15 JULI 2004 388 De heer BOER Ik denk dat ik daar niet meer aan begin en dat ik het graag aan u overlaat, ik maak mijn vergissingen dan wel. De heer DUBBELMAN Bedankt voor het vertrouwen. Wat betreft de geluiden van de oppositie moet ik u eerlijk zeggen dat, en ik denk dat de fractie het daar wel mee eens is, wij het geluid van D66 het meest helder vinden. Het was inderdaad nachtelijk e-mailverkeer en het heeft toch ook iets romantisch zo in het donker dat je dan met Mariëlle kan e-mailen. Dat moet toch ook kunnen? Maar verder blijft het onder ons wat wij daarna nog aan elkaar e-mailen, mevrouw Overboom. Voorzitter, wij moeten nu verdergaan met het herstelplan en de scherven zo goed mogelijk ruimen. Laat ik naar aanleiding ook van het krantenbericht over de zitting in Teteringen van de Dorpsraad heel duidelijk zeggen dat wij in het algemeen toch heel veel waardering en ook respect hebben voor de reacties van Teteringen Verstikt en de Dorpsraad en, met onze waardering, ook de andere insprekers van 8 juli daarbij willen betrekken. Ik wil u namens de fractie toezeggen: als u iets te melden heeft over de voortgang van het herstelplan, meldt u zich bij ons via Jan Adriaansen of via wie dan ook, wij willen uw geluiden heel serieus nemen. Voorzitter, nog een opmerking. Blijkbaar vinden sommigen dat de Raad van State maar wat doet. Onze fractie is ontzettend blij dat er een bestuursrechter is die, en nu heb ik hier het woord strapatsen staan maar dat mag ik natuurlijk niet uitspreken, bepaalde handelwijzen van bestuursorganen, gemeentelijke organen in onafhankelijkheid en in het kader van de wetgeving nog eens kritisch toetst. Want ik denk dat als we die niet meer hadden we dan als rechtsstaat wel een stukje zouden afdwalen. Ik kom nu, voorzitter, tot een reactie op de moties. Het lijkt mij, maar ik zou daarop graag uw reactie willen vernemen, dat we moeten beginnen met de meest verstrekkende mo tie en daaronder versta ik de motie van wantrouwen die heel duidelijk integraal van aard is: het wantrou wen dat niet gekoppeld is aan een dossier maar gewoon zegt: wantrouwen is wantrouwen. Ik kan u zeg gen dat de CDA-fractie die motie heel nauwgezet heeft bestudeerd, maar dat wij in ieder geval hebben begrepen dat het college in het algemeen en de functiewethouder in het bijzonder zijn uiterste best zal doen om goede lering te trekken uit de uitspraak van de Raad van State en dat wij de resultaten van dat leerproces duaal en objectief zullen toetsen. Verder willen wij op dit ogenblik zeker niet gaan. Dan het wantrouwen dat gekoppeld is aan het Teteringse dossier. Dit is vlees noch vis, een papieren tijger, dus ik ga daar verder niet op in, de fractie steunt die motie evenmin. Dan de motie van afkeuring van het college, ook weer gekoppeld aan een dossier, maar afkeuring is afkeuring en dat is een politiek signaal dat toch niet door het college genegeerd kan worden. Ik vraag me wel af waar de oppositie mee bezig is. Wil men een bestuurscrisis? De heer KWISTHOUT Voorzitter, even bij interruptie. De motie van afkeuring spreekt haar afkeuring uit over het op dit onderwerp gevoerde beleid. Ik zie niet in wat daar opmerkelijk aan is. Je kunt toch niet verwachten dat een motie afkeuring uitspreekt over het beleid van het college op alle mogelijke fronten? De heer DUBBELMAN Wij vinden toch: afkeuring is afkeuring, ook al koppel je dat aan één handelwijze. Ja, je moet een afkeu ring altijd aan iets koppelen, want anders ben je natuurlijk helemaal raar bezig. Het dictum is afkeuring en dat betekent impliciet dat in ieder geval de oppositie ten aanzien van deze zaak aanleiding ziet om in het burgemeesterloze tijdperk het groene licht te geven voor een bestuurscrisis. Dan worden we de risee van heel Brabant. Dit gaat veel te ver en ik heb zelfs de indruk dat u deze Teteringse affaire, Mevrouw REMIE-VERWEIJMEREN Helemaal niet, we zijn de risee van Brabant al. De heer DUBBELMAN die dramatisch is, op een niet juiste manier, en nu druk ik me heel zorgvuldig uit, tenminste ik doe mijn best, oppositioneel oppakt. En daar hebben met name Teteringen noch andere bewoners van Breda op dit ogenblik belang bij. De heer AKINCI Bij interruptie, voorzitter. Mag ik u vragen wat voor u het begrip politieke verantwoordelijkheid inhoudt? Want u gaat nu wel heel makkelijk over deze drie voorliggende moties heen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 42