21 OKTOBER 2004 480 De heer SCHOENMAKERS Mijnheer de voorzitter, het zal u niet verbazen dat ik blij ben met de grote steun die de begeleidings groep krijgt bij de implementatie van de rekenkamer. Wij hebben in de commissie AZ daarover fiks van gedachten gewisseld en we zien een aantal zaken terug die de heer Dubbelman aan ons voor legt. Het gaat dan op de allereerste plaats om het budgettaire kader en het herkenbaar moeten blijven voor de raad. Het is natuurlijk zo dat de rekenkamer er voor de raad is. Wij hebben ook niet voor niets gezegd dat de commissie AZ het platform is waarop de raad met de rekenkamer praat en daar kunnen allerlei zaken aan de orde worden gesteld. Het is dus niet zo dat de raad helemaal op afstand staat. De raad heeft de mogelijkheid om te gelegener tijd via de commissie AZ met de rekenkamer te praten. De honorering. Als begeleidingsgroep hebben wij daar ook heel lang over gedubd. We hebben een aantal varianten doorgesproken en die varianten kwamen aanmerkelijk hoger uit dan datgene wat nu voorligt. Als je kijkt naar welke deskundigheid wij zoeken, we zoeken naar financiële deskundigen, we zoeken naar onderzoeksdeskundigen, we zoeken naar een deskundige die zicht heeft op het functio neren van het lokaal bestuur, dan denk ik dat we met deze honorering op een goed niveau zitten. We kunnen niet overgaan met te zeggen: zoekt u maar aansluiting bij de beroep- en bezwaarschriften commissie, althans bij de honorering daarvan, want dat vinden wij te ver gaan. De kwestie van de geschillencommissie. Dan tast je ook de onafhankelijkheid van de rekenkamer aan. Wij hebben met name gezegd: die onafhankelijkheid moeten we koesteren. Een geschillencommissie kan daarin geen plaats vinden en wij denken dan ook dat we de voorstellen zoals u die hier aan ons voorlegt op dit ogenblik niet kunnen honoreren. Mijnheer de voorzitter, de andere fracties hebben zich allemaal voor het instellen van deze rekenkamer verklaard. Ik ben ze daar dankbaar en erkentelijk voor. En ik wil het in eerste instantie hierbij laten. De VOORZITTER Is er nog behoefte aan een tweede termijn? De heer Dubbelman. TWEEDE TERMIJN De heer DUBBELMAN Voorzitter, een korte opmerking. Het beeld van de kip en de haan baseer ik op eigen ervaring. Ik ben de gelukkige bezitter van een haan en vijf kippetjes. Dus ik weet hoe dat werkt, en dat er ook in het kippenhok een pikorde kan bestaan. En over die pikorde hebben we het in de commissie eigenlijk een beetje gehad. Mijn tweede opmerking gaat in de richting van GroenLinks. Mijnheer Akinci, u haalt het CDA Amsterdam aan, die denken over coffeeshops, dacht ik, toch iets anders dan het CDA Breda. Dat moet ook kunnen. Maar weet u hoe GroenLinks in Tilburg..., u zit toch in het college in Tilburg? De heer AKINCI Ik geloof het wel, ja. Ik kom er niet zo vaak, want ik kan mijn fiets daar nergens kwijt. De heer DUBBELMAN Maar, mijnheer Akinci, Tilburg ligt maar 20 kilometer hier vandaan. Ik heb begrepen dat men in Tilburg juist kiest voor de rekenkamerfunctie. Hoe kan dat, met GroenLinks in het college? De heer AKINCI U moet het zo zien. Laat ik beginnen met te zeggen dat ik het CDA alleen maar aanhaal wanneer dat mij goed uitkomt en volgens mij geldt dat ook voor u wanneer u GroenLinks aanhaalt. Goed, we kun nen daar nog heel lang over doorgaan. Misschien dat we dat op een ander moment moeten doen. Maar ik hoop niet dat ik datgene wat GroenLinks in Tilburg doet, hier hoef te verantwoorden, alhoewel ik het heel vaak met ze eens ben. De VOORZITTER Dat was het, mijnheer Dubbelman? Ik denk dat we de argumenten genoeg gewisseld hebben. Uw raad heeft, denk ik, geen behoefte aan hoofdelijke stemming of wat dan ook. U neemt unaniem dit voorstel aan? Dan is aldus besloten. Akkoord. De heer SCHOENMAKERS Voorzitter, mag ik tot slot nu dit heugelijke feit er dan toch is dat Breda beschikt over een rekenkamer Breda, laten we die zo maar officieel noemen, de leden-collega's in de begeleidingsgroep hartelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 43