9 NOVEMBER 2004
526
van bestaande opslagplaatsen die een nieuwe vergunning vereisen.' Deze aanvulling is op uitdrukkelijk
verzoek en in goed overleg met de andere 'vuurwerkfracties', als ik die even zo mag aanduiden, aange
bracht.
De door de heer Dubbelman, namens de fractie van het CDA, ingediende (gewijzigde) motie luidt als
volgt:
(gewijzigde) MOTIE (4) (tweede, tevens laatste versie)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 37 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden van
de gemeenteraad;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 9 november 2004 ter behandeling van het voorstel
van burgemeester en wethouders inzake de Begroting 2005;
overwegende dat:
vuurwerkopslagplaatsen in de woongebieden tot onrust leiden en zorg onder de Bredase bevolking;
gemeenten in dezen een beleidsruimte hebben om eigen beleid te ontwikkelen;
er op dit moment enkele zorgelijke ontwikkelingen zijn in onder andere de buurten Zandberg, Haagse
Beemden en Belcrum;
verzoekt het college te voorkomen dat nieuw te vestigen vuurwerkopslagplaatsen binnen de bebouwde
kom worden gelokaliseerd, waarbij onder nieuw te vestigen opslagplaatsen ook wordt verstaan uitbreiding
casu quo wijziging van bestaande opslagplaatsen die een nieuwe vergunning vereisen;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De VOORZITTER
Goed, het woord is aan wethouder Arbouw.
Wethouder ARBOUW
Dank u wel, voorzitter. Ik heb een drietal moties waarop ik even wil reageren. Dat betreft de motie van
GroenLinks - naar mijn beste weten is dat motie nummer 3 - over de kantoorpanden. Ik heb in mijn bij
drage, mijnheer Scheltens, aangegeven hoe het zit en wat de moeilijkheidsgraad is van dit voorstel. Des
ondanks denk ik dat ik deze motie wel kan overnemen, omdat die toch in de lijn zit van een flexibiliteit die
we met z'n allen in de volkshuisvesting proberen te bereiken. We kunnen altijd onderzoeken hoe en wat,
ook al is de kans misschien niet zo heel erg groot. Ik stel wel voor, vanwege de tijdsplanning die u er mijns
inziens terecht in zet en omdat ik er natuurlijk wel wat capaciteit voor nodig heb, om voor dit onderzoek
een klein bedrag uit de reserve Volkshuisvesting 2005 te gebruiken. Dus ik neem, voorzitter, deze motie
van GroenLinks over. Dan de motie van het CDA over het vuurwerk. Ik ben blij dat het CDA in ieder geval
duidelijkheid geeft over wat het nou precies onder nieuw te vestigen vuurwerkopslagplaatsen verstaat,
want daarover was natuurlijk daarnet al de eerste onduidelijkheid. Voorzitter, in de afgelopen commissie
VSM hebben we hier een aantal mensen met mooie spandoeken vanuit Zandberg gehad. Ik geloof dat
zelfs een van de spandoeken luidde: 'Arbouw is dom, geen vuurwerk in de bebouwde kom', of iets derge
lijks. Ik voelde mij aangesproken, dus wat dat betreft vind ik het goed dat wij nog even daarbij stilstaan. Ik
wil nog iets dieper op deze motie ingaan, alvorens aan te geven wat het college vindt wat er met deze
motie dient te gebeuren. Het gaat hier om de opslag van consumentenvuurwerk. Dat is echt heel wat an
ders dan professioneel vuurwerk. In Nederland hebben wij nieuwe wet- en regelgeving die dit jaar wordt
geïmplementeerd. Dat betekent ook dat alle vuurwerkondernemers zich medio dit jaar de vraag hebben
gesteld: ga ik onder die nieuwe condities en die nieuwe eisen ermee door om zo meteen in december
vuurwerk op te slaan en te verkopen, of niet? Die afweging heeft elke ondernemer individueel voor zich
zelf gemaakt. In die nieuwe wet- en regelgeving is het uitdrukkelijk de bedoeling dat dat heel veel veiliger
wordt dan tot nu toe gebruikelijk was. U weet ook dat al die vuurwerkopslagplaatsen die we tot nu toe