17 JUNI 2004
289
AANWEZIGE WETHOUDERS: DE HEREN A.C.A.M. ADANK (CDA), A.L.E. ARBOUW (VVD), ME
VROUW M.P. HEERKENS (PvdA), DE HEREN J.M.L. NIEDERER (WD), A.J.G. OOMEN (CDA).
AFWEZIG: DE HEREN J. STUBENITSKY (LEEFBAAR-BREDA/PvhZ), J. DE WERD.
I. OPENING.
De VOORZITTER opent de vergadering te 19.30 uur.
De VOORZITTER
Ik open de vergadering van de voortgezette bijeenkomst met betrekking tot de Kadernota. Zou de
heer Dubbelman de microfoon willen uitzetten? Dank u wel. Ik begrijp dat u sterk verlangt naar het
woord.
II. MEDEDELINGEN.
De VOORZITTER
De opening is gebeurd. Mededelingen hebben wij niet. Zo te zien is niet iedereen aanwezig.
De heer BOER
De heer Stubenitsky zit in Turkije.
De VOORZITTER
In Turkije? Ja, ja. Hij is in ieder geval afwezig.
De heer BOER
Integratie.
III. VASTSTELLING VAN DE AGENDA.
De VOORZITTER
Is iemand tegen het voorstel zoals het hier op tafel ligt en door het fractievoorzittersoverleg van tevo
ren is voorbereid? Niet.
Akkoord met de agenda.
IV. VASTSTELLING KADERNOTA 2005.
NADERE INLICHTINGEN.
Indien de raad dit wenst, krijgt het college de gelegenheid het schriftelijk advies over ingediende mo
ties en/of amendementen nader toe te lichten.
De VOORZITTER
Het onderdeel nadere inlichtingen met betrekking tot de vaststelling van de Kadernota 2005 is nu aan
de orde. De voorzitter, zijnde ondergetekende, vraagt aan de fracties, dat is althans de afspraak in het
fractievoorzittersoverleg geweest, of er tot nu toe nog elementen zijn in de schriftelijke beantwoording
van het college die zouden moeten worden toegelicht. Daarvoor krijgt het college tien minuten. Ik
vraag u: wie denkt dat daarop nog iets moet worden toegelicht? Ik zie de heer Haarhuis.
De heer HAARHUIS
Ja, voorzitter. Bij lezing kon ik geen antwoord aantreffen op de vragen die we hebben gesteld en de
opmerkingen die we hebben gemaakt omtrent bedrijvenhuisvesting in de toekomst. Wij hadden het
college gevraagd ons een beeld te geven van de beschikbare bedrijfshuisvesting in de toekomst en de
plannen om voldoende uitbreiding daaraan te geven, omdat het in het kader van de werkgelegenheid
en bedrijfsvestiging toch van groot belang is.
De VOORZITTER
Dank u wel. Nog anderen? De heer Taks.