9 NOVEMBER 2004 485 1. ALGEMENE BESCHOUWINGEN (EERSTE TERMIJN). In deze eerste bijdrage krijgen de fracties de gelegenheid hun schriftelijk ingediende standpunten over de programma's, de beleidsvoornemens en keuzes toe te lichten. De heer DUBBELMAN Voorzitter, de vijf minuten die ik heb toebedeeld gekregen, zal ik niet gaan gebruiken om onze algemene beschouwingen nog eens samen te vatten. Ik wil die, want de weergave vanochtend in BN/DeStem was zeer correct, uitsluitend gaan gebruiken om te reageren op de bijdragen van de collega-fracties. Wat be treft de bijdragen in algemene zin van de coalitiepartijen kan ik namens de CDA-fractie met instemming constateren dat het hier gaat om constructieve bijdragen die ons als CDA het vertrouwen geven dat deze coalitie in deze samenstelling met dit beleid ook in het jaar 2005 de Bredase gemeenschap zal dienen. Voorzitter, ik zal in volgorde van grootte de beschouwingen behandelen en kort onze vragen weergeven. De VVD-fractie geeft ons aanleiding tot twee vragen. Misschien is het goed als u straks daarop wilt in gaan, mijnheer Taks, maar dat laat ik uiteraard aan u over. De eerste vraag betreft Teteringen. U zegt dat de woningbouw, hoe dan ook, volgens de taakstelling dient te geschieden. Mijn vraag is: hoe ziet u dan de rol van de resultaten van de milieueffectrapportage (mer)? Wilt u die met een open mind bestuderen, met name het aspect van de ontsluiting waarover onze fractie het heeft gehad die daarbij de suggestie uit Oosterhout heeft weergegeven? Of is het zo: beleid is beleid, Vinexlocatie, taakstelling is taakstelling, en die mer is eigenlijk een tussendoortje, wat voor ons niet hoeft en waar wij ons ook niets aan gelegen laten liggen? Let wel, wij als fractie doen daar nü geen uitspraak over. Wij zijn wel van oordeel dat wij de resul taten van een mer goed en op een objectieve wijze moeten beoordelen. De tweede vraag. Ik denk dat er een groot misverstand bij ons zou kunnen zijn als het gaat om woningbouw in De Rith. De CDA-fractie heeft gezegd dat De Rith een en ondeelbaar is. Wij hebben nadrukkelijk aangegeven wat wij onder de waardevolle Rith verstaan. Wij lezen in de beschouwing van de VVD dat er geen belemmeringen mogen zijn om in De Rith te bouwen. Mijn vraag is: wat mag wel en wat mag niet in De Rith bebouwd worden? U spreekt over belemmeringen. Wat verstaat u onder De Rith? Onze 'Rith-deskundige', de heer Hendrickx, die elk grassprietje kent, wil desgewenst aan de hand van een kaart aangeven wat naar onze mening niet bebouwd mag worden. Wij zijn erg benieuwd hoever de VVD-fractie wil gaan. Voorzitter, de PvdA en de Lijst-Joosse. Ik neem ze maar even samen. Het verhaal van de heer Joosse was zo kort dat ik veronder stel dat zijn gedachtegoed is opgenomen bij de PvdA-fractie. Ik constateer dat de PvdA-fractie een ope ning geeft voor flexibele sluitingstijden en ik zou haar alleen willen vragen of zij bij de beoordeling van dit fenomeen ook aandacht wil geven aan wat het veld ervan vindt. Het gaat met name om de horeca die pas geleden daarover heeft vergaderd. Ik wil hoe dan ook de PvdA vragen of zij met ons van mening is dat we het college, in de persoon van wethouder Adank, de ruimte moeten geven zijn beleidsplan horeca verder uit te werken en dit ter advisering voor te leggen in de functionele commissie ECG waarin dan daarover nadere besluitvorming zal plaatsvinden. Voorzitter, ik kom nu bij de grootste oppositiepartij, Leefbaar- Breda. Alle vier zijn hier aanwezig - u mag blijven zitten, mijnheer Leunisse. Het blijft voor Leefbaar-Breda naar onze mening toch een hele opgave om een goede mix te vinden tussen verstand en emotie. Wij re kenen en vertrouwen, en dat vinden wij wel het belangrijkste, op uw steun als het gaat om de door het CDA bepleite aanpak met betrekking tot het sluiten van koffieshops bij scholen, en de veiligheid in het algemeen. Volgens mij kunnen wij elkaar in dezen vinden. Breda '97, een wat kleinere oppositiepartij. De geluiden van deze fractie worden hoe langer hoe meer oppositioneel. Met betrekking tot uw oproep om minder te investeren het volgende. Juist in een economische laagconjunctuur dienen investeringen eerder geïntensiveerd te worden dan verminderd. Dit geeft namelijk ook een positieve bijdrage aan de werkgele genheid waarmee het sociale beleid gediend is. Bovendien, een betrouwbare overheid is er om afspraken na te komen, hetgeen ook geldt voor de met steun van Breda '97 geëntameerde projecten, ook toen Bre da '97 nog een wethouder leverde en daarna. De oppositionele tranen die men nu bij Breda '97 huilt, zijn ons inziens krokodillentranen. Voorzitter, GroenLinks. U heeft in uw beschouwing op pagina 22 een vol strekt onjuiste opmerking richting CDA gemaakt over het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Ik kan u mel den dat het CDA staat voor het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen die niet schadelijk zijn voor het milieu en die door iedere burger in alle tuincentra van Breda gekocht kunnen worden. Wat ons werkelijk buitengewoon gestoken heeft, is een opmerking in uw algemene beschouwing op pagina 21 bij: dienstver lening. Daarin zet u de wethouder wijk- en dorpsraden zeer malicieus - ik heb er geen mooier woord voor kunnen vinden - weg waar u stelt dat het overleg met deze raden een voortdurende klaagzang zou zijn. Naar ons oordeel is men horende doof, of ziende blind blijkbaar, voor de complimenten die juist de wijk en dorpsraden richting het college hebben gemaakt. Wij denken dat dit komt omdat GroenLinks slecht tegen zijn verlies kan. Uw voorstel om als raad een aparte commissie wijk- en dorpsraden in te stellen is namelijk terecht niet door de raad aangenomen. Ik vraag u: wilt u die aantijging richting wethouder wijk- en dorpsraden terugnemen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 4