons standpunt is duidelijk, volgens mij.
De VOORZITTER
Dank u wel. De heer Meeusen.
De heer MEEUSEN
Dank u, voorzitter. De heer Akinci heeft al uitgebreid het een en ander over het amendement gezegd.
Wij onderschrijven dat. Met de strekking van het amendement, de achterliggende gedachte, zijn wij
het volkomen eens. Het moet niet zo zijn dat de gesubsidieerde arbeid leidt tot het leveren van goed
kope arbeid, of anders gezegd: tot het subsidiëren van organisaties. Aan de andere kant is het zo, als
je er bij de non-profitorganisaties niet voor zorgt dat zij het geld hebben om die bedragen op te hoes
ten om die mensen een vaste baan aan te gaan bieden, dan gooi je wel het kind met het badwater
weg. Dat is dan ook precies wat er gaat gebeuren als dit amendement wordt aangenomen, en dat
betekent dat wij een heel groot probleem gaan krijgen met de gesubsidieerde arbeid. Eigenlijk is dat
de doodsteek voor het hele verhaal, wat ons betreft. Wij willen toch nog proberen om de indieners van
het amendement uit te dagen. Wij willen het amendement steunen vermits daarin wordt opgenomen,
dat er eerst voor wordt gezorgd dat de financiële middelen voor de non-profitorganisaties worden ge
realiseerd en vervolgens vinden wij dat die dan ook gelijk moeten worden gesteld met de bijdrages die
geleverd dienen te worden. Het tweede punt is dat het betoog van de wethouder ons niet heeft kun
nen overtuigen. Wij vrezen toch dat de mensen die nu in het traject van de gesubsidieerde arbeid
terecht gaan komen na drie jaar uiteindelijk geen reguliere baan zullen hebben, met name waar de
wethouder zegt: we zijn goeddeels aangewezen op, wat nu de praktijk is, de non-profitsector en ver
volgens heeft die geen geld om een deel van de arbeidskosten te betalen, laat staan dat men op ter
mijn wel het volledige bedrag kan ophoesten. Wij denken dat dat niet kan en dat op deze manier het
hele verhaal te weinig zekerheden biedt voor die mensen. Wij kunnen er dan ook niet mee akkoord
gaan. De motie van de Partij van de Arbeid zullen wij steunen.
De VOORZITTER
Dat begrijp ik, want die heeft u ook medeondertekend, geloof ik. De heer Joosse.
De heer JOOSSE
Er is vanavond heel veel gesproken en gedebatteerd over dit onderwerp, maar ik vraag me af of er
ook altijd even goed en met evenveel nadruk naar elkaar is geluisterd. Van mijn kant in ieder geval
dank aan de wethouder voor de uitgebreide en volledige beantwoording en, wat mij betreft, ook een
overtuigende beantwoording. Voorzitter, wat het amendement betreft, hoe je het ook wendt of keert,
degenen die voor het amendement stemmen, draaien toch, mevrouw Hak heeft ook een hele lijst van
werkgevers van instellingen genoemd die hierbij betrokken zijn, een heleboel waardevol werk op deze
manier de nek om. Ik vraag dan ook nogmaals aan de voorstanders van het amendement, CDA, WD
en Leefbaar-Breda, of zij bereid zijn om de nadelige gevolgen van dit amendement voor die instellin
gen die afhankelijk zijn
De heer BOER
U spreekt over nadelige gevolgen, zonder vervolgens aan te geven dat het inderdaad nadelige gevol
gen zijn. Het is gewoon een andere manier van werken. Het kan wel degelijk voordelen hebben. Ik
noem dit demagogie.
De heer JOOSSE
Nadelige gevolgen voor instellingen die geheel afhankelijk zijn van productsubsidies en dus niet in
staat zullen zijn om de mensen die er nu werken
De heer BOER
Die kunnen op dezelfde wijze worden behandeld.