27 MEI 2004
230
dat vind ik altijd een hele opsteker, omdat dan blijkt dat toch bepaalde zaken die daar naar voren ko
men door het meest brede deel van de raad, zou je kunnen zeggen, ook worden gedeeld. De com
missie heeft ook dit jaar weer een aantal opmerkingen gemaakt. Een van die opmerkingen had be
trekking op de jaarverslaglegging zelf. Dat is een belangrijk onderwerp, ook voor u, omdat we nu nog
steeds in de overgangsfase zitten van de comptabiliteitsvoorschriften 1995 naar het Besluit Begroting
en Verantwoording, een systematiek die we volgend jaar helemaal moeten gaan gebruiken. Er worden
nu al stappen gezet om het binnen die kaders te laten passen en wij zien ook heel duidelijk dat de
kwaliteit van de verslaggeving blijft groeien. Het is natuurlijk heel goed om dat te kunnen vaststellen.
Een punt waarop dat op termijn meer mogelijk moet zijn, is het punt van de doelstellingen en de pres
taties. Met name waar het gaat om de beleidsafspraken met het Rijk, hebben we daar eigenlijk al wel
wat slagen in gemaakt, natuurlijk ook min of meer gedwongen door de systematiek die het Rijk zelf
afdwingt. Maar we moeten daar, wat betreft onze eigen gemeentelijke prestaties, ook nog wel wat
slagen in maken, zou je kunnen zeggen. Een belangrijke vaststelling, die de Rekeningscommissie
heeft gedaan maar die u zelf ook allemaal had kunnen doen, is dat het jaarrekeningresultaat 13,8
miljoen euro bedraagt. Daarvan wordt het grootste gedeelte, 12,4 miljoen euro, toegevoegd aan re
serves en voorzieningen en over dat element hebben we ook nog enige tijd gesproken in de Reke
ningscommissie. Ik wil u de voorbeelden besparen, maar waar het eigenlijk om gaat, en het draait ook
een beetje om datgene wat de heer Schoenmakers net al in het kader van de ZVK heeft gezegd, is
dat het raakt aan de mogelijkheden voor de raad om integraal af te wegen. We hebben in principe
twee niveaus van afspraken. De algemene afspraak is dat geld dat overblijft, een overschot of hoe je
het ook definieert, naar de algemene middelen gaat en op een iets lager niveau kunnen we bijzondere
afspraken maken, zoals bijvoorbeeld het toevoegen aan de reserves. We constateren in ieder geval
heel duidelijk dat voor het grootste gedeelte van de resultaatbestemming, en dat is niet alleen dit jaar
maar dat is al enige jaren zo, de bijzondere afspraken absoluut prevaleren boven de algemene af
spraken, en dat betekent in ieder geval voor de raad dat er minder transparantie ontstaat en dat bete
kent dat de integrale afweging ontbreekt waar het gaat om de besteding van die overschotten. Als je
dan praat over de diensten en wat die systematiek op het niveau van de diensten betekent, dan zie je
eigenlijk dat met name de effectiviteit van de controle binnen die systematiek voor de raad afneemt.
Aan de reserves en voorzieningen wordt, zoals ik al zei, 12,4 miljoen toegevoegd in het kader van
deze resultaatbestemming. Daarvan hebben we als Rekeningscommissie moeten constateren dat in
feite de grondslag voor de beoordeling op dit moment eigenlijk ontbreekt. We hebben geen actuele
screening van de reserves en voorzieningen, zodat je eigenlijk zou kunnen zeggen dat deze resul
taatbestemming tot op zekere hoogte voorlopig is, totdat er een definitieve screening als actuele on
derbouwing onder de blokkeringen van de reserves en voorzieningen ligt. Over de risicoreserve, ook
een element, wordt u bij de Kadernota nader geïnformeerd. We hebben verder gesproken over de
kwaliteit van het meerjarenperspectief, die heel belangrijk is en steeds belangrijker wordt op het mo
ment dat je je financiële horizon verder goed wilt kunnen voorspellen en daarvan ook heel reële voor
spellingen wilt hebben. We hebben gesproken over de bestuursrapportage. Dat is iets nieuws, ook
voor u. Wij kregen vroeger de marap's voorgelegd van de diensten en er komt nu, zoals een accoun
tant dat zo mooi noemde, een geconsolideerde en geïntegreerde bestuursrapportage naar de raad toe
en wij zullen ook als raad voor die bestuursrapportage, de tussenrapportage eigenlijk zou je kunnen
zeggen, nog wat input moeten leveren waar het gaat om wat wij in ieder geval willen dat in die be-
stuurrapportage terechtkomt. Tot slot. Er is in de Rekeningscommissie nog enige tijd gesproken over
de grote projecten, met name ook naar aanleiding van het accountantsrapport. De accountant heeft
heel sterk aanbevolen om meer maatregelen te treffen om onze kostenbeheersing van met name de
grote projecten beter te regelen. Gelukkig werd die mening in de Rekeningscommissie breed gedeeld
en erkend, zou je kunnen zeggen. De Rekeningscommissie verzoekt het college dan ook om van het
onderzoek naar die maatregelen, dat het overigens al voornemens was te doen, als gewenst resultaat
heel expliciet sets van maatregelen als product van het onderzoek te willen leveren. Wij zullen daar
als raad ook nog nader over worden geïnformeerd. De plankosten worden ook als een onderdeel ge
zien - ik zal het even wat kort afdoen, omdat de heer Schoenmakers daar eigenlijk al bij agendapunt 3
uitgebreid over heeft gesproken - maar ook de plankosten worden heel duidelijk gezien als een on
derdeel van die kostenbeheersingspoging, dus het grote projectengeld, om het even kort door de
bocht te zeggen. In het licht van deze opmerkingen adviseert de Rekeningscommissie in ieder geval
om het college van burgemeester en wethouders te ontlasten ten aanzien van zijn verantwoordelijk
heid en het financiële beleid dat gevoerd is in 2003.
De VOORZITTER
Dank u wel. Ik meld u heel even dat het Burgerjaarverslag er nog niet bij zit. Het Burgerjaarverslag ligt
bij de pers en komt nu zeer binnenkort. Dat betekent overigens dat daar