21 OKTOBER 2004
454
steund met betrekking tot het structuurplan. Ik wil nog even ingaan op het aanlegvergunningenstelsel
dat ook in de commissie is ingebracht. Ik wijs er wel op dat in de reacties op de bezwaarmakers is
gesteld dat werkzaamheden die behoren tot de normale bedrijfsvoering niet vallen onder het aanleg
vergunningenstelsel en dat de ontwikkelingsmogelijkheden wel altijd zijn afgestemd op de draagkracht
van het gebied. Ik zie de heer Van Yperen nu al met zijn hoofd schudden, dus die komt daar straks
ongetwijfeld op terug. Ik denk dat daarmee een goede balans is gevonden tussen de agrarische en de
natuurbelangen.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Het woord is aan de heer Leunisse, namens Leefbaar-Breda. Ga uw gang.
De heer LEUNISSE
Voorzitter, dank. Voorzitter, voor ons ligt een ontwikkeling die is vastgesteld, en dat heb ik bij het vori
ge agendapunt ook al opgemerkt, in 1999. Ontwikkelingen, als we het daarover hebben, zijn zaken die
steeds doorgaan, en niet alleen doorgaan, maar ook stevig doorgaan. Voor het buitengebied hebben
we te maken met onze collega's van Provinciale Staten. En zelfs Provinciale Staten doen aan ontwik
keling. Als ik hier partijen hoor zeggen: laat ons maar gauw dat van 1999 vaststellen en het daarbij
houden, dan ben ik bang dat we ons niet aan het ontwikkelen zijn, want ontwikkelen gaat sneller dan
stil blijven staan bij 1999 en vasthouden aan de voorkeursrechten en de bestemmingsplannen die
weer hernieuwd moeten worden omdat ze te lang liggen. Vanochtend kreeg ik een mooi bericht: Bui
tengebied in Ontwikkeling. En zowaar, en in die zin moet ik de complimenten geven aan het CDA,
want zij zaten daar ook op te wachten, de grotere overheden zijn ook stevig aan het ontwikkelen. Zij
hebben in de gaten gekregen dat de buitengebieden van de gemeenten onderontwikkeld zijn en dat
die stevig moeten worden veranderd. Dus ontwikkelen en niet stilstaan maar doorgaan. En die ontwik
kelingen houden in, voorzitter, dat in het kader van de revitalisering van het landelijk gebied de provin
cie ruimte wil bieden aan nieuwe ontwikkelingen. Dat gebeurt in het belang van een gezonde sociaal-
economische plattelandsontwikkeling en als bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk ge
bied. Het streven naar een mooi en leefbaar Brabants platteland staat daarbij voorop. Nou, hulde aan
degenen die dat goed hebben begrepen en er voor zijn om juist van die nieuwe begrippen, die nieuwe
ontwikkelingen en die vrijheden die wij nu extra krijgen van de provincie gebruik te maken en de men
sen daarmee ook te helpen. Ik dank u wel.
De VOORZITTER
Dank u zeer. Het woord is aan de heer Van Yperen, Breda '97.
De heer VAN YPEREN
Mijnheer de voorzitter, dames en heren. De agrariërs zijn bij uitstek sinds jaar en dag de beheerder
van het buitengebied. Dankzij hun inspanningen gedurende vele jaren kijken we nog steeds naar een
schitterend landschap in vele vormen, mijnheer Leunisse, daar verandert u niets aan. Het is er en u
loopt er graag doorheen. Het is een groene hoofdstructuur waardig. Met dit bestemmingsplan buiten
gebied Teteringen onderschatten we duidelijk de inzet van die agrariër. We denken beschermend
bezig te zijn, maar dat is helemaal niet het geval. Sterker nog, we maken het de agrariër veel moeilij
ker zijn brood te verdienen op het perceel waar hij als beheerder zijn taak uitvoert. Wanneer hij door
toedoen van de regels van een bestemmingsplan zijn brood niet meer efficiënt kan verdienen, gaat
dat ten koste van het beheer van dat buitengebied. Partijen en organisaties die hun mond vol hebben
van de bescherming van het buitengebied nemen die taak niet over. Beslist niet. Zij hebben het alleen
maar op papier, in hun hoofd. Er wordt ook geen stuiver overheidsgeld neergeteld om de schade die
de regels veroorzaken op te vangen. Mijnheer de voorzitter, wij vinden nog steeds dat Breda zich
moet houden aan de groene hoofdstructuur zoals vastgesteld in het provinciale Streekplan. Het ver
groten van deze groene hoofdstructuur brengt voor de agrariër een woud aan regels met zich mee en
daar heb ik het over. Daar alleen, in dat gebied dat wij verheffen tot groene hoofdstructuur, is de agra
riër de dupe, en niet in het andere gedeelte, maar alleen daar waarvan wij denken dat er meer groen
is dan de provincie.
De heer JOOSSE
Een korte interruptie. Juist het gebied, dat nu aan de groene hoofdstructuur wordt toegevoegd, ver
dient ook die extra bescherming, want stel je eens voor dat
De heer VAN YPEREN
Het is een prachtig gebied. U kunt het niet mooier maken.