9 NOVEMBER 2004
501
openbare ruimte. Diverse partijen besteden aandacht aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Vooral de
situatie van het beheer van de wegen en de verlichting krijgt aandacht. In de bijdrage van Breda '97 wordt
het meest duidelijk voor welk dilemma het college wordt gesteld als het gaat om het bepalen van de priori
teiten in de aanpak van die openbare ruimte. Breda '97 geeft in zijn algemene beschouwing prioriteit aan
het Ingenhouszplein, maar vraagt tegelijkertijd aandacht voor het beheer van de verhardingen en de
stadsverlichting voor de rest van de stad. Ik kom hierop later nog terug. Bij de programakkoordonderhan-
deling is reeds geconstateerd dat de kwaliteit van de buitenruimte behoorlijk achteruit was gegaan. Om
deze buitenruimte op het gewenste beheerniveau te brengen en te houden, zou in totaal over een periode
van vier jaar circa 42,5 miljoen euro extra nodig zijn. Dit staat vermeld in het rapport waarover we van de
week al hebben gesproken. In het Programakkoord is in deze periode 20 miljoen extra beschikbaar ge
steld. Met deze extra beheerimpuls wordt een eerste maar niet onbelangrijke stap gezet om de kwaliteit
van de buitenruimte weer in de richting van het gewenste niveau te brengen. Dit impliceert echter wel dat
er keuzes gemaakt moesten worden. Besloten is dan ook om deze impuls vooral in te zetten voor de ver
betering van de leefbaarheid en de veiligheid. Concreet betekent dit de aanpak van de vervuiling door
extra reiniging, onkruidbestrijding, het aanleggen van betonprints, de aanpak van zwerfvuil, enzovoort.
Twee andere belangrijke speerpunten waren de aanpak van onveiligheid en overlast. Deze speerpunten
zijn ingevuld door speelvoorzieningen veilig te maken en te houden, wateroverlast te bestrijden: baggeren,
onderhoud waterlopen, enzovoorts, het verlichtingsniveau te verbeteren, ik denk aan de Haagse Beem
den, en de groenvoorziening te verbeteren, onder andere gericht op de sociale veiligheid. De doelstelling
was en is: schoon, heel en veilig. Binnen de aanpak is prioriteit gegeven aan het structureel verbeteren
van de groenvoorziening. Hiervoor waren twee redenen. De maatschappelijke en de politieke wenselijk
heid, en het beschikbaar zijn van een volledig inzicht op het beheer en de onderhoudssituatie van het
openbaar groen. Hierdoor bestond er zekerheid omtrent de effectiviteit van het ingezette budget. Ik ben
het volstrekt niet eens met GroenLinks, die de suggestie wekt alsof Breda zijn groenvoorziening niet vol
ledig in kaart heeft. Zonder overdrijving wil ik u melden dat iedere boom in de openbare ruimte bij ons
bekend is voor wat betreft soort en leeftijd. Aan het einde van deze periode is dan ook de achterstand op
het onderhoud aan de openbare groenvoorziening nagenoeg ingehaald, mits het college de mogelijkheid
krijgt deze prioriteit te handhaven. Voorzitter, ik zal een stuk van mijn bijdrage inkorten, gelet op de tijd.
Het Ingenhouszplein. Dit plein is een van de plekken van de stad die maatschappelijk om aandacht vra
gen. Zoals ik ook al bij de Kadernota in de brief met de beantwoording van het college heb aangegeven, is
met de volledige reconstructie van het plein echter een bedrag gemoeid van circa 1,3 miljoen euro. Dit
bedrag volledig ten laste brengen van het budget voor het beheer en onderhoud betekent dat dit voor
2005 concreet leidt tot wijzigingen van de prioriteitstelling, zoals deze in het meerjarig uitvoeringspro
gramma 2003-2006 is vastgesteld. Ik daag de fractie van met name Breda '97 uit om in tweede termijn
hiervoor de kaders te stellen en aan te geven wat u dan vindt dat er niet moet gebeuren. Ik stel u voor om
een besluit rondom de reconstructie van het Ingenhouszplein pas te nemen op het moment dat op basis
van de inventarisatie de meerjarenplanning bij de Kadernota 2006 kan worden besloten. Maatschappelijke
wenselijkheid kan op dit moment in evenwicht worden gebracht met technische noodzakelijkheid. In de
tussentijd worden al wat extra maatregelen getroffen, waaronder het vervangen van het speeltoestel.
Hierover is reeds contact geweest met de buurt. Ik wil u ook zeggen, dames en heren, leden van de raad,
dat ook het afgelopen jaar extra middelen zijn gegaan naar het Ingenhouszplein. Ik denk aan extra onder
houd, ik denk aan het extra ophalen van de verharding, enzovoorts. Dus het is niet zo dat het In
genhouszplein naar aanleiding van de motie geen extra aandacht heeft gekregen in het afgelopen jaar.
Daarin zijn wel degelijk extra middelen geïnvesteerd. Onderhoud achterstandswijken. Op vragen van de
Partij van de Arbeid
De heer DUBBELMAN
Mijnheer Oomen, kunt u als het gaat om de sociale veiligheid en het Ingenhouszplein in dit verband in
gaan op de suggestie van de PvdA of er binnen de bestaande budgetten iets kan gebeuren?
Wethouder OOMEN
Mijnheer Dubbelman, ik heb al gezegd dat er voor het Ingenhouszplein binnen het bestaande budget door
de wethouder Stadsbeheer in het afgelopen jaar al extra middelen zijn ingezet om de sociale veiligheid
ten goede te komen. Op vragen van de PvdA-fractie kan ik zeggen dat daar waar extra inzet vereist wordt
binnen de prioriteiten die tot op heden gesteld zijn in het meerjarig uitvoeringsprogramma, die inzet ook in
de wijken wordt gepleegd. Dat blijkt ook bijvoorbeeld uit de 100 duizend euro extra in de Heuvel in 2005.
U moet zich echter wel realiseren dat ook de rest van de stad zijn regulier onderhoud vergt. De dorps- en
wijkraden. In de bijdrage van GroenLinks wordt een beeld geschetst over de relatie van de dorps- en wijk
raden met de gemeente die voor mij absoluut niet herkenbaar is daar waar het om het college gaat. Ik heb
nog niet zo lang geleden met de dorps- en wijkraden de tweede ronde van gesprekken achter de rug en