«PvdA
11
fractie PvdA Breda
Begrotingsbehandeling gemeente Breda 2005
9 november 2004
Dialoog en respect
9 november is de avond van de vreselijke gebeurtenissen van de Kristallnacht, nu 66 jaar geleden. Er
zijn krachten in deze wereld werkzaam die culturen en bevolkingsgroepen nog steeds tegenover
elkaar in actie willen brengen; en niet zelden met succes. We moeten daar dan ook bij stil staan.
Hoe erg incidenten ook zijn, we moeten oppassen deze in de eigen omgeving niet te vergroten tot
conflicten tussen groepen mensen die eigenlijk alleen maar vreedzaam samen willen leven. Het
College heeft vorige week onmiddellijk actie ondernomen om de dialoog, het gesprek en wederzijds
respect te bevorderen. We vragen het College om dat voort te zetten. Vooral de bevolkingsgroepen bij
elkaar brengen en letterlijk met elkaar in gesprek laten gaan kweekt begrip en respect.
De fractie van de PvdA ziet dat de belangrijkste keuzes die bij de kadernota zijn gemaakt en de
ondersteunde moties en toezeggingen zijn vertaald in de begroting 2005.
We zien in de GSB lil voorstellen o.a. het behoud van de buurtmeesters zoals bij motie was gevraagd.
Ook is er opnieuw budget uitgetrokken voor bijzondere activiteiten op het gebied van volkshuisvesting
zoals bij motie was gevraagd. Het College had het voornemen de bestedingsvoorstellen hiervoor bij
begroting aan ons voor te leggen. Dat is niet gelukt. Wanneer kunnen we een bestedingsvoorstel
tegemoet zien?
Tevens is budget uitgetrokken voor de Boschstraat waardoor de gemaakte afspraken nagekomen
kunnen worden.
We bevinden ons in een periode waarin de beschikbaarheid van middelen beperkt is.
We kunnen ons dan ook nu niet de luxe permitteren om nieuwe ambities uit te spreken die extra
beslag leggen op de financiële capaciteit. Verschuiving van middelen en ingrijpende beleidsuitspraken
horen daarnaast bij de kadernota te worden gedaan.
We moeten ons natuurlijk af blijven vragen of de problemen die we hebben geformuleerd met de
plannen en uitgaven die in deze begroting worden voorgesteld ook worden aangepakt. Naast het
beschikbaar stellen van middelen horen we het College kritisch te volgen bij de uitvoering.
Het College geeft bijvoorbeeld in de begroting aan dat in de woonwijken het groen, de wegen en de
verlichting intensief worden onderhouden om daarmee de veiligheid te bevorderen. Dat lijkt mooi en
de behoefte daaraan horen we bij alle werkbezoeken. Het streven om de tevredenheid op hetzelfde
hoge peil van 86% te houden is een goed voornemen. We zien daartegenover dat
onveiligheidsgevoelens in de effectrapportage van de dienst Stadsbeheer, juist samenhangen met
onvoldoende onderhoud, zwerfvuil e.d. in z.g. aandachtsgebieden. Om volgend jaar zowel gevoelens
van onveiligheid te bestrijden en het onderhoud te verbeteren moeten we dus bij het onderhoud vooral
prioriteit geven aan achterstands- of aandachtswijken. Ziet het College ook deze relatie en kan ze het
met deze prioriteit eens zijn?
Dat de gemaakte afspraken in het programakkoord kunnen worden nagekomen stemt tot
tevredenheid. Daardoor blijft extra ondersteuning via armoedebeleid in stand en kunnen we de
voorzieningen voor de mensen die niet zo gemakkelijk meekomen in de samenleving nog grotendeels
handhaven.
