ALGEMENE BESCHOUWINGEN VAN DE VVD-FRACTIE OVER DE BEGROTING
2005
8
Bij de behandeling van de Kadernota 2005 heeft de VVD haar bezorgdheid uitgesproken over de
ontwikkeling van de gemeentefinanciën. Het toen gepresenteerde meerjarenperspectief vertoonde
een oplopend begrotingstekort voor de komende jaren, waarvoor op dat moment geen afdoende
oplossing kon worden geboden. Daardoor dreigde het gevaar, dat de volgende bestuursperiode, na
de verkiezingen in 2006, zou moeten beginnen met een ingrijpende ombuigingsoperatie. Om een
dergelijke situatie te vermijden heeft de VVD bij motie, aangenomen door de raad, het college
verzocht om in overleg met de commissie MSO bij de Kadernota 2006 de nodige
heroverwegingsmaatregelen te presenteren en zo te garanderen, dat de huidige raadsperiode zou
worden afgesloten met een reëel en aanvaardbaar financieel perspectief, gericht op een sluitende
begroting voor 2007. Deze motie beoogde een algehele heroverwegingsoperatie en was aanvullend
ten opzichte van de eveneens door de raad aangenomen CDA-motie die vroeg om een plan van
aanpak, al bij de begroting 2005, met daarin een aantal concreet aangegeven elementen.
In de nu voorliggende begroting 2005 zijn de bij de kadernota gepresenteerde maatregelen volgens
het scenario van behoedzaam ombuigen verwerkt, is een begin gemaakt met uitvoering van enkele
van de in de CDA-motie opgenomen activiteiten en zijn verder in de geest van de WD-motie
aanvullende maatregelen getroffen. Daardoor is de begroting 2005 op dit moment sluitend, blijven de
lastenstijgingen voor de burgers binnen de afgesproken grenzen en is er een aanvaardbaar financieel
perspectief voor de jaren 2006 en 2007. De WD heeft waardering voor de door het college geleverde
inspanningen bij de uitvoering van de door de raad aangegeven financiële en inhoudelijke kaders.
Toch kan niet anders worden geconcludeerd dan dat de begroting evenals de kadernota nog altijd
gekenmerkt wordt door een wankel evenwicht. Te vrezen valt, dat bij eventuele verdere
rijksbezuinigingen of andere tegenvallers het evenwicht tussen inkomsten en uitgaven al snel
verstoord zal raken, zoals in het lopende jaar het geval was. Het is de vraag of er dan nog voldoende
ruimte is om de begroting tussentijds sluitend te maken. Bovendien moet nog worden afgewacht, of
alle verwerkte maatregelen ook volledig het beoogde resultaat zullen sorteren.
Zo is het bijvoorbeeld hoogst onzeker, of de terugvordering van onrechtmatig verkregen
bijstandsuitkeringen de voor 2005 en 2006 geraamde opbrengst van E. 1 miljoen respectievelijk E. 0,5
miljoen zal opleveren. Na jarenlang niet of nauwelijks een terugvorderingbeleid te hebben gevoerd is
het niet te verwachten dat deze bedragen alsnog daadwerkelijk kunnen worden ingevorderd. Gelet op
het financiële belang voor de gemeente verlangt de WD van het college voor toekomstige
bijstandsschulden een actief terugvorderingbeleid.
In dit verband zijn ook de financiële gevolgen van de vertraging in de ontwikkeling van de Vinexlocatie
Teteringen van belang. Het effect daarvan voor de algemene middelen en het grondbedrijf is
aanzienlijk.
Voor wat betreft de algemene middelen doen de gevolgen zich voor in 2007 en 2008.
De WD is van mening, dat het op dit moment geraamde effect ad ongeveer E. 1,5 miljoen nu al in de
begroting zou moeten worden verdisconteerd door volgens de gebruikelijke regels daartoe een
voorziening op te nemen. De WD verzoekt het college de mogelijkheid daarvoor alsnog te bezien.
De hogere rentelasten op de grondexploitatie worden opgevangen in de bedrijfsvoering van het
grondbedrijf en hebben vooralsnog geen onoverkomelijke gevolgen voor de winstafdracht aan de
algemene middelen, behoudens een vertraging van het afdrachtritme.
Bij het onverhoopt langer voortduren van de periode van economische teruggang zullen de resultaten
van het grondbedrijf verder onder druk komen te staan en wordt het onzeker of het grondbedrijf de
beoogde prestaties kan blijven leveren. Het is zeer de vraag of het weerstandsvermogen dan
toereikend zal zijn,
want ook de opbouw van die buffer wordt dan vertraagd. De financiële stabiliteit van de gemeente
zou daardoor op termijn zelfs in de gevarenzone kunnen komen. Voor een goed risicomanagement is
daarom het aanhouden van een weerstandsvermogen van voldoende omvang noodzakelijk.