9 NOVEMBER 2004
504
van de risico's die wij als gemeente lopen in onze grondexploitaties. En dan denk ik dat het weerstands
vermogen een redelijk beeld geeft van de hoogte die wij kunnen hebben, met alle risico's overigens die er
ten aanzien ook van de economische ontwikkelingen nog aan vastzitten. Overigens, de VNG doet op kor
te termijn een benchmark. Wij kunnen eventueel anticiperen op de resultaten van dat onderzoek. Ik houd
u hiervan in ieder geval op de hoogte. Het is belangrijk genoeg, zeker in relatie tot de voeding van de al
gemene middelen. Het bedrijventerrein. Ik heb u in de commissie van 3 november toegezegd dat we met
het onderwerp in de commissie terugkomen voor een vervolgdiscussie naar aanleiding van de presentatie
die u heeft gehad in de commissie over de bedrijventerreinen en over de harde en de zachte planvorming
die daaronder liggen. Ik denk dat het noodzakelijk is dat de raad een aantal uitspraken daarover gaat
doen en dat u ook moet zoeken in de richting van de discussie over de structuurvisie, omdat we dan na
tuurlijk wonen, werken, zorg, cultuur in brede zin voor de komende jaren meenemen. Daarop zal ongetwij
feld vanuit de portefeuillehouder, de heer Niederer, in de commissie worden teruggekomen, maar die
discussies zouden synchroon moeten lopen. Openingstijden van de horeca. Dat punt is al door de burge
meester meegenomen. Ik vond die opmerking van de heer Kwisthout sympathiek. Toen ik bij de opening
van Mezz dat schijfje van Crash op een draaitafel legde, heb ik in ieder geval nooit vermoed, als je kijkt
naar het uitgaansgedrag van jongeren versus de exploitatie van Mezz met een sluitingstijd van 02.00 uur,
terwijl de meeste jongeren, zeker als het gaat om het onderdeel dance en de programmering die wij sa
men hadden afgesproken, dat er problemen zouden ontstaan als je om 02.00 uur de deur sluit, en vervol
gens constateert dat, als dat zo is, heel veel jongeren om 01.00 uur of om 00.30 uur uitgaan. Dan heb je
ten aanzien van de exploitatie niet zo heel veel meer te vertellen. Dus ik denk dat wij samen die discussie
over de sluitingstijden, gevoed vanuit uw raad, toch een keer moeten gaan voeren. Dat geldt overigens
ook voor de horeca in zijn algemeenheid. Ik denk dat de burgemeester dat terecht in uw richting als een
uitdaging heeft weggelegd. GSB-lll. Ik ben heel blij dat een aantal raadsleden twee of drie maanden gele
den in de Pulchri-studio aanwezig is geweest, daar heel scherp over het grotestedenbeleid heeft gedis
cussieerd en de confrontatie met de Kamerleden is aangegaan. We hebben toen samen geconstateerd
dat het gaat om staand of bestaand beleid. Al datgene wat u in de afgelopen jaren als raad in beleidsno
ta's, voorstellen, initiatieven, amendementen en moties als bestaand beleid in onze vijf, zes of zeven
raadscommissies in de richting van het college heeft aangegeven om uit te voeren, staat in GSB-lll. Vóór
GSB-lll was er GSB-II, en daarvoor GSB-I - en we trekken de lijn door. Wat is er nu nieuw? 1. De raad
heeft minder geld beschikbaar gesteld, dus we moeten woekeren met de financiële ruimte die er vanuit
het departement aan mocht komen. 2. We hebben al die geldstromen in drie brede doeluitkeringen
(BDU's) - dat is geen truc van de gemeente Breda, maar dat is rijksregelgeving - moeten vastleggen. U
bent zelf in uw functionele commissie, alleen gecoördineerd door de commissie ECG, verantwoordelijk
voor het feit waar u de accenten gaat leggen. Inderdaad, mevrouw Overboom, als door de verschillende
departementen en het kabinet is aangegeven dat de bereidheid bestaat om te schuiven binnen die brede
doeluitkeringen, dan bent u aan zet om daar de accenten te leggen. Wij zijn er vanuit ECG, ik heb dat heel
nadrukkelijk in uw commissie ECG aangegeven, alleen verantwoordelijk voor dat we de touwtjes bij elkaar
halen, dat we het overleg voeren met het departement zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau, en dat we
als college alles in het werk stellen om de nodige middelen bij elkaar te halen. Op 15 november uiterlijk
Mevrouw OVERBOOM
Ik vraag aan de wethouder: is hij bereid om toe zeggen dat we dit document alsnog een keer in de com
missie bespreken, als er toch geschoven kan worden binnen het toegekende budget?
Wethouder ADANK
Voorzitter, daartoe ben ik best bereid, maar alleen vanuit de coördinerende functie, en waar het gaat om
het inhoudelijke, bijvoorbeeld volkshuisvesting, als het gaat om de luchtkwaliteit, milieu, als het gaat om
cultuur, als het gaat om ruimtelijke ordening, is het de functionele commissie, de raad, die aangeeft waar
de accenten komen te liggen. Uw commissie ECG kan dat natuurlijk doen voor het grondbeleid, voor cul
tuur, monumenten en voor economische zaken, de BDU, economie. Dat is uitstekend. Maar wij kunnen
daar niet inhoudelijk praten over bijvoorbeeld volkshuisvesting, want daarvoor wordt de input geleverd
vanuit de commissie van de heer Arbouw. In die zin denk ik dat het best goed is om
De heer KWISTHOUT
Voorzitter, bij interruptie. Ik heb altijd geleerd dat het college een collegiaal bestuur voert. U zegt dat de
commissie ECG alleen een coördinerende functie heeft en dat de rest bij de andere portefeuillehouders
zit. U legt dus eigenlijk het probleem op het bordje van uw collega-wethouders.
Wethouder ADANK
Ja, dat klopt.