9 NOVEMBER 2004
534
van de door te berekenen loon- en prijsontwikkelingen, ofwel inflatiecorrectie genoemd. Voor de onroe-
rendezaakbelasting (OZB) wordt per 1 januari 2005 de fiscale waarde van alle panden, met waardepeilda-
tum 1 januari 2003, op grond van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) opnieuw vastgesteld voor
de belastingjaren 2005 en 2006. De opbrengst onroerendezaakbelastingen voor 2005 zal budgettair neu
traal verlopen. Dit houdt in dat de stijging van de WOZ-waarden wordt geneutraliseerd door de OZB-
tarieven in 2005 adequaat te verlagen. Wel wordt er bij de OZB-tariefstelling een verhoging wegens infla
tiecorrectie van 1,85 procent toegepast. De legestarieven voor 2005 worden om de kostenontwikkelingen
te volgen met 1,85 procent verhoogd, behalve voor de wettelijke uitzonderingen en de producten van de
Afdeling Vergunningverlening en Handhaving, voorzover die nog niet kostendekkend zijn.
De VOORZITTER
Aan de orde is agendapunt VI. Het vaststellen en wijzigen van de verordeningen. Wie van u? De heer
Kwisthout, de heer Boer en de heer Akinci. Het woord is aan de heer Akinci, GroenLinks.
De heer AKINCI
Voorzitter, heel kort. We hebben het er in de commissie al even over gehad, dus u kunt dit beschouwen
als een stemverklaring. Overigens komt het ook terug in de bijdrage die wij hebben geleverd voor de Be
groting. Wij hadden graag op zijn minst de discussie willen voeren over wat te doen met de waardebepa
ling van onroerende zaken - ik wilde het bijna 'ontroerende' zaken noemen. Desalniettemin moet ik vast
stellen dat we die discussie hier niet gevoerd hebben. Echter, wij hebben de Begroting met de inkomsten
zojuist vastgesteld, en een uitgebreide discussie over hoe we met de OZB zouden moeten omgaan, zit er
op dit moment niet in. Wij nemen dat voor lief, maar wij hopen dat wij er in de toekomst wel wat uitgebrei
der over kunnen praten. Wij zullen voor de wijzigingen van de verordeningen zijn.
De VOORZITTER
Dank u. De heer Kwisthout, SP.
De heer KWISTHOUT
Voorzitter, in de toelichting op de agenda van het voorstel wordt zelfs over 'oproerende' zaakbelasting
gesproken.
De VOORZITTER
Daar kunt u zich wel in vinden.
De heer KWISTHOUT
Ja. Voorzitter, wij vinden dat gemeentelijke belastingen integraal onderdeel uitmaken van de Begroting,
dus om die reden zullen wij tegenstemmen.
De VOORZITTER
De heer Schoenmakers, Breda '97.
De heer SCHOENMAKERS
Voorzitter, wij hebben daarover dezelfde opvatting als de SP. Ik zou alleen het volgende willen vragen. Er
staat: een verhoging van 1,85 procent. Dat is het gemiddelde van de door te berekenen loon- en prijsont
wikkeling. Maar de loonontwikkeling is nul procent. Hoe komen we dan toch aan 1,85?
De VOORZITTER
De heer Boer tot slot.
De heer BOER
Mijnheer de voorzitter, ik heb bijna dezelfde reden als mijn voorganger. Wij twijfelen eraan of een inflatie
correctie van 1,85 procent juist is, dus wij kunnen ons hiermee niet verenigen.
De VOORZITTER
Is de wethouder in staat om nog een rekensommetje te maken?
Wethouder OOMEN
Ja, voorzitter, maar voor dat rekensommetje zou ik nu alle gegevens moeten hebben. Ik kan alleen herha
len dat het een gewogen gemiddelde is, tot stand gekomen op basis van de gemiddelde lonen en prijzen.
Wat betreft de lonen moet u niet denken aan een loonsverhoging, maar er zijn ook altijd nog incidentele