9 NOVEMBER 2004
499
de reden waarom ik vóór de Kadernota heb gestemd. Er waren twee afwegingen. De continuering van de
projecten Breda-Noordoost en Heuvel, het is ook door de heer Schoenmakers al gezegd, waaraan jaren
lang is gewerkt en waarvoor veel draagvlak is. Ik denk dat dat belangrijk is, juist ook om het draagvlak te
behouden voor de investeringsprojecten op stedelijk niveau. Voor Heuvel beluister ik dat het project kan
doorgaan, maar als ik de berichten in de krant over Breda-Noordoost lees, dan ziet het er bijzonder ver
ontrustend uit. Daarvoor is slechts negen ton beschikbaar. Dus ik zou graag even van het college willen
weten hoe het staat met de uitvoerbaarheid van dat project op termijn. Het begrotingstekort in 2007. Er is
bij de Kadernota een motie van het CDA aangenomen om de Begroting alsnog sluitend te maken en er
zou hier een plan van aanpak moeten liggen. Er lag bij dat plan van aanpak een aantal maatregelen die
meer structureel van aard waren en meer betrekking hadden op personeel, adviseurs en het elk jaar
doorschuiven van gelden. Mijn beeld is dat het college nu vooral de oplossing in het rentevoordeel heeft
gezocht bij het sluitend maken van de Begroting 2007. Ik denk dat dit een zeer wankele oplossingsmoge
lijkheid is voor het tekort in 2007. Op dit moment heb ik het beeld dat het geschetste structurele tekort
daarmee te weinig wordt opgelost. Al eerder heb ik in de bijdrage bij eerdere kadernota's aangegeven dat
ik vind dat er op dit moment al heel veel van de reserves gebruik wordt gemaakt, en dat blijft doorgaan.
Nu zetten we voor een extra structureel tekort weer eenmalige middelen in. Ik denk dat het eens een keer
ergens moet ophouden en dat we naar structurele oplossingen moeten. Dat charmeerde mij indertijd aan
de moties van én het CDA én de VVD. Dus in mijn optiek heb ik op dit moment zware twijfels of die moties
ook voldoende zijn uitgevoerd. Op
De heer TAKS
Dat vinden wij, wat onze motie betreft, ook, mijnheer de voorzitter. De motie van de WD draaide ook om
de Kadernota 2006 met name.
Mevrouw OVERBOOM
Dat klopt.
De heer TAKS
over enkele maanden.
Mevrouw OVERBOOM
Uw verhaal betrof 2006 en dat van het CDA 2005. Tot slot de discussie rondom de begrenzing van De
Rith. Een aantal fracties heeft het daarover al gehad. Wat D66 betreft, was op dat moment de interpretatie
dat De Rith tegen de A58 en de A16 aan ligt. Dat was ook mijn voorstel indertijd voor de begrenzing van
de RNLE. Achteraf kwam het college met een ander voorstel, een andere interpretatie, maar het college
had in geval van onduidelijkheid op dat moment in die commissievergadering moeten vragen: mevrouw
Overboom, wat is volgens u de interpretatie die nu voorligt? Dat doe je niet achteraf. Daarom overweeg ik,
afhankelijk van het antwoord van de wethouder, om alsnog in tweede termijn met een motie te komen,
waarin ik wederom verzoek om de begrenzing voor de RNLE tegen de A58 aan te leggen.
De VOORZITTER
Dan is tot slot het woord aan de heer Joosse namens de fractie-Joosse.
De heer JOOSSE
Dank u, voorzitter, maar ik sluit me graag aan bij de bijdrage van de heer Haarhuis namens de Partij van
de Arbeid en ik gun mijn vijf minuten graag aan de andere collega's die al voldoende, denk ik, daarvan
gebruik hebben gemaakt.
De VOORZITTER
Ik dank u zeer.
REACTIE VAN HET COLLEGE (EERSTE TERMIJN)
Het college van burgemeester en wethouders krijgt gelegenheid te reageren op de schriftelijke en monde
linge bijdragen.
De VOORZITTER
Dan is nu het woord aan de portefeuillehouder Middelen, wethouder Oomen, die als eerste namens het
college op uw bijdragen zal ingaan. Vervolgens zal de voorzitter van uw raad beantwoorden, daarna wet-