21 OKTOBER 2004 449 advisering. Overigens heeft u over het gemeentelijk deel in een besloten vergadering in 2001 al ge zegd als het gaat om het volume: akkoord. Toen zijn ook de verschillende projecten gelabeld en er is, in mijn optiek, vanuit gemeentewege geen sprake van procedureel moeilijke zaken. Het gaat in totaal om een investeringsbedrag van 2,3 miljoen. De exploitant, de investeerder en de N.V. Stadsherstel doen nogal wat. Toen het collegebesluit in juli was genomen, hebben wij wel aan de N.V. Stadsherstel laten weten: houdt u er rekening mee dat de eindverantwoordelijkheid voor een deel van die 2,3 mil joen waarop u een beroep doet onderhevig is aan de bestuurlijke besluitvorming van de gemeente raad. Het is dan aan de exploitant en de N.V. Stadsherstel om, vanwege een aantal voor hen move rende redenen, te starten met de restauratie. Daar heeft het gemeentebestuur, het college niet direct invloed op. Daarom vind ik het ook jammer dat de heer Kwisthout van de SP om die reden dit, ik denk, inhoudelijk toch heel goed voorstel niet steunt. Anders was, en de heer Boer heeft dat omstandig be toogd, van deze puinhoop, van deze ruïne niet veel overgebleven en het is nu tot in lengte van jaren zeker in de context van het huidige triple O-terrein kwalitatief sterk gewaarborgd. Tot zover, voorzitter, de opmerkingen van het college. De VOORZITTER Is er behoefte aan een tweede termijn? De heer Akinci, daarna de heer Kwisthout en de heer Boer. Ga uw gang, mijnheer Akinci. TWEEDE TERMIJN De heer AKINCI Een korte vraag aan de wethouder. U noemde het onverstandig om het advies van de Rijksdienst te volgen. Daarmee trekt u toch het oordeel en de professionaliteit van deze dienst, de landelijke dienst die gaat over de rijksmonumenten in Nederland, ernstig in twijfel en neemt u dat toch niet serieus. De VOORZITTER De heer Kwisthout, SP. De heer KWISTHOUT Voorzitter, ter verduidelijking. Het feit dat er reeds gestart was, was maar een bijkomstige reden waar om wij het voorstel niet ondersteunen. De belangrijkste reden is dat het monument in het huidige voorstel geen nadrukkelijk publieke functie heeft. De VOORZITTER De heer Boer, fractie leefbaarheid. De heer BOER Om op dat laatste even te reageren, mijnheer de voorzitter, als dat mag. Ik heb net Bouvigne ge noemd en dat heeft ook geen publieke functie. Daar kom je gewoon niet bij en het is een van de prachtigste monumenten die we hebben. Ik wil iedereen aanraden om, zodra zich die kans voordoet, daarnaar toe te gaan. We hebben het hier over een andersoortig monument en in de commissie is er nogal wat gezegd over het feit dat men daar eerder aan is begonnen. Ik dacht dat de N.V. Stadsher stel daarop een uitstekend antwoord heeft gegeven. Ik heb in de commissie gezegd: nou zijn ze een keer snel en nu worden ze daarop afgerekend. Dat betreur ik ten zeerste. De VOORZITTER Een korte reactie van de zijde van de wethouder. Wethouder ADANK Voorzitter, het advies van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg nemen we serieus. Het is ook mondeling gecommuniceerd. Er is alleen een second opinion gevraagd omdat we, gelet op het mo nument op die plek, het er niet mee eens konden zijn om het zo te consolideren en te conserveren. Daarmee hadden we, zeker gelet op het feit dat we praten over een monument met in de context een functionele invulling, een sterker argument in handen dan de Rijksdienst en dan sta je, wat betreft de argumenten, tegenover elkaar. Daar is niets mis mee. Je neemt je eigen verantwoordelijkheid. Dank u wel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 12