21 OKTOBER 2004 466 staan, we hebben zoals u weet met de BCG regelmatig overleg, zullen wij uiteraard bijsturen. Ten aanzien van de opmerking van mevrouw Hak het volgende. Inderdaad, als het gaat om de tarieven- verschillen hebben we bewust de parkeergarages goedkoper gemaakt dan het straatparkeren en ook vindt u dat terug als u kijkt naar de prijs die u per dag moet betalen, want dat verschil is dan nog eens een keer evident groter. Als het gaat om de fietsenstallingen, uw vraag is net eigenlijk al aangegeven in een aantal bijdrages van andere raadsleden, die worden verspreid over de stad. Daar waar we bij de Haven nog problemen hebben, zoeken we naar een alternatieve locatie en daarnaast willen we ook in voldoende mate het niet-betaald stallen van de fiets mogelijk maken door daar waar we dat nodig vinden meer fietsklemmen in de openbare ruimte neer te zetten. Uiteraard gaat het dan weer om de balans en voldoende spreiding. Dan het punt van mevrouw Remie ten aanzien van de lucht kwaliteit. Inderdaad, dat was bekend. Over 2003 zien we dat we ook in Breda, dat was overigens in de andere grote steden van Brabant al eerder aan de orde, problemen hebben als het gaat om de N02 waarde. We zijn nadrukkelijk nu bezig om een plan te ontwikkelen met externe deskundigen en onze eigen mensen om een goed plan van aanpak te maken en dat plan dient op 1 mei 2005 bij Gedepu teerde Staten te worden aangeboden. Dat is dan tevens de onderbouwing voor het dit voorjaar toege zegde subsidie van VROM, en dan praten we toch over 2,8 miljoen euro, om dan ook daadwerkelijk met een aantal maatregelen in een totaalpakket die luchtvervuiling terug te dringen. Ten aanzien van het amendement van de VVD het volgende. De nota, mijnheer Ernst, beoogt inderdaad om op termijn voldoende geschikte stallingsruimtes voor fietsen in en rond de binnenstad te bereiken. Maar u snapt ook dat er dan toch nog fietsen in de binnenstad voor snelle boodschappen en dergelijke zullen wor den neergezet. Ingrijpen, dat is al in een aantal bijdrages aangegeven, is natuurlijk ook op dit moment al mogelijk daar waar de fiets overlast geeft. Dat staat ook in de nota en dat is ook in de APV op die wijze verwerkt. Maar uw vraag gaat eigenlijk verder, want u zegt dat u te allen tijde wilt dat fietsen die daar worden neergezet, worden verwijderd. Op zich snap ik uw redenering, maar als je regels stelt, moet je ze ook kunnen en willen handhaven. En dat heeft inderdaad, en daar werd ook al naar ge vraagd, wel wat consequenties. Je moet de APV aanscherpen, je moet ook heel duidelijk weten wat pak ik aan en wat pak ik niet aan, je zult uiteraard als je massaal fietsen gaat inzamelen ook een plek moeten hebben waar je ze neerzet en uiteraard wil de rechtmatige eigenaar zijn fiets ook weer terug hebben, dus zul je ook iemand nodig hebben die ze tegen bepaalde kosten dan weer uitgeeft. Kortom, dat is een vrij kostbare operatie. Daar hebben wij op dit moment geen menskracht en geen budget voor. En ik denk eigenlijk dat in de discussie door andere raadsleden al is aangegeven dat het ver standig is om even te kijken wat de lessen zijn die elders inmiddels zijn opgedaan - Tilburg en Leiden zijn twee voorbeelden - en die dan ook te betrekken bij de evaluatie van de nota die we toch doen en dan in de commissie met die lessen en resultaten ook te bekijken hoe we de handhaving eventueel nog verder zouden kunnen aanscherpen. Omdat op dit moment niet duidelijk is wat de effecten zijn, met name de budgettaire consequenties van het amendement, ontraad ik het amendement. Dank u wel. De VOORZITTER Wie van u heeft behoefte aan een tweede termijn? De heer Meeusen. De heer MEEUSEN Ja, voorzitter, ik wil nog even ingaan op De VOORZITTER Een moment, ik inventariseer even de sprekers. Het woord is aan de heer Meeusen, namens de SP. TWEEDE TERMIJN De heer MEEUSEN Voorzitter, ik wil nog even ingaan op het amendement van de VVD en de motie van Leefbaar-Breda. Als eerste het amendement. Het is een heel mooi voorbeeld van wat ook wel 'autocentrisme' wordt genoemd. Ik zal proberen in het kort te vertellen wat dat is. Dat is een wijziging in de waarneming en interpretatie van de werkelijkheid als gevolg van de preoccupatie met de automobiliteit. Dat betekent dus plat gezegd dat je sommige dingen anders waarneemt dan ze misschien objectief gezien zijn. Er wordt bijvoorbeeld gesuggereerd dat er hier in onze stad sprake is van een enorme overlast van wild parkeren van fietsen en ik geef toe dat dat hier en daar zeker wel eens gebeurt, maar dat dat toch niet die vormen aanneemt dat er ook sprake is van een gigantische overlast. Het tweede punt dat daar mee samenhangt, en door een aantal sprekers is het al gezegd, is dat er onvoldoende fietsparkeer plaatsen zijn en dat de aanwezige fietsparkeerplaatsen van een slechte kwaliteit zijn, want niet alle

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 29