10 JUNI 2004
250
De heer BOER
Die luiden: hoeveel is er nog over van de 20 miljoen voor de schone stad? En wij hebben zwaar en
terecht commentaar op de werkwijze van Kentron en de reclassering. Wij vinden dat ze onvoldoende
presteren voor het geld dat ze krijgen en wij willen dat daarnaar gekeken wordt.
De VOORZITTER
Dank u. Het woord is aan de heer Schoenmakers van Breda '97.
De heer SCHOENMAKERS
Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Mijnheer de voorzitter, in de voorbereiding van deze kadernotadis-
cussie ben ik ervan uitgegaan dat wij in de eerste termijn wat toelichting zouden geven op datgene
wat wij in de schriftelijke behandeling naar voren hebben gebracht. Dat betekent niet dat ik voorbijga
aan datgene wat door de collega's van het CDA, de WD en ook de Partij van de Arbeid is gezegd. Ik
kom daar in mijn tweede termijn uitvoerig op terug. Ook mijn fractie, u zult dat begrijpen, is behoorlijk
geschokt door de mededeling over datgene wat zich rond de Vinexlocatie-Teteringen heeft afge
speeld. In het grote spel dat hier gespeeld is, zijn geen winnaars. Er zijn alleen maar verliezers: de
bewoners van Teteringen, de mensen die de woningen zouden gaan bezetten en de mensen in het
onderwijs, omdat de scholen niet gebouwd kunnen worden. Ik heb er dan ook geen behoefte aan op
dit ogenblik daarover te discussiëren. Ik kan dat ook niet, ik beschik niet over alle gegevens. Daarom
sluit ik mij helemaal aan bij datgene wat ook door de heer Dubbelman is gezegd: laten we eerst maar
even het college aan het woord laten en aan de hand daarvan komen tot een raadsdebat. Mijnheer de
voorzitter, ik wil beginnen met de constatering dat de hoorzitting, althans op de manier waarop die
afgelopen vrijdag is gehouden, een nieuw fenomeen is in onze volksvertegenwoordigende rol. Het is
zeker de moeite waard geweest. Je kunt er wat kanttekeningen bij plaatsen. Collega Boer heeft dat
ook gedaan. Het is te kort vóór de Kadernota, je kunt dan weinig meer, en we zullen dus met elkaar
van gedachten moeten wisselen op welke manier we hiermee verder kunnen. Ik wil eraan herinneren
dat op dit moment in het Florijncollege een consultatieavond plaatsvindt over het voorlopig ontwerp
herinrichting Brabantplein. Bij de kadernotabehandeling vorig jaar heeft hierover in onze raad een
pittige discussie plaatsgevonden en we zijn blij dat het realiseren van deze herinrichting in zicht komt.
Het is een duidelijk voorbeeld van de kaderstellende rol die in een Kadernota thuishoort en waar wij
als raad volledig achter zijn gaan staan. Ik wil vandaag ook aandacht vragen voor het Dr. Jan In-
genhouszplein. Ook vorig jaar hebben wij hierover al een motie ingediend en ik verwijs hier in zijn
algemeenheid naar onze schriftelijke bijdrage waarin wij daarop uitvoerig zijn ingegaan. Wij zijn van
mening dat er op korte termijn een gesprek moet plaatsvinden met de werkgroep die zich met de op
knapbeurt van het plein heeft beziggehouden. Een plein in een aandachtsbuurt dient nog meer aan
dacht te krijgen dan een ander plein. We willen toch de aandachtsbuurten opkrikken, het imago verbe
teren? Dan zeker dit plein dat een bron is van ongewenste activiteiten. Ik heb dan ook de eer daarvoor
een motie in te dienen die ik straks aan de voorzitter zal overhandigen. Mijnheer de voorzitter, op di
verse plaatsen en tijden heb ik aandacht gevraagd voor de gemeentefinanciën. Het Rijk laat het vol
komen afweten. En nu bedoel ik deze keer niet de manier waarop het kabinet omgaat met de zwakke
ren in onze samenleving, maar met de gemeenten. De manier waarop het Rijk met de gemeenten
omgaat, gaat ons voorstellingsvermogen te boven. Zo is er bijvoorbeeld voor de uitvoering van de
dualisering in de jaren 2003-2004 25 miljoen beschikbaar, maar er is nog geen eurocent uitgekeerd.
Wegbezuinigd misschien? Gemeenten worden in de kou gezet rond de gesubsidieerde arbeid en de
bestuurlijke boetes. De afschaffing van het verbruikersdeel van de OZB is een directe aantasting van
de lokale autonomie. Om van een mogelijk stabiliteitspact van de gemeenten maarte zwijgen. Het Rijk
schuift tal van regels en wetten naar de gemeenten, zonder echter de rekening te voldoen. Onder het
mom van de eigen verantwoordelijkheid krijgen de gemeenten allerlei taken toegeschoven, maar met
hetzelfde gemak wordt er meteen gekort op de financiële middelen. 'Efficiencykortingen' noemen ze
het voor het gemak. De gemeenten hebben echter de zorgplicht en de gemeenten proberen die zorg
plicht zo goed mogelijk in maatwerk uit te werken, zodat mensen niet tussen de wal en het schip te
rechtkomen. En daardoor worden de gemeenten, zeker in deze economisch mindere tijden, in grote
problemen gebracht. In onze schriftelijke bijdrage ben ik ingegaan op onze financiële positie. Wij zul
len de tering naar de nering moeten zetten. De raad moet een integrale afweging kunnen maken waar
hij de middelen voor wil inzetten. Daarom moet de screening van de reserves op zo kort mogelijke
termijn plaatsvinden, en moeten alleen de geoormerkte bedragen op grond van raadsbesluiten naar
de desbetreffende reserves, en alle overige bedragen naar de algemene middelen. We hebben al met
elkaar afgesproken bij het rekeningsresultaat dat we dat in de commissie MSO zullen doen. Breda '97
doet echter een beroep op de coalitie om ook het Programakkoord 2002-2006 open te breken. Te
meer daar we de raadsperiode 2006-2010 niet willen belasten met tekorten uit deze periode. Het is