21 OKTOBER 2004
446
F. VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR DE LOCATIE NIEUWE KADIJK/OOSTERHOUTSEWEG TE
TETERINGEN.
G. VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET GEBIED RONDOM BA VEL.
De VOORZITTER
Wie van u daarover? Niemand. Aldus besloten.
Akkoord met de punten 1A. tot en met 1G.
2. VOTEREN KREDIET TEN BEHOEVE VAN HET RESTAUREREN EN CONSOLIDEREN VAN DE
RESTANTEN VAN LUNET B TE BREDA.
Aan de raad wordt voorgesteld een bedrag van 281.344 euro beschikbaar te stellen voor de restaura
tie en consolidatie van het restant vestingwerken van het reduit van Lunet B aan de Hoornwerkstraat
en dit bedrag ten laste te brengen van het Meerjareninvesteringsprogramma 2004-2007.
De VOORZITTER
Wie van u wenst daarover het woord? Het woord is aan mevrouw Boidin, namens de CDA-fractie. Ga
uw gang, mevrouw.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Dank u wel, voorzitter. We spreken hier over de restauratie Lunet. In 1985 is het een rijksmonument
geworden. Veel mensen kunnen zich dat waarschijnlijk niet herinneren, maar het is het laatste restant
van de vestingwerken die in de 19de eeuw zijn gebouwd om ons te beschermen tegen de Belgen.
Sinds een groot aantal jaren, en dat is ook de reden dat velen van u het niet goed zullen kennen, ligt
Lunet B er vies, vuil en smerig bij. Is september 2001 stemde het college in met de besteding restau
ratie budgetten monumenten. In de commissie ECG hebben wij dat punt ook aan de orde gehad. De
vraag is dan: hoe ga je daarmee om, op welke manier kun je dat restaureren en wat gaan we ermee
doen? Kijken we naar de ons omringende steden, en dat zult u, voorzitter, ongetwijfeld nog beter we
ten dan wij, dan zien we dat in Bergen op Zoom, Geertruidenberg, Willemstad, Heusden, Naarden et
cetera deze restauraties uitstekend zijn geslaagd. We hebben gesteld datje dat niet moet doen vanuit
een soort nostalgie, maar omdat oude vestingen getuigen van strijd voor het bestaan in ons land. Be
waren mag niet alleen je doelstelling zijn, je doet het voor de volgende generatie. Je stelt een monu
ment veilig door het te gebruiken en een passende bestemming te geven en niet sec om het bewaren
ervan in het landschap als museumstuk. De gebruikers moeten er dan ook rekening mee houden dat
hun pand een stukje cultuurhistorisch erfgoed is. Dat betekent: voorlichting, kennisoverdracht en be
paalde spelregels en ervoor zorgen dat het monument op zich goed zichtbaar blijft. Daarover heb ik
nog een korte vraag. In de commissievergadering heeft de wethouder aangegeven dat er in de ko
mende maand, dat is dus de afgelopen maand, gezocht zal worden naar een concrete oplossing voor
de publieke toegankelijkheid omdat dit een publiek monument is. Graag vernemen wij van u hierover
de stand van zaken. Wij denken, als CDA, dat men uitstekend is geslaagd in het ontwerp van de
"stolp", zoals het eigenlijk nu al een beetje in de volksmond heet. Het is een modern kantoor met een
bijzondere architectuur waarbij wij goed kunnen zien waar het om gaat. De N.V. Stadsherstel speelt
een rol bij deze herontwikkeling. De commissie Welstand en Monumenten heeft positief geadviseerd
en u zult begrijpen dat het CDA deze opvatting deelt. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg was
niet positief en antwoordde: zand en bitumen. Wij denken dat dat absoluut niet tot de verbeelding
spreekt en dat je daar dan geen enkele burger naartoe zult krijgen. Gelukkig heeft men een tegenad-
vies ingewonnen van het Instituut Collectie Nederland, waarbij het rapport van de heer Crevecoeur
duidelijkheid gaf en hij gaf ook inderdaad aan dat wij hier een goede oplossing hebben. Wij beseffen
ook dat de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, en in veel gevallen hechten wij natuurlijk grote
waarde aan de adviezen van de Rijksdienst, niet de enige is die de juiste expertise hoeft te geven. Tot
slot, voorzitter. Wij denken dat we hier kunnen spreken over een slim cultureel ondernemerschap en
een functioneel hergebruik met behoud van het monument waar de burgers straks naartoe kunnen.
En dat is, voor ons, een zeer goede oplossing. Dank u wel.
De VOORZITTER
Dank u zeer, mevrouw. Het woord is aan de heer Akinci, namens GroenLinks.