15 JULI 2004 377 belangrijk voor ons, maar ook de HOV-ontwikkelingen, het Hoogwaardig Openbaar Vervoer, zouden door Brabantstad een extra stimulans kunnen betekenen. Tot nu toe zijn wij vooral blij met het netwerken en de gezamenlijke lobby richting Den Haag en Brussel. Dat deze lobby inmiddels is erkend, moge blijken uit de afspraak die met het kabinet is gemaakt dat Brabantstad een eigen coördinerende staatsecretaris krijgt, mevrouw Van Gennip van Economische Zaken. Toch hebben wij ook zorg uitgesproken tijdens eerdere besprekingen in de commissie ECG. In een eerdere bijdrage hebben wij gewezen op het feit dat, en nu citeer ik even uit het programmarapport Brabantstad 2004-2008: "Brabantstad eraan wil bijdragen dat ontwikkelingen in de steden dusdanig worden afgestemd dat een complementair aanbod ontstaat. Niet in elke stad hetzelfde. Dat geldt ook voor topvoorzieningen als een zwemstadion, een topcongreslocatie, een museum enzovoorts." In datzelfde rapport lezen we op bladzijde 14 dat bij de keuze voor locaties vooral gekeken wordt naar het ondersteunen van accommodaties die in principe een veel groter verzor gingsgebied nodig hebben. Voorzitter, daarom heeft de Partij van de Arbeid destijds artikel 41-vragen gesteld over de ijsbaan in Tilburg, geschatte kosten 12 miljoen euro. Dat initiatief komt, wat ons betreft, aardig in de buurt van een dergelijke topaccommodatie, zal concurrerend worden voor onze eigen baan en die van Eindhoven en doet dus ook afbreuk aan de zorgvuldig opgebouwde gedachte van Brabantstad. Ook over de ontwikkeling van de groene mal rondom de steden en de ontwikkeling van het Groene Woud zijn wij iets minder enthousiast. Deze zaken zijn voor de stad Breda van minder belang dan het uitbouwen van bijvoorbeeld het openbaar vervoernetwerk en de internationaal economische promotie van onze pro vincie. Als we dan ook het Brabantweekbericht van 9 juli, dat wij allen mochten ontvangen, lezen, en daar in staan af en toe heel interessante dingen, dan komen wij een uitspraak tegen over Brabantstad die mij heeft doen besluiten om vanavond even het woord te voeren. Daarin staat: Gedeputeerde Staten tevre den met de projectenveloppe Brabantstad Brainport Eindhoven. Als we dit Brabantweekbericht goed lezen dan denken we dat het college toch nog wat werk te doen heeft. We lezen daarin een selectie van belang rijke projecten en ik citeer uit het weekbericht. Het gaat om een betere doorstroming van de rijksweg A2 Eindhoven-Den Bosch-Utrecht, de uitbouw van de hightech campus in Eindhoven, een innovatiepro gramma voor de Brainport, de uitwerking van het nationaal landschap het Groene Woud en, gelukkig, de aanleg van het bedrijventerrein Moerdijkse Hoek, toch nog een beetje Breda. We hadden graag bij dit lijstje projecten gezien die een directe relatie hebben met Breda zoals de ondersteuning van het Grafisch Museum en het voorbeeld dat de heer Lips net aandroeg: het ondersteunen van het evenementenverhaal de Bavelse Berg waarvoor wij nog steeds enthousiast zijn binnen de gestelde kaders in het Programak koord. Wij zien de kracht van Brabantstad om bijvoorbeeld nog eens goed te kijken naar het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor door de steden. Juist zoiets kan een duidelijke meerwaarde opleveren boven de aandacht die elke stad afzonderlijk vraagt voor dit probleem. Conclusie, mijnheer de voorzitter, Brabantstad is een kansrijke zaak, maar wij moeten alert zijn dat onze belangen goed gediend blijven. Dank u wel. De VOORZITTER Het woord is aan de heer Boer. De heer BOER Mijnheer de voorzitter, ik kan blijven zitten, want we doen het wat korter dan de heer Jackson. Dat is niet negatief, maar ik denk dat de heer Jackson met datgene wat hij heeft gezegd voor een deel heel aardig onze argumenten heeft verwoord. Wij vinden dat je Brabantstad, je kunt het ook noemen een soort Bra bantvuist, want het is eigenlijk de bedoeling van Brabantstad om de vijf steden in Brabant één vuist te laten maken om hun belangen veilig te stellen ten opzichte van andere regio's, kunt vergelijken met de Randstad, die op basis van samenwerking een heleboel voor die steden voor elkaar krijgt. Als Brabant stad krijg je meer voor elkaar dan de steden individueel. Ook vooral, en dat is erg belangrijk, richting Brussel, want daar gaat op een gegeven moment toch het grote geld vandaan komen. Den Haag vervaagt eigenlijk steeds meer als belangrijke stad van Nederland. Verder heb je voor West-Brabant ook het SES en worden er steeds meer oproepen gedaan richting Breda om mee te werken aan de Grote Delta waar van iedereen droomt in de toekomst. Wij denken dat dat bij elkaar voldoende middelen zijn om Brabant stad en Breda daarmee te kunnen profileren. Wat ons betreft mag het nog wat heftiger en in die zin sluit ik me aan bij datgene wat de heer Jackson daarover zei. Er zijn al bewijzen dat Brabantstad uitbetaalt. Het Rijk heeft bijvoorbeeld al extra geld beloofd voor de opvang van het water en zo zijn er meer voorbeelden te noemen, maar wat ons betreft nog te weinig. Wij zeggen dan ook: hard er tegenaan en succes met Brabantstad en het SES. De VOORZITTER Wie vervolgens nog? Niemand. Dan is het woord aan wethouder Adank.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 31