30 SEPTEMBER 2004 434 van onze zuiderburen, maar ook de wereld van de Randstad, van Brussel, van Brabantstad en de wereld van West-Brabant. De wereld van 169.000 burgers die elke dag leven en werken in en om hun stad. De verbindende rol die deze stad zo natuurlijk heeft gekregen, vraagt ook om het dragen van verantwoorde lijkheid. De verantwoordelijkheid om contact, om daadwerkelijk verbinding te maken met en tussen al die verschillende en soms ook eigenzinnige werelden. Daartussen verbindingen leggen, vraagt om een visie, om een sensitiviteit, maar ook om inlevingsvermogen. Het vraagt zowel op het gebied van beleid als op het gebied van persoonlijke communicatieve vaardigheden steeds opnieuw om drie kwaliteiten: een scherpe maar ook rechtvaardige analyse, een intelligente positiebepaling, maar ook een zorgvuldigheid in de interactie met mensen. Daar waar verbindingen worden gemaakt, kunnen kruispunten ontstaan. En het is juist op deze kruispunten van belevingswerelden, van disciplines, dat het gebeurt in onze samenleving, dat innovatie en verbetering kansen krijgen, waar integraal beleid ontstaat in plaats van een beleidsmoza- iek. Laat Breda een gastvrije ontmoetingsplek zijn, een letterlijk maar ook figuurlijk kruispunt waar creatief gewerkt wordt aan duurzame maar ook vernieuwende oplossingen voor maatschappelijke kansen. Dames en heren, bij het aanvaarden van dit ambt dringt zich de vraag aan mij op: welke boten mogen hier eigen lijk aanvaren? En welke mensen mogen dralen op onze kades? Om nog maar eens met Yvonne Né te spreken. Ik zou daarom met uw welnemen graag kort ingaan op enkele beleidsterreinen, vervolgens stil staan bij de verbindingen van Breda met zijn natuurlijke partners in Nederland en in het buitenland, en ten slotte de verbindingen van het openbaar bestuur met de samenleving onder de loep nemen, de verande rende rollen van raad, college, ambtenaren, burgers en burgemeester. Want zeker voor die laatste positie hadden u en ik speciale interesse vandaag, nietwaar? Om te beginnen enkele beleidsvelden en een visie op het burgemeesterschap. De taak van burgemeester, zo formuleerde de staatscommissie-Elsinga, is: procesbegeleider en spelverdeler. Maar de burgemeester is wat mij betreft ook een 'spelaanjager', een 'politiek entrepreneur'. Niet altijd inhoudelijk, immers, de wethouders beheren de politieke portefeuilles, maar zeker wel qua attitude. De burgemeester bewaakt de eenheid van beleid, zorgt voor goede besluit vorming en probeert de openbare ordeportefeuilles te beheren. De burgemeester moet mijns inziens ook een grote distantie hebben jegens partijpolitiek en eigenbelang. En dat is op een thema als bijvoorbeeld integraal veiligheidsbeleid ook dringend gewenst. Vanuit mijn eerdere functies heb ik mij sterk gemaakt voor de vorming en uitbouw van de veiligheidsregio. Ik zal dat blijven doen. Een intensieve samenwerking tussen de diverse hulpdiensten om in geval van een crisis adequaat te kunnen optreden, is in deze tijd geen luxe maar een zaak van je verantwoordelijkheid nemen als openbaar bestuur. De complexiteit van onze samenleving brengt nu eenmaal een complexiteit van risico's met zich mee. Schaalvergroting van de bij rampenbestrijding betrokken processen en organisatieonderdelen is daarom zeer gewenst. Menskracht en deskundigheid mogen niet langer versnipperd blijven. Alleen samenwerking op een bovenlokale schaal stelt ons in staat om doelmatig te reageren in een eventuele risicovolle situatie. Dames en heren, het the ma veiligheid gaat zeker niet alleen over grote affaires. Het gaat ook over het dagelijks welbevinden van burgers en het wegnemen van een gevoel van dreiging, het terugdringen van criminaliteit waar ook deze stad zo mee doende is. Ik weet ook wel dat een stad geen dorp is en dat de stad van heden niet langer meer de stad is van de jaren vijftig. Kleinschaligheid is niet meer de norm. Industrialisatie, automatisering en transparantie stuwen onze samenleving naar grotere verbintenissen, grotere eenheden. Dat heeft naast voordelen zeker ook nadelen. De schaalvergroting heeft bijvoorbeeld ook geleid tot maatschappelij ke spelverruwing en het ontstaan van de zogenaamde vrijplaatsen. Fysieke vrijplaatsen, maar ook virtue le: een gebrek aan tolerantie en respect in de hoofden van mensen. Vrijplaatsen zijn plekken in de samen leving waar men het niet zo nauw neemt met de moraal. Waar het woord 'rechten' gemakkelijker wordt uitgesproken dan het woord 'plichten'. Ik vind dat een niet te tolereren ontwikkeling en vind ook dat deze stad met alle middelen die ze heeft, moet streven naar een constructieve participatie van burgers in het maatschappelijk leven. Het is toch in een moderne staat onacceptabel dat er groepen mensen zijn die aanspraak maken op zorg en op het vangnet van de sociale zekerheid, maar die zich overigens niet wen sen te conformeren aan de spelregels van de verzorgingsstaat. De relatie tussen hen en de overheid wordt daarmee onder druk gezet. Een verstandige overheid overigens, tracht haar repressieve taken te minimaliseren en tracht aan de voorkant de nodige voorwaarden te creëren voor een gezonde samenle ving. Van onze overheid mag worden venvacht dat zij, zeker met betrekking tot de grote en de kleine is sues van veiligheid, de problemen goed gecoördineerd aanpakt. Dat zij niet struikelt over competentie strijd in haar verscheidene onderdelen. Integraliteit van beleid is een verbinding tussen specialisten die zichzelf ontkokeren. Integraliteit brengt mij, dames en heren, bij enkele andere pijlers van de vitale maat schappij. Aa, waterader, een boot vaart aan Weet u nog? Breda kent een bloeiend bedrijfsleven maar ook een zeer goede onderwijsgemeenschap. Het aanvaren van boten is in letterlijke zin wat minder aan de orde - hoewel het terugbrengen van water in deze stad de gemoederen hier hoog heeft doen oplopen - maar onze positie in de Rijn-Scheldedelta, maakt dat we ook in dit opzicht de verantwoordelijkheid zul len moeten dragen om de economische zwaartepunten met elkaar te gaan verbinden. Ik noem nadrukke lijk de havens van Antwerpen en Rotterdam, met die van Vlissingen en Moerdijk in één adem. Uiterst be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 6