17 JUNI 2004 296 het woord 'huurders', en dus niet al van tevoren de relatie te leggen met sociale volkshuisvesting en gemeentegaranties. Als u bij 'huurders' een punt zet, dan citeert u ons verkiezingsprogramma. Ik heb al vorige week gezegd De heer SCHELTENS Dat wordt wel een heel grote stap ineens. De heer DUBBELMAN Mijnheer Scheltens, er is vorige week en in het weekend een 'kleuren'-discussie geweest over hoe je nou zo'n motie moet noemen. Als u met ons akkoord gaat, zou ik deze motie de kleur groen willen geven, dat is ons beider kleur, en: wit, van de onschuld. De heer AKINCI Dat is beter dan groen en geel. De heer DUBBELMAN Tot slot, voorzitter, reageert het CDA op de motie nummer 8 over de gesubsidieerde arbeid. Wij waren verbaasd, en zachtjes gezegd not amused, over de recente discussie in de raad over het succesvolle gezamenlijk amendement van CDA en WD om bij subsidiëring in het kader van de Wet Werk en Bij stand de profitorganisaties gelijk te behandelen met de non-profitorganisaties en ook binnen de cluster non-profit een gelijke behandeling te plegen. De fiolen van kritiek van coalitiegenoot PvdA, daarbij gesteund door de fracties ter linkerzijde, waren eigenlijk te gek voor woorden, onbehoorlijk, en vol strekt onjuist. Het leek wel: rampspoed geboren, vrijwilligersorganisaties verloren. De kwalificaties aan ons gericht, zoals 'asociaal beleid' en erger, waren niet van de lucht. Wat lezen wij nu in de beant woording van het college door de PvdA-wethouder over de motie gesubsidieerde arbeid? Wij kunnen onze ogen niet geloven. Het college zegt uiteraard toe deze gelijke behandeling te effectueren in de vorm van maximaal drie jaar gedurende honderd procent subsidie op het niveau van het minimum loon, zonder onderscheid te maken tussen profit en non-profit, en zonder onderscheid tussen onder wijs en niet-onderwijs. Mag ik mijn collega fractievoorzitter van de PvdA uitnodigen, gezien de beant woording van het college van burgemeester en wethouders, tot uitdrukking te brengen dat noch coali tiepartner CDA noch coalitiepartner WD voorstander is van asociaal beleid? De heer HAARHUIS Voorzitter, ik vind dit een buitengewoon ernstige wijze van bediscussiëren door de heer Dubbelman. De kwalificaties die hij geeft, hebben wij ook in de raad niet op die wijze uitgesproken. Wat wij hebben gedaan, is dat wij onze oprechte teleurstelling hebben uitgesproken over het feit dat daar waar het college het optimum zoekt ten behoeve van mensen aan de onderkant van de samenleving die een lange afstand naar de arbeidsmarkt hebben, u dat in onze ogen onnodig minder gemakkelijk heeft gemaakt. Ik vind het jammer dat u daaraan nu zulke zware woorden wijdt, want het college heeft op deze wijze in ieder geval geprobeerd om te kijken hoe het juist aan de positie van die mensen opti maal tegemoet kan komen. Ik vind het echt spijtig dat u dat zo kwalificeert, want zowel onze opstelling verdient dat niet als ook de keuze die het college ten behoeve van deze doelgroepen daarin wilde voorstellen. Mevrouw OVERBOOM Ik wil hierbij nog opmerken dat dit een schrijven van het college is. Het staat de PvdA-fractie geheel vrij om in het dualistisch bestel een eigen standpunt hierover in te nemen, los van het college. De heer DUBBELMAN Dan vraag ik toch of de PvdA voldoende vertrouwen heeft in de WD en het CDA om in deze coalitie een goed sociaal beleid gevoerd te hebben en te blijven voeren. De heer HAARHUIS Voorzitter, we hebben een- en andermaal zowel bij de vorige Kadernota als bij de Begroting elkaar op bijna alle punten steeds erg goed kunnen vinden. We hebben daarin, vind ik, een uitstekende balans gevonden daar waar het ging om het investeren in de stad en het behoud van het sociaal karakter van het beleid ter zake. Dat neemt niet weg, en dat zult u ons moeilijk euvel kunnen duiden, dat het amen dement met betrekking tot de ID-banenproblematiek en de gelijkschakeling van de verschillende werkgevers voor ons niet gemakkelijk te verteren was, gezien het belang dat wij eraan hechten met 18-8-2004

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 9