27 MEI 2004 186 toelaat, en dat is bijvoorbeeld gewoon de term detailhandel, vuurwerk worden verkocht, waardoor er dus op vele plaatsen nog locaties bij kunnen komen waar men vuurwerk kan verkopen. De kern van de zaak is, dat men dan uiteraard moet voldoen aan de strengere eisen die in het Vuurwerkbesluit zijn vastgelegd, en dat vereist, en dat is de rem die erop zit, wel wat forse investeringen. Want u heeft echt een soort van bunker nodig en een sprinklerinstallatie, om maar eens iets te noemen. De rijksoverheid en de wetgever kozen er bij het Vuurwerkbesluit voor, om opslag en verkoop van consumentenvuur werk nadrukkelijk niet uit te sluiten in woonwijken, omdat het namelijk veilig genoeg is. De gemeente heeft ook geen mogelijkheid tot een stuwende regelgeving aangaande de spreiding van de locaties over de stad of een voorkeur aan te geven waar zij die locaties in de stad zou willen hebben. In het Vuurwerkbesluit is er een mogelijkheid tot melding zonder inspraakprocedures wanneer het een nieu we locatie betreft met een opslag tot duizend kilo consumentenvuurwerk of bij een gelijkblijvende hoe veelheid consumentenvuurwerk op een bestaande locatie. Dus daarvoor hoefje geen nieuwe vergun ning aan te vragen. Bij nieuwe locaties met meer dan duizend kilo of bij een toename van de opslag op een bestaande locatie moet een milieuvergunning worden aangevraagd - en daarover hebben we het vandaag - met de bijbehorende procedure voor inspraak en beroep. Overigens is bij een opslag van meer dan tienduizend kilo consumentenvuurwerk de Provincie het bevoegd gezag en hetzelfde geldt uiteraard voor professioneel vuurwerk. De wijze waarop we in Breda de nieuwe wet implemente ren, de te volgen procedure en het communicatieplan dat we hanteren is op 3 december 2003 ter kennis gebracht van de commissie VSM. De eerste locatie die aan het nieuwe Vuurwerkbesluit wilde voldoen, was de vergunningaanvraag die speelde in Princenhage. Van de procedure en het commu nicatieplan zijn hoorzittingen een belangrijk onderdeel om belanghebbenden zo goed mogelijk te in formeren. Naar aanleiding van het voorbeeld bij de BoerenBond in Princenhage is intensief overleg gevoerd met de buurt en zijn er destijds ook heel goede afspraken gemaakt. Dat heeft wel geresul teerd in een aantal artikelen in BN/DeStem, maar uiteindelijk heeft iedereen goed begrepen hoe het allemaal in elkaar zit. Ten aanzien van de locatie Zandberg is de communicatie over het onderwerp vuurwerk tot nu toe formeel en datgene wat wij in onze omslag hebben aangegeven, is juist geweest, maar gezien de gevoeligheid van het onderwerp na Enschede blijkbaar toch nog onvoldoende. Er is in dit geval vroegtijdig onrust ontstaan bij de omwonenden door de formele aanschrijving en de tekst die daarin vermeld stond. Voor de toekomst is dus ook de eerste les die wij hieruit hebben getrokken, dat die communicatie uitgebreider en helderder moet zijn en vroegtijdiger naar voren moet worden ge bracht. De datum over het ter inzage leggen en de inspraak, die in de mededelingsbrief over de ont werpbeschikking van Plus 100 BV aan de Zandbergweg staat, is helaas niet correct. In het Stadsblad was die wel correct vermeld. Dat is te wijten aan een menselijke fout. Het is een verwisseling van twee termijnen. In plaats van zes weken geldt hier namelijk een termijn van vier weken. Toen dat is ontdekt, is er een nieuwe brief uitgegaan naar de omwonenden inclusief de mensen die gisteren aanwezig waren met de correcte datum tot wanneer bedenkingen kunnen worden ingediend. Ik heb uiteraard bekeken of het mogelijk was om vanwege die menselijke fout die termijn uit te breiden. Uit de jurispru dentie blijkt echter dat die periode van vier weken vaststaat. Ook al zou ik als wethouder die termijn opschuiven, de Raad van State zal in ieder geval bij een procedure besluiten dat datgene wat na 2 juni is ingediend, als ongeldig moet worden aangemerkt. De hoorzittingen die worden gedaan bij een vergunning voor consumentenvuurwerk zijn bedoeld ter informatie en voor het mondeling indienen van eventuele bedenkingen tegen de ontwerpbeschikking. Bij de datum waarop een hoorzitting plaatsvindt, wordt al zoveel mogelijk rekening gehouden met reguliere vakanties, maar door de vakan tiespreiding juist tijdens de Pinkstervakantie, die in Breda bijna per school verschilt, kan wat dat betreft helaas niet iedereen tevreden worden gesteld. Bedenkingen en bezwaren die door omwonenden zijn ingebracht, zullen bijna niet tot wijziging van de ontwerpbeschikking kunnen leiden, omdat naar het van kracht zijnde Vuurwerkbesluit wordt verwezen, en dat is inderdaad, wat dat betreft, nogal rigide. Er is wel een beroepsmogelijkheid bij de Raad van State, maar hoogstwaarschijnlijk zal dat soort be denkingen worden afgewezen. Het weigeren van een vergunningaanvraag voor consumentenvuur werk zal, als dat door het college zou gebeuren, hoogstwaarschijnlijk bij de Raad van State geen standhouden. Ook de gemeenteraad heeft geen specifieke mogelijkheid om een milieuvergunning voor consumentenvuurwerk tegen te houden. Het Vuurwerkbesluit is gebaseerd op de regelgeving van de rijksoverheid en goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer. Toezicht en handhaving op consumentenvuurwerk is relatief streng. Er vindt omstreeks oktober op alle locaties in Breda controle plaats, indien nodig op een korte termijn gevolgd door een hercontrole. In de verkoopperiode, dus in december, wordt er op alle locaties gecontroleerd en ook dan wordt, indien nodig, een hercontrole uitgevoerd. De controleperiode wordt ongeveer aangegeven aan de ondernemers, maar er vinden ook steekproefsgewijs onaangekondigde controles plaats. Uit navraag is gebleken dat de ondernemer die de vergunning heeft aangevraagd voor de Zandbergweg geen andere locaties heeft dan de Belcrum- weg 34, maar ook daarvoor is een vergunning aangevraagd voor consumentenvuurwerk. Het uitvoe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 5