21 OKTOBER 2004
475
7. AFWIJZEN PLANSCHADEVERZOEK VAN DE HEER EN MEVROUW SOER, HOOLSTRAAT 36A
TE TETERINGEN.
De heer en mevrouw Soer hebben bij de raad planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de
ruimtelijke ordening aangevraagd. Het college stelt de raad voor dit verzoek af te wijzen.
De VOORZITTER
Er is nog geen standpunt geformuleerd door Leefbaar-Breda. Wie van u wenst over dit onderwerp het
woord? De heer Leunisse, namens Leefbaar-Breda. Andere leden van uw raad? Ga uw gang, mijn
heer Leunisse.
De heer LEUNISSE
Voorzitter, dank. Voorzitter, dit is een uitermate belangrijk onderwerp. Waarom, voorzitter? Voorzitter,
een uur geleden is mij gegeven een tekst die ik graag zou willen delen met deze raad en ik verzoek u
vijf minuten pauze in te lassen als een kleine leespauze zodat men hiervan kennis kan nemen, want
dit zal misschien voortschrijdend inzicht zijn.
De VOORZITTER
Neen, alleen als er behoefte is aan schorsing. Ik vraag aan u het woord te voeren over dit onderwerp.
U mag iets door de bode laten uitreiken en dan kan dat worden meegenomen, maar u heeft nu het
woord.
De heer LEUNISSE
Dank. Dan heb ik hier een aantal exemplaren, voorzitter, en als de bode die wil uitreiken dan ben ik u,
voorzitter, daarvoor dankbaar.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. En dan gaat u verder met uw toelichting. Ga uw gang, mijnheer Leunisse.
De heer LEUNISSE
Voorzitter, dit punt was eigenlijk heel snel behandeld in de commissie. En waarom? Het was een heel
drukke avond en het stond ook in geen verhouding tot de zware onderwerpen die besproken moesten
worden. Maar een goed lezer en een goed verstaander of iemand die daar nog eens een keer achter
aangaat en belt, krijgt dan toch dingen te horen dat hij zegt: ja, is dat nu wel een goed voorstel? Wij
begrijpen best dat de wethouder zich houdt aan een adviesbureau dat aangeeft watje moet doen met
de planschade. Maar als wij de geschiedenis bekijken, en de geschiedenis wordt nu uitgereikt, dan
zou je eigenlijk als raadslid van de gemeente Breda moeten constateren dat hier misschien met twee
maten wordt gemeten. We weten allemaal, want dat hebben we met z'n allen afgesproken, dat erfaf-
scheidingen maar twee meter hoog mogen zijn. Dat aan de een wel toestemming wordt gegeven en
aan de ander niet, is een punt waarvoor ik hier nog even uw aandacht vraag. Ook de wethouder heeft
dat schrijven gekregen en ik kan ongeveer raden wat hij gaat zeggen. Hij zal zeggen: sorry, maar dat
is allemaal passé en de uitspraak van de commissie is voor mij bepalend. Maar in deze eerste termijn
zou ik toch willen vragen, voorzitter, om dit voorstel met een maand uit te stellen en te kijken of we
hier nog goede diensten kunnen verrichten.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer. Misschien voor de aandacht: als dergelijke zaken u bereiken en u stelt het op prijs dat
de raad ze mee kan nemen, dan zou het mogelijk moeten zijn om ze via de griffie ook zo snel mogelijk
ter hand te stellen van de raad. Het woord is aan wethouder Niederer.
Wethouder NIEDERER
Voorzitter, dank u wel. Ja, het was wel een volle commissievergadering vorige week, maar ik kan me
nog herinneren dat de heer Soer ook insprak en daarmee heeft hij toch bepaalde aandacht gehad in
het hoorrecht. Dus in zoverre is aan zijn dossier terecht en door u welbewust en op intensieve wijze
aandacht besteed. Ik heb u ook gezegd en ik zeg dat nu weer ook nadat ik uw verhaal diagonaal lees:
het spijt me, maar dit doet er niet toe voor het dossier dat voorligt, namelijk de planschadeclaim. Ik
heb het vorige keer ook gezegd en ik zeg het nu nog maar een keer, en dat doet niets af aan uw re
cherchewerk, maar dit is, om met uw woorden te spreken, allemaal passé. Waar het om gaat, en dat
staat ook in het dossier, is de artikel 19-procedure die op 16 juli 2002 in werking is getreden. Ik zeg
erbij, en dat heb ik toen ook gezegd, dat na intrekking door de familie Soer van het door haar inge-