29 SEPTEMBER 2004
407
De VOORZITTER
Het schoot bij u omhoog, begrijp ik, maar het is niet toegestaan.
De heer AKINCI
Misschien dan in een kleine toelichting: hoewel het misschien niet de bedoeling van die motie was, is
dat wel het resultaat geweest.
De heer BOER
Neen, zo was het ook niet.
De heer AKINCI
Eveneens ongelukkig is het feit dat wij als raad nooit geheel gekend zijn in de financiële inbedding van
de in Breda werkzame ID-banen. Zodoende hebben wij als raad nooit de gelegenheid gehad om in de
diverse portefeuilles geld te begroten voor het omzetten van ID-banen naar reguliere banen. De kwes
tie is nu nijpend geworden. Weliswaar niet meteen per ingang van januari, maar de onderhandelingen
tussen Vertizontaal en het gemeentebestuur zijn nog niet afgerond. Ze zijn nog niet eens begonnen,
geloof ik. Dus de kwestie hangt nog steeds als een soort zwaard van Damocles boven Breda. Wij
hebben echter ook van andere organisaties, buiten Vertizontaal, te horen gekregen dat het voor hen
waarschijnlijk ook moeilijk, zo niet onmogelijk, is om ID'ers te handhaven. Het is voor ons dan ook
moeilijk te beoordelen welke rol Vertizontaal in deze kwestie speelt. Kan zij daadwerkelijk niet langer
de eerdergenoemde ID'ers in dienst houden, of is het een strategische manier om meer geld van de
gemeente los te peuteren? Hoe het ook zij, de manier waarop door Vertizontaal op dit moment al dan
niet terecht de noodklok wordt geluid, is ons danig in het verkeerde keelgat geschoten. Laten we
'WelZijn'. Juist een organisatie in deze sector zou beter moeten weten dan dergelijke signalen uit te
zenden over de ruggen van haar eigen werknemers alsmede de buurten waar de ID'ers nu nog werk
zaam zijn. Dat Vertizontaal tegelijkertijd ook nog meent te moeten snijden in het aantal buurt- en jon
gerenwerkers in de stad, maakt dit alles nog onverkwikkelijker. Het kan toch niet zo zijn dat er van de
enige welzijnsorganisatie in de stad weinig meer overblijft dan een handjevol baliekluivers op de Gin-
nekenweg? Niet dat dat nu zo is, maar dat risico mogen we ook niet lopen. De raad is geen partij in de
onderhandelingen tussen wethouder en Vertizontaal. Maar, zoals eerder gezegd, de problematiek is
verstrekkender dan alleen deze kwestie die nu in de actualiteit speelt. Al met al menen wij dan ook dat
het niet alleen aan de wethouder is om deze problemen het hoofd te bieden. Hier ligt een duidelijke rol
voor de raad, en daarbij de commissie SAW. Dat impliceert ook dat de raad nu voor eens en voor
altijd een compleet inzicht moet krijgen in de financiële gang van zaken rond de ID-banen. Alleen op
die manier kan de raad een behoorlijke afweging maken, met het desgewenst voteren van de daarbij
behorende middelen in de sector waar deze thuishoren. Onze vragen: 1. Wat is er tot nu toe uit de
overleggen gekomen die de wethouder met Vertizontaal heeft gehad? 2. Hoe beoordeelt de wethou
der de relatie met Vertizontaal op dit moment? 3. Kan de wethouder inzicht geven in de exacte finan
ciering van alle ID'ers nu, in vergelijking met de situatie vorig jaar? 4. Kan de wethouder inzicht geven
in de verschillende sectoren waarin deze ID'ers werkzaam zijn, met de daarbij behorende aantallen en
de daarbij behorende financiering? En vraag 5. Is de wethouder bereid de raad hierover te informeren
voorafgaande aan de eerstvolgende commissievergadering SAW die, wat ons betreft, overigens niet
pas in november maar al in oktober plaatsvindt? Maar daar gaat de wethouder niet over.
De VOORZITTER
Het woord is nu aan de verantwoordelijke wethouder, mevrouw Heerkens.
Wethouder HEERKENS
Voorzitter, als u mij toestaat, wil ik graag in een wat algemener verhaal proberen de vragen die ge
steld zijn zo goed mogelijk te beantwoorden. Een aantal fracties heeft ook artikel 41-vragen over deze
kwestie ingediend, en het zal vanzelf spreken dat ook zij op een zorgvuldige manier schriftelijk ant
woord van het college zullen krijgen. In deze raad is uitvoerig gesproken over de invoering van de Wet
werk en bijstand en de gevolgen die deze heeft voor de gesubsidieerde arbeid. Het nieuwe rijksbeleid
brengt met zich mee dat er minder geld is voor gesubsidieerd werk. Gesubsidieerd werk moet altijd
gericht zijn op uitstroom naar regulier werk. Gesubsidieerd werk is daarom altijd tijdelijk: in de praktijk
maximaal drie jaar. U heeft als raad besloten om het gesubsidieerde werk zo veel mogelijk overeind te
houden en u heeft extra geld - zo'n twee miljoen euro - beschikbaar gesteld om een goede over
gangsregeling mogelijk te maken voor de mensen die nu werkzaam zijn op de gesubsidieerde plaat
sen. Ik denk dat wij binnen de beperkte mogelijkheden van de rijksregeling alle mogelijkheden opti
maal hebben benut, maar het is duidelijk dat minder geld voor gesubsidieerd werk financiële gevolgen