27 MEI 2004 232 De VOORZITTER Dank u wel. We gaan over tot de eerste ronde door de raad. Ik kan me voorstellen dat de wethouder al heel wat antwoorden heeft gegeven op vragen die u zou willen stellen, dus die kunt u hem bespa ren. De andere vragen zijn nu aan de orde. De heer Augenbroe. De heer AUGENBROE Voorzitter, ik wil de commissie zeker niet overdoen. Ik heb een korte stemverklaring. Wij zijn zeer blij met de verbeterslag die tot stand is gebracht, we zeggen van een zes naar een heel dikke zeven en we zijn blij dat de wethouder heeft aangegeven dat we daarin nog verder willen groeien. We zijn blij met een aantal toezeggingen die hij heeft gedaan naar aanleiding van de aanbevelingen vanuit de Rekeningscommissie en wij zijn ook heel blij met de overwinning die toch de heer Boer heeft bereikt met zijn jaarrekening in een oogopslag. Dat is een duale overwinning voor de heer Boer en daarmee willen we hem ook complimenteren. De VOORZITTER Zo, ja, ja, het kan niet op. De heer Schoenmakers. De heer SCHOENMAKERS Voorzitter, ik kan kort zijn na de uiteenzetting van de voorzitter van de Rekeningscommissie en de wethouder, die dit punt heeft beantwoord. Ik wil alleen nog even kijken naar de bestemming van het rekeningsresultaat. Ik heb er zojuist aan gerefereerd bij het dekkingsvoorstel voor het Zuidelijk Ver- voerknooppunt. Mijn fractie heeft daar moeite mee en dat houdt verband met de stellingname die we hebben, dat wij vinden dat eigenlijk alles naar de algemene middelen zou moeten. Er is ons toege zegd dat we een screening krijgen. Daar heb ik goed kennis van genomen. De wethouder sprak zo juist over uitspraken uit het verleden. Maar uitspraken uit het verleden kunnen ook worden bijgesteld. Ik zou willen dat we in de hele discussie, waarover ik in een eerdere instantie heb gesproken, ook praten over die resultaatbestemming van de jaarrekening en hoe we dat het beste kunnen doen. Daar wil ik het bij laten, voorzitter. De VOORZITTER Dank u hartelijk. Ik ga naar de heer Akinci. Ik zie ook de heer Boer, maar eerst de heer Akinci. De heer AKINCI Wat een eer. Over de opmerkingen die de voorzitter van de Rekeningscommissie zojuist heeft ge maakt, was sowieso brede overeenstemming. Dus dat hoeft allemaal niet te worden herhaald. Ik wil nog een punt aanstippen waarover in de Rekeningscommissie ook even is gesproken. Het is een naam die in jaarrekeningsland, laat ik het zo noemen, min of meer bekend is. Het gaat om iemand die wat moeite heeft met de bijzondere boekhoudkundige positie van de gemeentes. Ik wil daarover het volgende zeggen. Dat vraagstuk en de discussie over die bijzondere positie van gemeentes, die nu toch wat meer speelt in den lande, volgen wij met interesse. Dat betekent ook dat onze opstelling daarin volgend jaar misschien net wat minder makkelijk is, maar dat hangt natuurlijk ook af van het feit of ik volgend jaar wat heb bijgeleerd op financieel gebied en hoe die discussie zich ontwikkelt. Dat is even een aankondiging voor volgend jaar. Verder gaan wij akkoord met deze jaarrekening als een relatief betrouwbare weergave van datgene wat er het afgelopen jaar is gebeurd, alhoewel het altijd nog wel wat minder troebel kan, volgens mij. De VOORZITTER Dank u wel. De heer Kwisthout. De heer KWISTHOUT Voorzitter, bij het lezen van het jaarverslag en de jaarrekening heb ik me voorgenomen om niet vooruit te lopen op de Kadernota, die natuurlijk haar schaduw al ver vooruitwerpt en waar de financiële keu zes gemaakt moeten worden. Na vanavond wordt het alleen nog maar prangender. Ik heb me ook voorgenomen om niet terug te grijpen op de keuzes die bij de Begroting 2003 zijn gemaakt en ook niet over komma's en punten te gaan zeuren. En dan blijft er eigenlijk niet zo heel veel meer over. De VOORZITTER Dank u wel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 51