15 JULI 2004
351
Akkoord met de agenda, met de aantekening dat de agendapunten 1.g. Voorbereidingsbesluit voor het
gebied Stadsdonken, Werkdonken, 1.1. Voorbereidingsbesluit voor de Kom Teteringen en 1.o. Bezwaar
schrift van de heer ing. P.H.D. Touw tegen het besluit van 10 juli 2003 tot het nemen van een voorberei
dingsbesluit voor delen van het buitengebied van Teteringen op de agenda worden geplaatst respectieve
lijk als agendapunt 9, 10 en 11
IV. VRAGENUUR.
leder raadslid kan vragen stellen aan het college of aan de burgemeester. Een raadslid dat vragen wil
stellen, moet dit minimaal 24 uur voor de vergadering melden bij de voorzitter. Ongeacht het aantal vra
gen is voor dit agendapunt maximaal één uur beschikbaar.
De VOORZITTER
Er zijn twee vragen ingediend: door de CDA-fractie bij monde van de heer Hendrickx over het nieuwe
beleid voor het buitengebied en door GroenLinks en de SP samen over de bomenkap Oosterhoutseweg
en ik veronderstel dat de heer Akinci hierover het woord voert. Eerst is het woord aan de heer Hendrickx.
Onderwerp: Nieuw beleid voor het buitengebied (fractie CDA')
De heer HENDRICKX
Dank u wel, voorzitter. De redenen voor het CDA om vragen te stellen, zijn de volgende. In de raadsver
gadering van 10 juli 2003 is door deze raad een motie aangenomen voor nieuw economisch beleid in het
buitengebied. Deze motie was ingediend door mevrouw Van Hasselt. In de vergadering van de commissie
SOV van 2 december 2003 zegt wethouder Niederer: "Ik verwacht een beleidsnotitie in de zomer van
2004 gereed te hebben. Intussen zal het college de huidige vragen over het terughoudend interimbeleid
doorleiden naar de raad via een artikel 19-procedure." We zijn nu een jaar verder. Het tweede concept
van de reconstructie is vastgesteld. Daarin zijn de richtlijnen duidelijk aangegeven en u kunt daarmee
royaal uit de voeten voor een nieuwe beleidsnotitie. Wij hebben dan ook de volgende vragen. Kan de wet
houder aangeven waarom hij niet uit eigen beweging de commissie SOV heeft geïnformeerd over de toe
zegging van het nieuwe economisch beleid voor het buitengebied? Wanneer denkt de wethouder wel met
het nieuwe beleid naar buiten te komen?
De VOORZITTER
Het woord is aan de portefeuillehouder.
Wethouder NIEDERER
Voorzitter, dank u wel. Deze vraag heeft de heer Hendrickx in de commissie SOV van 29 juni in de rond
vraag ook gesteld en ik geef hem nogmaals hetzelfde antwoord. In de commissievergadering van decem
ber 2003 is het economisch interimbeleid naar aanleiding van de door u aangemelde motie van mevrouw
Van Hasselt besproken voor functies in het buitengebied. Er is toen aangegeven dat nieuw beleid zal
worden ontwikkeld in samenspraak met de Provincie. Concreet betekent dit dat de beleidskaders van de
Provincie moeten worden afgewacht. In december 2003 was de verwachting dat die provinciale kaders in
de zomer van 2004, dus nu, bekend zouden zijn. Dat is nog niet het geval. In de meergenoemde commis
sievergadering van 29 juni heb ik aangegeven dat we verwachten dat de Provincie, Gedeputeerde Staten
of Provinciale Staten, op 1 januari 2005 het nieuwe beleid zal hebben vastgesteld. Met de Provincie, en
meer in het bijzonder met gedeputeerde Rüpp, hebben wij uiteraard nauw contact en naar ik heb verno
men, wordt aanstaande dinsdag in het college van Gedeputeerde Staten een voorstel hieromtrent behan
deld. Het is nog niet duidelijk langs welke weg de Provincie haar nieuwe beleid zal willen formaliseren. Dat
kan al dan niet via een beperkte streekplanwijziging gebeuren, dat is een bevoegdheid van Gedeputeerde
Staten, en dan hebben we op korte termijn resultaat. Het kan ook zijn dat het college van Gedeputeerde
Staten de weg bewandelt van een normale streekplanwijziging, en u weet dat dat een bevoegdheid is van
Provinciale Staten en die kent dus een uitgebreide inspraakprocedure. Voorzitter, hierover hoop ik dins
dag na de collegebehandeling in Gedeputeerde Staten meer informatie te krijgen alsook over de route die
Gedeputeerde Staten willen gaan volgen voor dit nieuwe beleid. Als u het heeft over de reconstructie
commissie, die stukken gaan nu naar Gedeputeerde Staten. Naar de stand van heden zal per 1 januari
aanstaande dit beleid door Provinciale Staten worden vastgesteld. Voorzitter, ik kan de heer Hendrickx
niet anders melden dan dat ik vooralsnog echt de Provincie hiervoor nodig heb en daar is ook het wachten
op.