15 JULI 2004 400 vergadering. Ik heb in de commissievergadering ook gezegd: we moeten het samen ter hand nemen, het college en de raad, en dat herstelplan van Teteringen moeten we met de mogelijkheden die we hebben zo snel mogelijk en zo voortvarend mogelijk tot stand brengen. Dat heb ik nu weer gezegd. Breda '97 is van mening dat het herstelplan Teteringen met voortvarendheid ter hand genomen moet worden. Daar blijven wij op staan en daar blijven wij op inzetten. Maar we hebben erbij gezegd: er moet een vertrouwensherstel plaatsvinden met Teteringen. En daaraan willen wij natuurlijk ook graag onze bijdrage leveren. De VOORZITTER De heer Scheltens. De heer SCHELTENS Het CDA is net als tijdens de commissievergadering weer heel erg druk bezig om de hand in eigen boe zem te steken en wel zó diep dat het lijkt alsof de collegepartijen een gezamenlijke op zich zelf gerichte motie van wantrouwen indienen. Als zij dat inderdaad doen dan heeft die een kans van slagen want u heeft een meerderheid en dan zou de CDA-fractie dus op moeten stappen. De heer DUBBELMAN En al onze kiezers dan, mijnheer Scheltens? Al onze kiezers? Met al ons feilen hebben ze ons toch wel gekozen. Ik bedoel, wij zijn niet dommer dan de inwoners van Breda en ook niet slimmer. De heer SCHELTENS Maar die volgen u feilloos, dus ook in dezen. Maar dat kunnen wij niet doen, dus dat zult u echt zelf moe ten doen. De VVD wil de schade beperken en alleen vooruitblikken en zeker niet achterom. Dan is wel de vraag: wie is er dan voor verantwoordelijk? Als je die persoon aanwijst dan kom je bij de brokkenpiloot en die zou, naar ons idee, eerst moeten opstappen voordat je weer opnieuw begint. Dus moet eigenlijk ook de VVD-fractie aftreden. De PvdA, ze gebruiken allemaal andere woorden dus dat is wel origineel want anders wordt het zo langdradig, wil er lering uit trekken. Dat is dus ook een vorm van de hand in eigen boezem steken. Wij vragen ons af, en dat geldt eigenlijk voor alle drie de collegepartijen: wat is er in vre desnaam dan wel voor nodig om óf de afkeuring uit te spreken óf het vertrouwen op te zeggen? Ik vraag me dat eerlijk gezegd wel af. Om naar het college te gaan. Ook de heer Niederer zegt terugblikkend: ja, natuurlijk, de MER. Maar dan zegt hij toch weer woorden als: gedupeerd. Laten we die woordenstrijd niet volgen. U heeft het ook over een antwoord op de GroenLinksvragen in de Staten. Het is inderdaad maar net waar je je oor te luisteren legt en het blijkt wel dat dat de afgelopen jaren niet altijd bij de goede en juiste personen en instanties is geweest. De heer Arbouw probeert omstandig uit te leggen hoe het zo is gekomen en hij noemt clustering omdat het allemaal andere woontypes waren. Ik weet zeker dat er niet één Vinexlocatie is in den lande van een dergelijke omvang waarin maar één soort woning is en waar dus geen sprake van clustering is. En toch zijn die niet opgesplitst in deelplannen en zijn die voor een belang rijk deel wel MER-plichtig. Wat wij ook niet begrijpen is het volgende. Al waren we niet MER-plichtig, we hebben altijd gezegd: ook al zijn we dat niet, we kunnen toch wel degelijk een MER doen, want dat kan helemaal geen kwaad, dat is namelijk een heel goed instrument. Het college is altijd negatief richting de MER geweest. Wij hebben al ver voordat het überhaupt een issue was, gezegd: het maakt niet uit of we wel of niet MER-plichtig zijn, doe het nou toch gewoon. De laatste keer dat we toch even ons gelijk willen houden, eerlijk gezegd. De motie van afkeuring. Naar mijn idee, maar ik zit er pas tien jaar in, is een motie van afkeuring niet per definitie iets wat gevolgd moet worden door politieke consequenties. Dat mag wat ons betreft wel, zoals u weet, maar het is niet per definitie nodig. Bij wantrouwen wel, dan laten we de keuze niet aan degene die het betreft, dan nemen wij die keuze en die wordt dan meestal gevolgd door een motie van aftreden. Ik weet precies hoe het heet, het is weieens eerder gebeurd. Maar bij een motie van afkeuring is het niet per definitie zo dat dan de betrokken personen moeten opstappen. Dat wordt aan hen zelf overgelaten in al hun wijsheid. Wij zijn overigens tegen alle voorstellen, dus ook tegen de manda tering, want, zoals u weet, vinden wij het college nu wel de laatste aan wie wij iets moeten mandateren. De VOORZITTER De heer Kwisthout. De heer KWISTHOUT Voorzitter, als medeondertekenaar van de moties namens de SP wil ik nog even ingaan op de verschil lende moties. Er liggen er op dit moment drie. Oorspronkelijk was er sprake van een vierde motie, name lijk een motie van treurnis, een initiatief van de heer Boer. Maar in overleg hebben we gezegd: haal die motie alstublieft van tafel, want die gaat echt helemaal nergens over. Ik betreur het ook dat het Neder lands elftal op het EK is uitgeschakeld, maar daar gaan we geen motie over indienen. Het gaat in eerste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 54