21 OKTOBER 2004 448 De heer BOER Voorzitter, ik ga toch maar weer naar het spreekgestoelte omdat de publieke tribune niet kan zien wie daar in de hoek praat en dat ook niet naderhand nog kan bekijken op televisie. Wij zijn in de commis sie akkoord gegaan met dit punt, omdat wij wel degelijk vinden dat het recht doet aan het monument zoals het er op dit moment bij staat. Wil je het op een andere manier doen, dan denken wij dat het ontzettend veel geld gaat kosten. Natuurlijk zijn we voor monumenten en ook voor het zichtbaar hou den van monumenten. We hebben onder andere bij de haven daarvoor ons best gedaan bij de Mar- kendaalseweg, waar we zijn gaan kijken naar dat heel kleine muurtje dat tussen de betonpalen komt. Het moet ook allemaal haalbaar zijn. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg vindt het dusdanig waardevol dat zij er geen geld aan uitgeven om het te restaureren en dat overlaten aan Breda. Breda zoekt, en ik denk terecht, een oplossing bij Stadsherstel, omdat zij tot nu toe hebben bewezen dat zij zeer serieus met rijksmonumenten omgaan. Wij vinden de "stolp" voldoende om de burger blijvend te laten zien wat er is. Als u van Bouvigne zou zeggen, en wie kan dat bekijken want zelfs op monumen tendag kun je er niet in en dat is toch een van onze hoofdmonumenten, dat dat zichtbaar en bereik baar zou moeten zijn voor de burgers, dan vind ik dat u gelijk heeft. Dit monument wordt op deze ma nier bewaard en ik denk ook op een goede manier. Wij zijn voor dit voorstel. De VOORZITTER Dank u zeer. De heer Schoenmakers. De heer SCHOENMAKERS Voorzitter, ik kan heel kort zijn, want de collega's hebben er al voldoende over gesproken. Ik ben het eens met degenen die opgemerkt hebben, en wij hebben dat ook in de commissie aangegeven, dat het weinig elegant is om met de bouw te beginnen alvorens de gemeenteraad daarover een beslissing heeft genomen. Maar daar zijn we toen over uitgesproken. Ik ben het niet eens met datgene wat door de fractie van GroenLinks naar voren is gebracht over het advies van de Rijksdienst. Ik ben het eens met het voorstel zoals het college dat aan ons heeft voorgelegd, dat men niet is ingegaan op het ad vies van de Rijksdienst. We moeten er rekening mee houden dat we het advies van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg altijd heel zwaar laten meewegen, maar dat er ook omstandigheden zijn dat je daarvan kunt en zelfs soms moet afwijken. Er heeft een second opinion plaatsgevonden en ik denk dat met datgene wat daarin naar voren is gekomen op dit ogenblik het rijksmonument voldoende wordt beschermd, goed wordt beschermd. Het is ook heel belangrijk dat we dat beschermen. Me vrouw Boidin heeft aangegeven: het is één van de vestingwerken en het is ook erg belangrijk dat de generaties na ons weten wat dat heeft betekend voor de verdediging van Nederland tegen de Belgen. We kunnen daar nu wel wat lacherig over doen, maar het was in die periode rond 1830, 1839 een heel grote en gevaarlijke situatie. Ik verwacht wel en ik denk ook de N.V. Stadsherstel, en wij hechten erg veel waarde aan datgene wat zij doen, dat de gebruikers op het hart wordt gedrukt dat zij respect hebben voor dit cultureel erfgoed. Wij zullen met dit voorstel instemmen. De VOORZITTER Andere leden van uw raad het woord? Dan is het woord aan wethouder Adank. Wethouder ADANK Dank u wel, voorzitter. De opmerkingen van mevrouw Boidin onderschrijf ik en ik denk dat de voorzit ter van de N.V. Stadsherstel, die in de commissie aanwezig was, in de richting van de commissie heel nadrukkelijk heeft aangegeven, al was het non-verbaal, dat het monument zoals het zich straks zal presenteren op die plek in de nabijheid van triple O en op een publieke ruimte in ruime mate ook toe gankelijk zal zijn voor het publiek. Ik denk dat de veelvuldige ambtelijke en bestuurlijke contacten met Stadsherstel op dit moment, maar dat zal ook in de toekomst zo zijn, daar ben ik van overtuigd, alle garanties bieden voor de toegankelijkheid. Niet alleen op de open monumentendagen maar ook op dagen dat daarom wordt gevraagd door gezelschappen et cetera zal, dat is mijn overtuiging, daarvoor door de initiatiefnemer de ruimte worden gegeven. In die zin denk ik dat zowel de exploitant als de N.V. Stadsherstel absoluut serieuze partijen zijn, die in deze stad als het gaat om monumenten van deze schaal alle openheid zullen betrachten. De hele redenering van GroenLinks kan ik in ieder geval niet volgen. Als er sprake is van arrogantie, dan denk ik dat blindvaren op een advisering zonder ei gen bestuurlijke verantwoordelijkheid een veel ernstigere zaak is dan het feit dat je naast een advise ring van de Rijksdienst - waarvan overigens, ik heb het in de commissie gemeld, de advisering niet alleen om budgettaire redenen in de nabije toekomst zal gaan veranderen, fundamenteel zal gaan wijzigen - als gemeenteraad, als gemeentebestuur op basis van weging van eigen argumenten een verantwoordelijkheid neemt. Het is, vind ik, niet goed om dat dan af te schuiven naar een eenduidige

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 11