10 JUNI 2004 285 De heer DUBBELMAN Voorzitter, begrijp ik dat de fracties die normaal hun fractievergadering op maandagavond hebben, dan nog niet beschikken over de beantwoording van het college? De VOORZITTER Dat is juist. Er moet nog een collegevergadering overheen. Wij moeten natuurlijk De heer DUBBELMAN Ik hoop dat u mogelijkheden ziet om de beantwoording eerder te laten zijn. Dat hoop ik maar. De heer BOER Dit kan natuurlijk niet, mijnheer de voorzitter. Maandag moeten we die hebben. De heer AUGENBROE Voorzitter, ik zou eigenlijk aan de raad willen vragen of er een uitspraak over kan zijn dat wij maandag de stukken gewoon hebben. U moet even realistisch zijn. Als wij op woensdag de stukken krijgen waarop we op donderdag moeten terug reageren, dan stelt u ons dus op één dag. En u heeft vanaf nu, met het weekend erbij, gewoon wat meer tijd. De heer SCHELTENS Voeg daarbij dat wij welwillende parttimers zijn en dat de heren en de dame van het college daarmee, met ondersteuning, fulltime bezig zijn. Ik vind het dus inderdaad volkomen terecht dat wij dat verlan gen of die eis neerleggen. De heer DUBBELMAN Aansluitend: het college was ook in staat om op maandag te vergaderen omdat er een VNG-congres was, dus ik hoop dat u ook aanstaande maandag kunt vergaderen. De VOORZITTER U verlangt van ons dat wij maandag de antwoorden hebben? Ik formuleer het juist. U vraagt ons om uiterlijk maandagavond de beschikking te hebben over de beantwoording. Wij gaan een uiterste po ging doen om dat te realiseren. Dat vergt wel wat. Van de andere kant moet ik u zeggen dat de vragen op zich in het duale debat natuurlijk maar een beperkte rol spelen. Dat is zeker ook zo. Maar dat reali seert u zich ook, dus De heer BOER Mijnheer de voorzitter, wij hebben nog een probleem. Wij vergaderen maandagochtend. De VOORZITTER Ik doe een dringend beroep op u om dat naar de avond uit te stellen. En als we daar faciliterend bij moeten zijn dan willen we dat graag doen. U begrijpt wat ik bedoel? Ja. Is dit punt goed besproken? Dan ga ik nu naar de rondvraag. V. RONDVRAAG. De VOORZITTER De heer Haarhuis. De heer HAARHUIS Ja, voorzitter, de heer Akinci is nu terug in de vergadering gekomen. Wij hebben erg harde woorden gesproken met betrekking tot het voorstel over de volkshuisvesting. We zouden graag tot een discus sie willen komen tussen de woordvoerders, omdat we wel erg geschrokken waren van de bijdrage. Maar het lijkt ons verstandig om in een goede onderlinge discussie de bedoelingen achter onze op merkingen nog eens opnieuw gestalte te geven. De heer AKINCI U spreekt mij nu aan. Begrijp ik daaruit dat u te ernstig gebrouilleerd bent met mijn fractievoorzitter, of

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 50